Nogmaals batje (1989, blz. 195-196)
De inzenders F. Debrabandere en A. Vanhuyse zijn het erover eens dat een batje (koopje) niets anders is dan een baatje, verkleiningsvorm van baat (voordeel, profijt). Maar het artikel van laatstgenoemde trekt onze aandacht ook op wat De Bo te vertellen weet bij baat (lukslag, winst die men bij toeval doet in 't kopen, roverskoop), met als verkleiningsvormen het voor de hand liggende baaitje... maar ook baatje.
Blijft ons vertrouwd Westvlaams batje een baatje, of kan het evengoed een baaitje worden?
J. Huyghebaert