Biekorf. Jaargang 89
(1989)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| |
Op bedevaart naar Westrozebeke
| |
[pagina 116]
| |
deze vrouw, die nochtans alleraardigst en lief voor hem was, kon zijn beslissing niet veranderen. Om aan de vleselijke bekoring te weerstaan, die de dagelijkse en verleidelijke aanwezigheid van een dertigjarige weduwe voor hem meebracht, trok hij op penitentietocht, op bedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw van Westrozebeke.
Onze-Lieve-Vrouw van Westrozebeke werd gediend tegen de roos, hier wel bepaald tegen de droge roos, want Westrozebeke was droog Rozebeke, in tegenstelling tot Oostrozebeke op de Mandel, nat Rozebeke, waar er gediend werd tegen de natte roos!
Ook over besmettelijke ziekten, voor kwade benen en lamheid, voor zere ogen en blindheid en voor de kleine kinderen, werd de moeder Gods te Westrozebeke aangeroepenGa naar voetnoot(2). Maar bij ons weten niet voor de problemen waarmee Pieter Pieters geconfronteerd werd! De brave man vervulde dus wel een zeer persoonlijke intentie. Zijn gewaardeerde lieve dienstmeid zal waarschijnlijk niet vermoed hebben waarom haar meester in de hete zomermaanden zo ver en alleen en zo vroeg in de ochtend op bedevaart trok...
Noordschote is in vogelvlucht ongeveer 15 kilometer van Westrozebeke verwijderd. Voor dag en dauw trok Pieter Pieters er te voet naartoe, deed er drie en een halve uur over om tot daar te geraken, woonde alle missen bij, deed zijn devoties, stapte nog mee in de lange ommegang doorheen het dorp en kwam dan in de namiddag naar huis terug. Zijn terugreis duurde dan ook iets langer, namelijk vier uur! En 's avonds at hij en dronk hij die dag dan voor het eerst. Voorwaar een harde en deugddoende penitentie en een krachtige devotie tot de Moeder Maagd!
Laten we nu Pieter Pieters zelf aan het woord in zijn memorieboek, dat hij opzettelijk bij hield tot stichting en lering van zijn nakomelingen. Zijn eenvoudig en ongekunsteld relaas heeft in onze tijd, die ernaar streeft de abortus te legaliseren, wel een heel speciale, bijna naïeve, maar niettemin een diepmenselijke klank. L. Van Acker | |
[pagina 117]
| |
BijlageMaer alsoo t'den Heere belieft heeft mij noch eenijghen tijdt int leven te laeten gheduerende mijnnen weduwaerlijcken staet soo hebbe ick moeten hebben een vrauwe voor gouvernante in mijn huys om mijnne menaege wel te besorghen ende gaede te slaen. Soo hebbe ick becommen eene weduwe genaemt pieternelle de Houck we van andries Goderis oudt omtrent dertich jaeren, een fraeye ende rechtveerdighe vrauwe, die haer affeiren wel wiste ende wel dede ende mij seer wel diende soo dat in mijn huijshouden soo wel heeft gegaen als ten tijde van mijne vrauwe waerin ick groot contentement hadde ende die vrauwe seer beminde om haer fraeijheijt want sy mij dede allen dinst dat sij conde, alle ghemack dat sij conde. Ick meijne dat een vrauwe voor haeren man niet meer doen en conde als sij voor mij gedaen heeft, want sij gherne met mij ghetraut hadde. Het is wonder ende pinnelick alsoo te leven met een jonghe schoone vrauwe daghelickx bij malcanderen ende malcanderen beminnende ende dat noch meer is de ocasie ende gelegentheijt hebbende, etcea. Soo dat ick mij laete voorenstaen dat het de meeste penetentie is dat ick in mijn leven gedaen hebbe mij te weerhouden van aen haer te commen ende de temtatie des vleesch te wederstaen, want ick maer een mensche en ben, onderworpen aen veele cranckheden ghelick ander menschen. Daerom hebbe dickmaels den Heere ghebeden om sijnne goddelicke gratie hulpe ende bijstant om alle deze temtatien te connen wederstaen. Oock de ghebenedyde moeder godts Maria aenropen, aenbeden ende ghedient soo veel als ick conde om haer voorspraecke, hulpe ende bijstant inde saecken van mijn affeirens, soo dat ick t'haerder eere en liefde ghegaen hebbe te voet naer roosebeke op den roosebeke ommeganek ten jaere 1724 ende 1725 ende 1726. 't smorgens vutgegaen ontrent den vier euren, geariveert tot roosebeke ten 7 uren en half, alsdan inde kercke gegaen, mijn devotie ghedaen, alle de missen ende diensten ghehoort die van dien tydt vorts ghedaen wierden ende achter het hooghweerdich de processie ghegaen ende naer de processie vut de kercke gegaen ontrent den twee uren ende mij op de vooijage gestelt om te commen naer huijs sonder tminste te eten nochte te drincken ende bem gearriveert tot noortschoote ontrent den ses uren na noene, alsdan hebbe met apetijt ghenomen het ontbijt ende noenemael ende ghevespereert al te saemen, dit ghedaen met plaeijsier ende met cleene pinnelicheijt, soo dat ick mij laete voorenstaen dat de ghebenedijde moeder godts mij heeft gheholpen, want ick seer subiect ande hooftpinne was als ick te lange was sonder eten. (Hs. in privaat bezit)
Woordverklaring. temtatie: bekoring. vespereren: het avondeten gebruiken. pinnelicheijt: pijn, moeite. |
|