Vlaamse boer gevraagd in het Naamse 1780
In Villers-lez-Heest, 9 km ten noorden van Namen, waren in 1780 alleen Vlamingen welkom om een openstaande hoeve over te nemen, zoals blijkt uit een advertentie in de Gazette van Gend op 30 december 1779:
‘Dat' er uyt'er hand te hueren gepresenteert word een extrà schoon Pacht-hof, vierkantig gebouwd in Steen en met Schaillen gedekt, bestaende uyt ontrent 80. bunderen schoon effen en goed Zaeyland, voordsbrengende alle soorten van vruchten, gelyk in het land van Aelst, met beth 10. bunderen Meirsch, Boomgaerd ende Geweed, gelegen acht mylen boven Loven, tusschen den Brusselschen en den Lovenschen Kalsyde-weg, onder (sic) halve myle van de Stad Naemen, by het Kasteel van Vilers les Heest, waer van den Pachter in het gebruyk zal komen met half Mey 1780., zullende hun alleenelyk mogen presenteeren de Vlaemingen, den Landbouw wel kennende, vermids daer toe geene Waelen zullen geadmitteert worden. De gene, die daer toe gadinge hebben, konnen hun adresseeren aen den Notaris en Procureur Moens, woonende achter het Bisdom binnen de Stad Gend.’
Beth betekent ruim (meer dan). Boven Leuven wil niet zeggen ten noorden van Leuven, maar verder dan Leuven. Dit gebruik van het voorzetsel boven bevestigt de aangevochten stelling van J. van den Broeck en J. Smeyers in Wetenschappelijke Tijdingen, XXXVI, 1977, k. 213-220 (De Landstreke beneden de vereenigde Nederlanden).
Walen buiten in eigen gewest, daaromtrent laat de aankondiging geen twijfel bestaan. De manier waarop Vlamingen en Walen in de tekst tegenover elkaar zijn geplaatst doet vermoeden dat hier onder Vlamingen ook de Nederlandstalige Brabanders en Luikenaren zijn begrepen. Normaal had ‘Vlaming’ in die tijd enkel betrekking op inwoners van het graafschap Vlaanderen.
En... meteen een overtuigend bewijs dat de Vlaamse landbouw (l'agriculture flamande!) ook buiten Vlaanderen hoog gewaardeerd werd!
J. Huyghebaert