Heel Izegem in een band
Sinds een kwarteeuw spant de heemkundige kring Ten Mandere te Izegem zich in om het verleden van boos Izegem uit de doeken te doen.
Als een zilveren feestgeschenk heeft de nieuwe voorzitter van Ten Mandere, Jean-Marie Lermyte, bijgestaan door 11 medewerkers een volumineus boek naar voor gebracht: ‘Geschiedenis van Izegem’. Een stadsgeschiedenis kan moeilijk door één man verslagen worden, maar de hoofdredacteur nam toch het leeuwenaandeel der opstellen en de redactie voor zijn rekening.
Is het een geslaagd boek geworden? Kleine schoonheidsfoutjes zijn overal te vinden; ook hier (Aishove hing niet af van de Burg van Brugge, maar van Oudenaarde, blz. 71, enz.) maar het is een goed boek geworden, accuraat en verzorgd naar vorm en inhoud.
Ongetwijfeld ligt het zwaartepunt in de moderne tijden, toen Izegem de stad van de borstels en de schoenen werd. De gegevens van vóór de Franse Tijd zijn minder volledig en vragen duidelijk om verder en intens doorgedreven archiefonderzoek.
De moderne periode (Franse Tijd - nu) beslaat meer dan 4/5de van de totale inhoud en dit is maar goed ook. Zelfs de naoorlogse tijd (repressie, koningskwestie, politiek geharrewar, enz.) wordt onbevangen besproken en genoemd met ‘man en paard’. Voorwaar een unicum en een primeur!
De geschiedenis van Izegem zal zonder moeite haar weg vinden. Ze zal aansporen tot verdere studie en tevens voor vele jaren het basiswerk blijven waar alle latere publikaties naar zullen verwijzen en op zullen steunen. Een verzorgde bibliografie, tabellen en voetnoten en vele afbeeldingen, maken dat dit werk dat vloeiend leest, tevens een voornaam studieboek is geworden en alles bij mekaar een beste meevaller is.
A.B.
J.-M. LERMYTE, Geschiedenis van Izegem (Ten Mandere, Izegem, 1985), 652 blz., ill., krtn.