De handelskamer van Kortrijk onder Napoleon
La chambre consultative des manufactures, arts et métiers de la ville de Courtrai telde in 1812 volgende bestuursleden: Mich. Dejonghe, 66 j. oud, Ign. Bekaert, 40 j., Jos. Beek, 55 j., Christ. Bisschoff, 53 j. en Ign. Devettere, 44 j. oud.
In het voorjaar van 1812 richtte de Handelskamer van Kortrijk zich tot de Ministre des Manufactures te Parijs met de vraag dat er licenties zouden toegestaan worden voor de invoer van vlaszaad uit Riga en dat ieder schip dat de havens van Duinkerke of Oostende verliet minstens een derde van zijn vracht in lijnwaad zou moeten meenemen. Bij schrijven van 7 april 1812 liet de Minister aan de prefect van ons departement weten dat beide vragen afgewezen werden (Rijksarch. Brugge, Fr. Arch., nr. 2867).
Het nijverige Kortrijk bezat toen ook een handelsrechtbank. De verzuchtingen van de handelskamer en de samenstelling van haar bestuur, allemaal zakenlui uit de wereld van de textiel, zijn een juiste weerspiegeling van de zeer aktieve en bloeiende, maar eenzijdige economische ontwikkeling van dit gewest.
A.B.