Biekorf. Jaargang 87
(1987)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
Drukker-uitgever Georges Beyaert uit KortrijkGeorges (Joris) Vincent Eugène Louis Beyaert zag het levenslicht te Kortrijk op 21 mei 1856Ga naar voetnoot(1). Hij was de enige zoon geboren uit het huwelijk van Eugène (Roeselare 1810-Kortrijk 1879) en Hortense Deljoutte (Brugge 1818-Kortrijk 1896)Ga naar voetnoot(2). Toen Eugène in 1879 overleed, nam de 23-jarige Georges de drukkerij en boekhandel van zijn vader over. Na Louis en Eugène trad met Georges de derde generatie Beyaerts de drukkerswereld binnenGa naar voetnoot(3). Op 1 augustus 1883 werd de zaak van de Grote Markt, nr. 45 naar de Jan Palfijnstraat, nr. 18 overgebracht. De drukkerij bleef dus in het stadscentrum gevestigd. Als firmanaam werd tot in de twintigste eeuw ‘Eugène Beyaert’ gebruikt.
Georges Beyaert blijkt een voorspoedig drukkersbedrijf te hebben uitgebaat. Dat Georges geen slechte zaken deed, kon opgemaakt worden uit zijn hoog belastingscijferGa naar voetnoot(4). Ook het feit dat het gezin steeds enkele inwonende dienstmeisjes tewerkstelde, wijst erop dat de familie tot de welgestelde klasse behoordeGa naar voetnoot(5).
G. Beyaert was in Kortrijk vooral bekend als drukker-uitgever van katholieke kranten of bladen: de Gazette van Kortrijk (1876-1914), de Courrier de Courtrai et de l'Arrondissement (1876-1882), het Gildeblad der Ambachten, Neringen en Nijverheden van Kortrijk (1891-1907), De Kouter (1900-1902) | |
[pagina 96]
| |
en Vlasnijverheid en Landbouw (1892-1914)Ga naar voetnoot(6). Regelmatig kreeg hij ook opdrachten van het Kortrijkse stadsbestuur. Voorts drukte hij verschillende werken en gedichten van Guido Gezelle en Pieter Theodoor SevensGa naar voetnoot(7). Ook een tweede uitgave van De Bo's Westvlaamsch Idioticon kwam bij hem van de persGa naar voetnoot(8). Wie een meer volledig overzicht wil verkrijgen van de productie van deze drukker, raadpleegt best de Catalogus van het fonds Joseph de BéthuneGa naar voetnoot(9).
Naast zijn drukke beroepsbezigheden ontplooide G. Beyaert nog diverse nevenactiviteiten. Eind 1878 werd hij tot stadsbibliothecaris van Kortrijk benoemd door het (katholiek) stadsbestuurGa naar voetnoot(10). In 1881 werd hij ‘boekbewaarder’ van de plaatselijke DavidsfondsafdelingGa naar voetnoot(11). Van 1891 tot 1895 was hij lid van de ‘Gilde van Ambachten, Neringen en Nijverheden van Kortrijk’. Rond de eeuwwissseling maakte hij deel uit van een comitee dat ijverde voor de oprichting van een gedenkteken voor Guido Gezelle te KortrijkGa naar voetnoot(12). Van Georges Beyaert verschenen ook vermoedelijk enkele korte bijdragen in het tijdschrift BiekorfGa naar voetnoot(13).
Tenslotte was G. Beyaert ook nog echtgenoot en huisvader. Op 25 juli 1888 trad hij in het huwelijk met Marie Vanlerberghe (geboren te Wervik in 1863). Samen wonnen ze 7 kinderen.
Georges Beyaert overleed te Kortrijk op 27 december 1904 na een kortstondige ziekte. Hij was 48 jaar oud. Met hem verloor Kortrijk een dynamische en markante persoonlijkheid. De onderneming werd door zijn weduwe voortgezet. P. Maes |
|