Biekorf. Jaargang 88
(1988)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 451]
| |
Rijmkroniekdichter S. MartynEr zou ergens een berijmde kroniek bestaan over de val van de naald van de toren der Sint-Michielskerk te Roeselare, geschreven in 1735. Het is een handschrift op rijm van zo eventjes 444 versregels. Het opschrift luidt: Beschryvinghe van de hooghe en wytvermaerde naelde, de destructie derselve met een deel van de parochiale kercke van St. Michiels binnen der stede van Rousselaere, byeen vergaedert ende in rym gesteld door S. Martyn. F. De Potter (Gesch. van R., blz. 199) schrijft dat de torennaald op 19 januari 1735 afwaaide. In voetnota geeft hij enkele afmetingen op van de kerk met de verwijzing: Aent. op een oud handschrift. Werd hiermee het handschrift op rijm van S. Martyn bedoeld? Wie was deze S. Martyn? Waar is zijn rijmkroniek nu te vinden? L.V.A. | |
Vlaamse keteEen oud Zeeuws boerenerf omvatte naast het woonhuis ook nog de stal, de schuur, de bakkete, het wagenhuis, het karrekot, de aardappelkuil, de Vlaamse kete, enz. Aldus het Mededelingenblad van de Heemkundige Kring West-Zeeuws Vlaanderen (juli 1988). Waaruit bestond eigenlijk die Vlaamse kete? A.B. | |
Vlamingen in Zweden?In de Dertigjarige Oorlog (begin 17de eeuw) en in de eerste jaren van de 18de eeuw werden honderden Franse, maar vooral ook Waalse families van ambachtslui, voornamelijk uit de metaalindustrie en de wapensmederij, aangetrokken om naar Zweden te emigreren en er vooral in de oorlogsindustrie te werken. Er waren zelfs Nederlanders en Duitsers bij, katholieken zowel als protestanten. Deze emigratiebewegingen worden beschreven in een recente studie van Chr. Koninckx (Aanwerving van gekwalificeerde arbeidskrachten. Een tweede Waalse emigratiegolf naar Zweden) in ‘Arbeid in Veelvoud’ (blz. 91-97), het huldealbum aan de afscheidnemende professoren J. Craeybeckx en E. Scholliers der V.U.B. (Brussel, 1988). Zijn er ook Vlamingen onder deze Zuidnederlandse smeden, uurwerkmakers en andere vaklieden uit de metaalverwerkende sector te vinden? A.B. | |
[pagina 452]
| |
Jacob Tayaert, kanunnik van ZonnebekeDe Brugse stadsbibliotheek bezit een handschrift (nr. 473) uit het jaar 1473 ‘qui contient deux traîtés de médecine’ van de hand van Jacob Tayaert, kanunnik der abdij van Zonnebeke. Het Monasticon belge (blz. 857) weet hierover alleen deze luttele gegevens mede te delen, die geput werden uit de Catalogue des manuscrits de la ville de Bruges van A. De Poorter. Is iets meer bekend over Jacob Tayaert en het scriptorium in de abdij van Zonnebeke? A.B. | |
Koning van de wet 1550De stadsrekening van Tielt 1550-1552 schrijft volgende uitgavepost in: ghepresenteert Amant Reyniers, schouteetene, ceunynck vande wet vier cannen wyns in zyn cuenynckfeeste 2 p. 12 sch. par. Wordt hiermee driekoningenfeest bedoeld of was het verkiezen van een koning van de wet een soort aparte en misschien lokale folklore die gevolgd werd in onze oude schepenbanken? Bestaat daar verdere literatuur over? L.V.A. | |
Meisjesnaam SurinaJoos Vander Piete, schepen en poorter van Tielt, was gehuwd met ene Surina Timmerman, die stierf circa 1613. Komt die eigenaardige meisjesnaam nog ergens elders voor? A.B. | |
‘Melaetschen’ schoolmeester in Dentergem, 1784In maart 1784 deelde Jan De Clercq uit Dentergem aan de wet van de prochie mee dat hij sedert enige tijd bij hem thuis synen melaetschen soone had laten les geven en school houden. Jan De Clercq woonde op de Katteknok tussen Dentergem en Aarsele verre van de platse. Omwille van de slechte wegen kon de jonckheyd van dat kwartier, vooral in de winter de dorpsschool van Dentergem niet bezoeken. Daarom vroeg de suppliant aan de dorpsschepenbank dat het synen seer melaetschen soone zou toegelaten worden bij hem thuis schoole te mogen houden, nl. tleeren lesen inde boucken... de principe van het schryven ende... den katechismus van de kristelycke leeringhe. De wijze wethouders van Dentergem verstonden dat allemaal uitstekend en consenteerden op 13 maart 1784 dat den melaetschen soone van Jan De Clercq verder thuis bij zijn vader les gaf. (Rijksarch. Kortrijk, Scabinale, Reeks I, nr. 20, Dentergem, reg. 1783-1793, fol. 51v52r). Wat betekent hier melaetsch? V. Arickx | |
De batjesWaar is het woord batje (koopje) eigenlijk van afgeleid? L.R. |
|