Biekorf. Jaargang 86
(1986)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 410]
| |
Duur van loterij te Rijsel, door geheime raad vastgelegd (1560)Het is bij velen welbekend dat allerhande octrooien, heffingen, taksen en belastingen tijdens het Ancien Régime vooraf moesten worden onderworpen aan bepaalde procedures teneinde de rechten van de vorst te vrijwaren. Bij de totstandkoming en de opbouw van de centrale monarchale staat in de zestiende eeuw werd er, meer nog dan vroeger, op gelet dat voor vele regionale en lokale financiële innovaties of transacties de toelating van Karel V of van Filips II voorhanden was. Die toestemming van de vorst - of van de centrale instellingen te Brussel - was ook vereist bij het inrichten van de vele zestiende eeuwse loterijen. De Geheime Raad speelde daarbij vaak een regulerende rol. Dit blijkt ook uit het hiernavolgend voorbeeld betreffende een loterij in Rijsel, de grootste franstalige stad van het toenmalige Vlaanderen. De Rijselse ‘vraag’ werd gecontesteerd door het stadsbestuur van het Henegouwse stadje BincheGa naar voetnoot(1).
De vraag tot bevestiging van het houden van een loterij ging uit van de directie van een weeshuis bij Rijsel; in het rekwest, ingediend bij de Brusselse Geheime Raad door les maistres et gouverneurs de la maison des enffans orphelins que l'on dit de la Grange lez la ville de Lille wordt vermeld dat op 28 november 1553 door wijlen Keizer Karel een octrooi werd verleend de povoir ériger une lotterye pour subvenir à l'érection des chapelle, maison et mansion nouvelle pour lesdits enffans, à la faire et ériger ung an après l'expiration de toutes autres semblables lotteryesGa naar voetnoot(2). De weesmeesters hadden dus in 1553 een octrooi verkregen waarvan de opbrengst moest dienen voor de bouw van kapel en weeshuisinrichting op voorwaarde nochtans dat alle gelijkaardige loterijen gedurende een jaar al zouden zijn afgelopen, uiteraard om concurrentie in de verkoop van loten tegen te gaan. | |
[pagina 411]
| |
Blijkbaar knelde het schoentje bij dit laatste aspect want in Brussel was tegen het aan Rijsel toegekende octrooi verzet aangetekend door les jurez et conseil de la ville de Byns. De nieuwe uitspraak van de Brusselse Geheime Raad op 18 december 1560 was echter positief voor het Rijselse weeshuis. Koning Filips II - in feite de raadsheren van de Geheime Raad - besliste toen immers dat de Rijselse weesmeesters hun loterij mochten houden, niettegenstaande dus de protesten van het stadsbestuur van Binche. Als bijkomende voorwaarde echter werd gestipuleerd dat de trekking van de loterij moest beëindigd zijn vóór 1 oktober 1561Ga naar voetnoot(3).
Door deze laatste regeling kreeg het weeshuis dus nog een klein jaar de tijd om de eigen loterij een normaal en hopelijk succesvol verloop te verzekerenGa naar voetnoot(4). In ieder geval werd Rijsel in de volgende decennia gespaard van de meeste opstandsperikelen. Rijsel werd de belangrijkste Contra-reformatorisch uitgebouwde franstalige stad in Vlaanderen, althans tot aan de verovering door Lodewijk XIV, in de tweede helft van de zeventiende eeuwGa naar voetnoot(5). En wie kon toen al voorzien dat loterijen allerhande tot in onze huidige tijd zo'n attractieve geschiedenis zouden doorlopen? M. Baelde Spit hebben op iets |
|