Biografisch woordenboek, deel 11
Ook in deel 11 van het Nationaal Biografisch Woordenboek, een uitgave van de Koninklijke Academiën van Belgie, is speciaal West-Vlaanderen goed vertegenwoordigd met enkele belangrijke bijdragen over vooraanstaande Vlamingen.
Als we ons beperken tot de beroemdste namen uit onze oude historie, dan moeten we de indringende studies vermelden over Adriaen Willaert (I. Bossuyt), Hubrecht Goltzius (W. Le Loup), Jan Palfijn (A. Delva) en Karel Van Mander (W. Waterschoot).
Geleerden, missionarissen, politici, literatoren uit de vorige eeuw, wier naam in West-Vlaanderen een goede en bekende klank heeft, werden voortreffelijk behandeld: Frans Donaat Van Daele en Alexander Rodenbach (J. Huyghebaert), Edward Gailliard (W. Rombauts), Albin Van Hoonacker (F. Neyrinck), Emiel Lauwers (J. Van Laere en G. De Smet), Karel de Gheldere (R Seys), Constant Lievens (O. Tanghe), Hubert van Houtte (C. Wyffels), Jacques Goethals-Vercruysse (N. Maddens), Ferdinand Snellaert (A. Deprez) René De Clercq (K. Hulpiau) en zovele anderen, te lang om op te sommen.
Figuren die amper aan de einder verdwenen zijn, maar reeds in de geschiedenis zijn getreden, ontbreken niet: Leon Bekaert (L. Kympers), Albert De Clerck (F. Germonprez), Jan De Cuyper (N. Maddens). Een primeur is ongetwijfeld het verschijnen van een Frans-Vlaming van ‘over de schreve’: Louis De Baecker (P. Brachin). Het getuigt van een visie op ons verleden die wij maar kunnen toejuichen.
Het Nationaal Biografisch Woordenboek is inmiddels uitgegroeid tot een onmisbaar werkinstrument dat in geen enkele bibliotheek kan ontbreken.
A.B.