Huldeboek aan Prof. Ada Deprez
Nummer 16 van Studia Germanica Gandensia is een huldeboek geworden ter ere van Ada Deprez n.a.v. haar 60ste verjaardag. Het bevat negen bijdragen over 19de eeuwse literatuurgeschiedenis, waarin de gevierde prof. Deprez sinds jaren verdienstelijk werk levert, in het bijzonder door een vernieuwende bronnenstudie (briefwisseling e.d.m.).
Twee bijdragen vragen aan ons Westvlamingen enige aandacht. Eerst de studie van Boudewijn de Leeuw over ‘Gezelles Confraternity en Jan Catulle’ (van Ingelmunster) (blz. 111-132). De auteur is in de mogelijkheid enkele details uit de baanbrekende studie die J. de Mûelenaere aan dit onderwerp wijdde verder te omschrijven, o.m. door het ontdekken van tot hiertoe onbekende briefwisseling, maar aan het totaalbeeld verandert weinig of niets.
De tweede Westvlaamse bijdrage komt eigenlijk 20 jaar te laat! Werner Waterschoot schrijft over ‘Luxe-exemplaren van de Borchgraves Gedichten 1861’ (blz. 235-245) en wist blijkbaar niet dat A. Viaene in 1968 in het huldealbum voor Jos. Delbaere (blz. 219-228) ditzelfde onderwerp reeds grondig(er) heeft aangepakt (Gedichten van de Borchgraeve van Wakken. Een vreemde tweede uitgave van 1862)...
‘Jonge krachten publikatiemogelijkheid bieden, is nog een doelstelling van Ada Deprez’ schrijven de inleiders op blz. 8. Zeer goed, maar dan moet men werkelijk iets essentieels of iets nieuws te vertellen hebben en zal men, zoals het bij een wetenschappelijk werk past, eerst onderzoeken of er over het voorgenomen onderwerp al iets bestaat en of wat men brengt wel de moeite waard is om het aan het papier toe te vertrouwen! Er verschijnt al genoeg, zonder dat men zo maar gaat publiceren omwille van de publikatie!
Studia Germanica Gandensia. Nr. 16. Huldenummer Prof. Dr. Ada Deprez aangeboden bij haar zestigste verjaardag (Gent 1988), 261 blz.
L.V.A.