Biekorf. Jaargang 89
(1989)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
Wat is een targe?In een recent artikel in Biekorf schreef A. Dewitte ondermeer dat vooraanstaande gasten van Brugge een ‘taerge (schild?) met daarop de stadswapens ontvingen’, terwijl de rederijkers met ‘een zilveren schaal (taerge?), croes ende een soutvat’ werden bedachtGa naar voetnoot(1). In het eerste geval werd taerge korrekt beschouwd als een schild, in het tweede geval kunnen we taerge en schaal niet gelijkstellen. ‘Taerge’ of ‘targe’ is de middelnederlandse benamingGa naar voetnoot(2) voor het zgn. ‘renschild’, en als dusdanig in de heraldiek bekend voor één bepaald schildtype. Het betreft hier een schild met een diepe insnijding in de rechterzijkant, bedoeld om de lans in te leggen, we treffen het aan vanaf de late 15de eeuw. Oorspronkelijk was de targe een groot schild voor het voetvolk, maar bij gebruik door de ruiters verkleinde het stilaan. Het was het laatste schild dat nog echt in de strijd werd aangewend. Later werd de term ‘targe’ voor alle schildtypes gebruikt, omdat het aan de basis van zowat alle latere schildvormen stond. Het wordt ook wel eens het ‘Duitse schild’ genoemdGa naar voetnoot(3). De targe, die de edele bezoekers van Brugge werd aangeboden, zal wellicht een ruiterschild geweest zijn. Typologisch moeten we dit klasseren onder de puur heraldische voorwerpen, maar dan zonder nutsgebruik; de begunstigde kon toch niet strijden onder het stadswapen van Brugge. Daarvan zijn slechts zeer weinig stukken tot ons gekomenGa naar voetnoot(5). Dit geldt overigens in het algemeen voor alle wapenschildenGa naar voetnoot(6). | |
[pagina 188]
| |
De tweede gift, deze namelijk van de schaal met een kroes en een zoutvat, heeft niets te maken met de heraldiek, maar des te meer met de keukenhuishouding en de ridderlijke drinkgelagen. Ook het Brugse Vrije had overigens de gewoonte drinkgerief aan vooraanstaanden uit te delen. Bij het huwelijk van Lodewijk van Gistel in 1415 schonk deze kasselrij hem (minstens) twee zilveren potten, die na zijn dood in de boutillerie van zijn vader terechtkwamenGa naar voetnoot(7).
Een nadere en nauwkeurige studie van deze geschenken, die eventueel echte steekpenningen konden zijnGa naar voetnoot(8), is zeer belangrijk voor het bepalen van de relaties van de stad met leidende persoonlijkheden (de menselijke faktor, die vaak moeilijk op te sporen is) en ook, zoals in het aangehaald artikel, door de omschrijving van de voorwerpen zelf en hun waarde. Het bleef hier wel onduidelijk of het een spontane vrijgevigheid betreft, een occasionele betaling, of een afgedwongen gunst. Is er uiteindelijk een verband tussen de aard van de voorwerpen en de reden van de geschenken? Jan Van Acker |
|