Op zoek naar oude aard- en hemelglobes
In de eerste helft van de 16de eeuw vormde de universiteit van Leuven het centrum van de wetenschappelijke en kartografische traditie in de toenmalige Nederlanden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist in Leuven de eerste globes gemaakt werden, en dat in de totale Nederlandse globeproduktie het aandeel van de Zuidelijke Nederlanden niet gering was.
Over het aantal in België aanwezige globes, hun herkomst en hun huidige lokalisatie zijn lang niet alle gegevens bekend. Daarom loopt momenteel aan de K.U. Leuven een onderzoek naar oude aard- en hemelglobes die zich op dit ogenblik in ons land bevinden, onafgezien van hun herkomst. Waarom echter die plotse belangstelling voor dergelijke wetenschappelijke voorwerpen?
Sinds haar oprichting (Wenen, 1952) streeft het ‘Internationale Coronelli-Gesellschaft für Globen- und Instrumentenkunde’ ernaar de studie van oude globes te bevorderen, om aldus te komen tot een volledige inventarisatie per land. Oostenrijk publiceerde als eerste een dergelijk overzicht, spoedig gevolgd door tal van andere Europese landen, waaronder Zweden, Denemarken, Frankrijk en Nederland.
Wat ons land betreft, publiceerde W. Lemoine in ‘Inventaire des Instruments scientifiques conservés en Belgique’ (Brussel, 1959) een kort overzicht van 24 globes. Afgezien van dit werk bestonden er tot dusver boeken noch artikels waarin één of meerdere Belgische globes besproken werden. Daarom startte de K.U. Leuven in 1982 met een grondige inventarisatie, onder leiding van Prof. Dr. F. Depuydt, hoofd van de Dienst Kartografie. Door middel van een enquête konden toen een vijftigtal interessante aard- en hemelglobes en globesegmenten uit de periode vóór 1850 gelokaliseerd worden. Binnen het kader van de door G. Hennebert uitgewerkte eindverhandeling was het echter onmogelijk deze inventarisatie te voltooien. Om deze reden, en gelet op de noodgedwongen onvolledigheid van vrijwel elke enquête, maar vooral omwille van de - tot nog toe - hoopgevende resultaten, wordt thans dit werk verdergezet.
Aangezien lang niet alle particulieren en instellingen, die mogelijkerwijze in het bezit zouden zijn van een aard- of hemelglobe, persoonlijk werden aangeschreven, richt de K.U. Leuven zich langs deze weg tot eenieder die denkt over enig materiaal te beschikken dat voor deze studie in aanmerking komt. De aandacht van de kartografische dienst gaat op de eerste plaats uit naar aard- en hemelglobes die vóór 1900 vervaardigd werden, ongeacht hun huidige staat. Ook armillaria, dit zijn geheel uit ringen bestaande hemelglobes, en de nog niet op bol gemonteerde segmenten, komen in aanmerking, evenals kunst- of gebruiksvoorwerpen in globevorm.
Gelet op de bijzonder grote waarde van deze wetenschappelijke voorwerpen, wordt alle aandacht geschonken aan elke wens tot discretie. Zij die reeds hun medewerking verleenden, en die we daarvoor oprecht willen danken, konden rekenen op volstrekte anonimiteit. Daarom worden ook nu, indien gewenst, de naam van de eigenaar en de lokalisatie van de globe, strikt geheim gehouden.