Biekorf. Jaargang 85
(1985)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Brugse drukkers Bogaert
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nochtans is een meer preciese kennis wenselijk, teneinde een aantal ongedateerde drukwerken juister te situeren, de werkzaamheden van naast mekaar werkende drukkerijen nauwkeuriger te kunnen nagaan en een beter begrip te krijgen in de op het eerste gezicht soms wat verwarrende elementen die over de Bogaerts naar voren komen. In de ‘verzuilde’ negentiende eeuw is het belangrijk de familiale en sociale bindingen van een drukker in relatie te brengen met de produkties van zijn atelier. Hiervoor moet men de drukker als familielid en in zijn relatiekring situeren, waaruit meteen veel over zijn beroepsactiviteiten en over de maatschappelijke en politieke rol die hij gespeeld heeft, duidelijker wordt.
De Bogaerts zijn voor de geschiedenis van het 19de eeuwse Brugge belangrijk genoeg om ze aan zulk onderzoek te onderwerpen.
We zullen dit hierna doen wat betreft hun familiale en biografische gegevens.
Het eerste hoofdstuk behandelt Joseph Bogaert, zijn zoon Jan, Frans en zijn kleinzoon Jules.
Het tweede, de oudste zoon van Joseph, Daniel Bogaert-Dumortier, diens zoon Alfons en kleinzoon LeonGa naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kan hebben gehad met een Jacques Bogaert die, volgens Visart, in 1754 octrooi als drukker verkreeg.
Ook volgens Visart, die hiervoor echter geen bronnen geeft, zou Joseph Bogaert het drukkersvak geleerd hebben bij de Brugse drukker Pieter De SloovereGa naar voetnoot(4).
De Sloovere overleed op 8 december 1767: Joseph Bogaert was toen 15 jaar, zodat het slechts om een beginopleiding gegaan kan zijn. Hij kan natuurlijk in het atelier zijn blijven doorwerken, eerst onder leiding van de weduwe De Sloovere, en weldra onder die van de nieuwe echtgenoot Joseph De BusscherGa naar voetnoot(5).
Op twintigjarige leeftijd, namelijk op 9 april 1772, zou hij octrooi verkregen hebben om zich als zelfstandig drukker te vestigen. Dit blijkt althans uit een rapport dat door de Franse overheid in juni 1810 werd opgesteld en dat, gelet op de juistheid van de controleerbare gegevens die er in te lezen staan over andere Brugse drukkers, betrouwbaar lijktGa naar voetnoot(6).
Werd dit octrooi verleend voor een drukkerij in Brugge of voor werking in een andere stad, bv. Brussel? Het is in ieder geval zeker dat Joseph Bogaert enkele jaren (wellicht vanaf 1772) in Brussel gewoond en gewerkt heeft.
Dat hij er heeft gewoond, wordt aangetoond door het feit dat hij er trouwde met Marie Madeleine Denies, geboren in Oudergem-Watermaal bij Brussel op 13 augustus 1748, als dochter van Daniel Denies en Marie Anne VoetsGa naar voetnoot(7). Zijn zoons, Daniel en Jan Frans, die we hierna als drukkers zullen ontmoeten, werden in Brussel geboren in 1777 en 1779.
En dat Bogaert inderdaad als drukker in Brussel had gewerkt, was men bij zijn afsterven veertig jaar later, nog niet vergeten. Dit blijkt uit één der huldezangen die bij zijn overlijden werden opgesteld: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘...en door zijn neerstigheyd, Met 't schoon der Boekdrukkunst zijn aerdsch geluk bereyd. Te Brussel zag men hem, door kundigheyd verheffen, want hij, in dit beroep, wist 't keurwit recht te treffen’Ga naar voetnoot(8). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vestiging in Brugge en kinderrijk gezin.In het begin van de jaren tachtig, ten laatste in 1783, kwam Bogaert zich (opnieuw?) in Brugge vestigen. Hij was toen vooraan in de dertig. 1783 is als beginjaar waarschijnlijk, omdat we een drukwerkje van Bogaert (een pamflet door Bernardus Detert) kunnen situeren tegen het einde van dat jaar, terwijl anderzijds de eerste Brugse geboorte in het kinderrijke gezin Bogaert op 18 juni 1784 plaatsvond.
Bogaert woonde aanvankelijk ‘op d'oude Beurze, bij d'Academie’, begin van 1787 verhuisde hij naar de St.-Jakobstraat, in het voorjaar van 1791 vestigde hij zich op de Grote Markt en in 1795 trok hij naar de Kuipersstraat E2-59 (thans nr. 27), waar hij bleef wonen tot aan zijn doodGa naar voetnoot(9).
Het echtpaar Bogaert-Denies had negen kinderen. Over Daniel en Jan-Frans, beiden in Brussel geboren, resp. in 1777 en 1779, zullen we het hierna nog uitgebreid hebben. We geven hier enkele gegevens over de zeven andere kinderen.
Emmanuel Antoine Bogaert werd in Brugge geboren op 18 juni 1784Ga naar voetnoot(10). Hij volgde de lessen aan de ‘Ecole centrale’ in Brugge, waar hij in het jaar VIII en IX de tweede prijs voor oude talen verwierf en daarbij in het jaar VIII de prijs voor figuurtekenen en in het jaar IX de eerste prijs voor tekenen behaalde. Hij vertrok in 1808 naar Parijs, ongetwijfeld om er zich in het schilderen te vervolmakenGa naar voetnoot(11). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij trouwde er met Jeanne Itiez (oVersailles 1792). Nadien vestigde hij zich in Doornik, waar hij directeur van de Academie voor tekenkunst werd. In januari 1820 kwam hij naar Brugge wonen in de Steenstraat D22-4, waar hij met zijn vrouw een ‘magasin de modes et nouveautés’ hield en tevens een privé-school voor tekenen en schilderen opende. In 1819 was Bogaert lid geworden van de Koninklijke Maatschappij voor Schone Kunsten in Gent. Dit was misschien de aanleiding om al in augustus 1820 Brugge te verlaten en zich in Gent te gaan vestigenGa naar voetnoot(12).
Marie Catherine Bogaert werd geboren op 1 januari 1786Ga naar voetnoot(13). Zij bleef ongehuwd en overleed in Brugge op 26 maart 1865.
Catherine Josepha Johanna Bogaert werd geboren op 6 februari 1787Ga naar voetnoot(14). Zij trouwde in 1818 met de negen jaar jongere François Leopold Bourguignon, fabrikant van wol. Het echtpaar woonde in de Zilverstraat, waar zij in 1822 en 1826 doodgeboren kinderen ter wereld bracht. Ze stierf op 5 januari 1827.
Amand Charles Bogaert werd in Brugge geboren op 19 oktober 1788Ga naar voetnoot(15). Hij trouwde op 24 november 1823 met Pauline Sophie Gabriels uit Gent. Hij was 35 jaar, zij was er 22. Bogaert had op de Markt een tabakszaak en werkte ook als miniatuurschilder en schilderGa naar voetnoot(16). Bij zijn overlijden op 14 juni 1855 leefde hij feitelijk gescheiden van zijn echtgenote, die naar Brussel was gaan wonen. Hun zoon, Edmond Bogaert (o1828), was beambte bij de spoorweg in BruggeGa naar voetnoot(17). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Colette Beatrice Isabelle Bogaert werd in Brugge geboren op 18 mei 1790Ga naar voetnoot(18) en huwde in 1825 met de vijftien jaar jongere drukker en boekhandelaar François De Laere (1805-1840). Ze dreven hun handel aan de Rozenhoedkaai vanaf 1830 en na het vroegtijdig overlijden van de echtgenoot zette zij de handel verder, weldra naar de Katelijnestraat verhuizend. Zij overleed in 1855 en was toen als rentenierster gehuisvest in de Smedenstraat.
Charles Joseph Bogaert werd te Brugge geboren op 8 december 1791Ga naar voetnoot(19). Toen hij 18 jaar was, werd hij gevangen genomen in SchotlandGa naar voetnoot(20). Was hij wellicht in het Franse leger ingelijfd? Later werd hij ‘bouwmeester’, aannemer-architect. Hij trouwde in 1816 met de in Brugge wonende Engelse Mary Hands (geboren in Oxford 22 mei 1796).
Aanvankelijk woonden ze in de Witte-Leertouwersstraat, maar rond 1830 verhuisden ze naar St-Pieters-op-de-Dijk. Bogaert was ondertussen handelaar en reder geworden.
In 1840 liet hij op de scheepswerf Van Antoine De Jaegere zijn 190 ton metend schip ‘De Nyverheyd’ grondig vernieuwenGa naar voetnoot(21).
Nadat zijn vrouw op 16 december 1835 overleden was trad hij op 17 oktober 1838 in tweede huwelijk met de Engelse Sophie Abbott (geboren in Londen 13 maart 1813), dochter van John Abbott, die in Brugge was komen rentenieren.
Bij zijn overlijden in Brugge op 5 mei 1875 in zijn woning, Wulfhagestraat 56, was hij weduwnaar en werd hij door zijn zoon William Bogaert, ingenieur in Londen, aangegeven als ‘ex-officer du génie, ancien armateur et entrepreneur’Ga naar voetnoot(22).
Omstreeks 1914 - wellicht ook nog later - woonden nakomelingen van Charles Bogaert op een kasteeltje te Sint-Andries en werden gerepertorieerd als leden van de Engelse kolonie in onze stadGa naar voetnoot(23). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marie Anne Caroline Bogaert werd in Brugge geboren op 26 januari 1794Ga naar voetnoot(24). Zij bleef ongehuwd en overleed als rentenierster te Brugge in 1838, 44 jaar oud.
De vaststelling dat Joseph Bogaert een kinderrijk gezin moest opvoeden, kan wellicht enige uitleg geven voor het feit dat hij in de revolutietijd voor tegengestelde strekkingen drukte. Men moest toch leven.
Het is anderzijds opvallend hoeveel bekende Brugse namen onder de peters en meters van de kinderen Bogaert voorkomen.
Onder hen vinden we de publicisten Franciscus Van Zandycke, Patrice Beaucourt de Noortvelde en de echtgenote van Bernardus Detert. Naast hen enkele vooraanstaanden uit de rederijkerskringen: Pieter Alleweireldt, Carolus De Net en diens echtgenote Isabella Ryelandt, Emmanuel Boonaert, Franciscus Haenecaert en Carolus Van Heerswingels. Drukker Bogaert behoorde duidelijk tot een kring die verdere ontleding verdient, waarbij beroeps- en vriendschapsrelaties samen liepen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kunstverzamelaarVoor een betere kennismaking met Joseph Bogaert weiden we hierna uit over de belangrijke schilderijenverzameling die hij wist aan te leggen.
We kennen de samenstelling van deze verzameling dank zij de catalogus die door zijn zoon werd gedrukt: ‘Catalogue d'une belle collection de tableaux receuillie en nombre d'années par feu Monsieur Joseph Bogaert, en son vivant imprimeur-libraire, à Bruges, dont la vente se fera publiquement aux plus offrans et dernier enchérisseur, dans la maison mortuaire, rue des Tonneliers no 16, en argent des Pays-Bas, par De Franco-De Brueck, agent d'affaires, payable en trois mois, avec augmentation de dix cents par florin, chez ledit De Franco-De Breuck, rue de Laine o 18, le mardi 18 septembre 1821, le | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
matin à dix et l'après-diné à deux heures et demie précises’Ga naar voetnoot(25).
In volle Hollandse tijd werd de verkoop van de kunstverzameling van deze voorvechter van de volkstaal en uitgever van de ‘Gazette van Brugge’ in het Frans aangekondigd, wat erop wijst dat men de belangstelliung van een ruime kring verzamelaars wilde opwekken, ook en misschien vooral buiten Brugge. De verzameling was inderdaad deze belangstelling waard.
In totaal bestond ze uit 83 schilderijen op doek, 52 op hout, 3 op koper en 2 op perkament.
Van 68 werken werd de naam van de schilder aangegeven, van 20 werken werd gemeld dat ze ‘naar’ of ‘in de trant van’ een bekende meester waren geschilderd en bij 72 werken werd geen meester gemeld. We mogen dus aannemen dat de catalogus ernstig was opgesteld, zonder bedoeling de werken door dubieuze toeschrijvingen in waarde te doen stijgen. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat alle toeschrijvingen van toen op vandaag nog de test van de historische kritiek zouden doorstaan.
Vanuit onze huidige waardenschaal zouden we als topwerken in deze verzameling, ongetwijfeld de volgende noteren: Maria Magdalena stervend en een Kruisafneming door A. Van Dyck - Christus te Emmaüs - door Caravaggio - Kluizenaar in Meditatie in een grot door Rembrandt - Landschap met pelgrims door H. Memlinc - Godenfestijn door Jordaens - Berglandschap met figuren door Poussin - Winterlandschap door Breughel - Bloemenkrans door Breughel (wellicht de fluwelen Breughel) - Zelfportret door Jan van Eyck.
Afgezien van de vraag of kunsthistorici in elk van deze werken een authentiek en aanwijsbaar werk zullen herkennen, is het niet zeker dat de tijdgenoten deze panelen of doeken hoger schatten dan de andere werken die tot de verzameling behoorden.
In deze zeer eclectisch samengestelde verzameling, zowel wat de onderwerpen als wat de periode en de herkomst van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de werken betreft, waren de Brugse schilders niet behoorlijk vertegenwoordigd.
Behalve de geciteerde werken van Memlinc en Van Eyck, bezat Bogaert van Frans Pourbus (1545-1581) een 1574 gedateerde Gekruisigde Christus tussen de twee moordenaars, van Jacob van Oost de Oude (1603-1671) een David met het hoofd van GoliathGa naar voetnoot(26), een Christus en een Zoon van Oost tokkelt op de mandolineGa naar voetnoot(27), van Jakob van Oost (1639-1713) een Sint-Pieter, een Walvisvangst en een Veldslag vóór Antwerpen, van Jan B. Herregodts (1640-1721) een Ongeschoeide Karmeliet in aanbidding voor het kind Jezus, van Dominique Nollet (1640-1736) een Turk met koopvrouw, van Lodewijk De Deyster (1656-1711) een Landschap en tenslotte van de Brugse eigentijdse hofschilder Jozef Ducq (1762-1829) een Koning David aan wie een slaaf wordt aangeboden en een Lot en zijn dochters. Van de werken van Ducq werd in de catalogus speciaal vermeld dat prins Eugène de Beauharnais, die in 1810 tot het gevolg van Napoleon behoorde bij zijn bezoek aan Brugge, tevergeefs had aangeboden ze te kopen.
Een paar opvallende Brugse namen ontbraken, zoals die van J.B. van Meuninxhoven, van Mathias de Visch, van Jan Garemyn, van Ledoulx, van Suvée, van Odevaere. Maar dit neemt niet weg dat de schilders uit eigen stad ruim aanwezig waren: dit was niet altijd het geval in Brugse privé-verzamelingen van die tijd.
De opheffing van vele kloosters en instellingen, zowel op het einde van de Oostenrijkse tijd als tijdens de Franse tijd, had onvermijdelijk talrijke kunstwerken op de markt gebracht en Bogaert, zoals anderen, zal hiervan geprofiteerd hebben om tegen betaalbare prijzen een verzameling op te bouwen.
We verwijzen naar de bijlage, waarin wij de werken volgens onderwerp hebben gecatalogeerd met opgave van de schildernamen zoals ze in de catalogus vermeld werden. Hiermee zal men een duidelijk beeld hebben van wat een Brugse kunstliefhebber in het begin van de 19de eeuw op één generatie kon verwerven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het onroerend bezit.Bij het overlijden van Bogaert in 1820 werd de kunstverzameling samen met alle andere mobilaire goederen en de hele drukkerij, het bezit van de weduwe Bogaert. Er werd bij de verdeling van de nalatenschap uitdrukkelijk vermeld dat dit in tegenstrijd was met de wetten van het koninkrijk, die slechts de helft aan de weduwe toewezen, maar dat voor deze successie de oude ‘costuymen’ van Brabant werden gevolgd, aangezien het echtpaar een contract onder deze Ancien Regime-wetgeving had afgesloten.
Bogaert had ook een niet onaardig onroerend bezit verworven. Naast het woonhuis en de drukkerij in de Kuipersstraat bezat hij de eigendommen Grote Markt 33, Geernaartstraat 3, Eiermarkt 35 en een huis in de Mariastraat. Hij bezat eveneens een buitenverblijf met grote tuin en een hofstede te Sint-AndriesGa naar voetnoot(28). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Frans Bogaert.Vanaf januari 1795 verscheen op de drukwerken van Joseph Bogaert de vermelding ‘J. Bogaert en Zoon’. Wellicht ging het aanvankelijk om de oudste zoon Daniel, die in 1795 18 jaar was, maar die weldra zijn eigen zaak zou oprichten.
Het was de tweede zoon, Jan Frans, die de drukkerij van zijn vader zou overnemen
Jan Frans Bogaert werd in Brussel geboren op 8 december 1779 en overleed in Brugge op 13 augustus 1844.
Tot aan het overlijden van zijn vader in 1820 werkte hij met hem samen. Einde 1820 - begin 1821 werd gedrukt onder de benaming ‘Weduwe Bogaert en zoon’.
Vanaf mei 1821 gaf Jan Frans Bogaert op eigen naam uit, op hetzelfde adres als zijn vader, Kuipersstraat E2-59.
Johannes Bogaert was naast boekdrukker, boekverkoper en uitgever van de ‘Gazette van Brugge’, ook griffier van het vredegerecht. Er worde aan herinnerd dat dit toen nog een zelfstandig beroep was, waarvan het statuut vergelijkbaar was met dat van pleitbezorger en notaris. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij had dit ambt wellicht te danken aan zijn huwelijk in 1811 met Anna Verhaeghe (Brugge 20 maart 1784 - 4 maart 1822), dochter van griffier bij de rechtbank van eerste aanleg Franciscus Johannes Verhaeghe, en zuster van de griffier bij het vredegerecht Franciscus Thomas Verhaeghe (Brugge 21 december 1782 - 17 april 1846) die later vrederechter en gemeenteraadslid van Brugge zou worden.
In de jaren 1821-24 werd als drukkersnaam J.F. Bogaert-Verhaeghe gemeld.
In 1825 trad Bogaert in tweede huwelijk met Theresia Selosse (Brugge 20 juli 1802 - 3 september 1842). Hij drukte voortaan onder zijn eigen naam, zonder er die van zijn tweede vrouw aan toe te voegen.
Over Jan Frans Bogaert is tot hiertoe nagenoeg niets gepubliceerd. Zijn activiteiten als drukker en krantenuitgever, en zijn militante werkzaamheden vooral in de Hollandse tijd, zowel in de rederijkersmiddens als in de ‘Koninklijke Maatschappij voor Vaderlandsche Taal en Letterkunde’, verdienen nochtans een betere kennismaking. Hoe hij in 1830 de delicate bocht nam van ‘Hollander’ naar ‘Belg’ is eveneens een verder onderzoek waard.
Jan Frans Bogaert had een dochter uit het eerste huwelijk, Hortense Bogaert (Brugge 26 september 1811 - Pervyse 1 januari 1892). Zij huwde met apotheker Désiré Duclos, en was de moeder van de Brugse historicus en publicist kanunnik Adolf Duclos (1841-1925).
Uit het tweede huwelijk had hij o.m. een dochter, Clementine Bogaert (Brugge 24 juli 1831 - 16 december 1896) die in 1851 huwde met de meester-uurwerkmaker Jean Storie (o Brugge 20 mei 1819).
Een dochter uit dit huwelijk, Marie Storie (1855-1899) huwde met de Brugse uitgever Karel Beyaert (1848-1922), zodat ook de verschillende daaropvolgende Brugse drukkers en uitgevers Beyaert van Joseph en Jan Frans Bogaert afstammenGa naar voetnoot(29). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is interessant te noteren dat deze familietak in de 19de en 20ste eeuw evolueerde of zich bevestigde in katholieke zin en ook in Vlaamsvoelende en taalparticularistische richting. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jules BogaertVanaf 1842 vermeldden de drukwerken ‘J. Fr. Bogaert en Zoon’, wat er op wees dat de zoon van Jan Frans Bogaert en Theresia Selosse de aflossing zou verzekeren, hoewel hij toen amper 15 jaar was.
Na het overlijden van zijn moeder in 1842 en van zijn vader in 1844 bleef Jules Bogaert als wees achter: hij was 17 jaar en had nog drie jongere zusjes, Clementine 13 jaar (die met J. Storie zou huwen), Emma 8 jaar (die in 1866 met de Ichtegemse notaris Theodoor Toortelboom zou huwen) en Valerie 6 jaar.
Het is duidelijk dat het verder zetten van de drukkerij en het uitgeven van de krant niet op Jules Bogaert kon rusten, ook al verscheen het bericht in de ‘Gazette van Brugge’ van 14 augustus 1844 dat het de minderjarige kinderen waren die de zaak verder zouden zetten en ook al berichtte de krant op 11 oktober 1844 dat Jules Bogaert voortaan de drukkerij en uitgeverij voor eigen rekening verder uitbaatte.
Tussen augustus en oktober 1844 was de jonge man waarschijnlijk wettelijk geëmancipeerd, maar het lijkt nogal voor de hand liggend dat hij in zijn werkzaamheden gesteund werd door zijn toeziende voogden, in de eerste plaats door het echtpaar Désiré Duclos-Bogaert.
Vanaf begin 1844 was de toon in de krant heel wat radicaler geworden: men mag aannemen dat Jan Frans Bogaert verplicht was geweest zich voor de redactie door iemand te laten vervangen, aangezien hij in augustus van dat jaar zou sterven ‘na een langdurige en pijnlijke ziekte’.
Wie was die redacteur? We konden zijn naam vooralsnog niet achterhalen. Het is waarschijnlijk dat dezelfde redacteur ook voor de jonge Jules Bogaert werkte.
De bedoeling bestond om de zaak op peil te houden: men vroeg een bijkomende drukkersgast en een dienstmeid (GvBr. 21 aug. 1844), men verzekerde ‘de drukkerij meer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en meer uit te breiden’ (GvBr. 14 aug. 1844), en er over te waken dat ‘geen verhindering noch vertraging’ zou voorkomen, noch in het drukwerk, noch in de uitgave van het blad (GvBr. 11 okt. 1844).
In dezelfde lijn van inspanningen mag wellicht de verhuis naar de Grote Markt E1-95 gezien worden, die aan de boekhandel en papeterie een betere ligging gaf.
De goede bedoelingen bleken evenwel niet houdbaar. Misschien was Jules Bogaert zelf onvoldoende geïnteresseerd of niet bekwaam om de zaak verder te leiden, terwijl ook de verdeling van de nalatenschap voor problemen kan gezorgd hebben. Begin december 1845 was de jonge man geen eigenaar meer van de drukkerij en krantentitel: Louis Bernard Herreboudt (1803-1874) had beide aangekocht en overgebracht op het adres Eiermarkt E2-78. Begin januari 1846 verhuisde het gezin Herreboudt-Joos van de Korte Vuldersstraat C3-18 naar de Eiermarkt E2-77.
Een paar weken later werd aan Jules Bogaert een certificaat overhandigd door de stad, waarmee hij zich kon aanmelden voor inlijving in het le linieregiment. De militaire dienst verliep niet rimpelloos, want een kantschrift in de Brugse bevolkingsboeken op het adres Kuipersstraat E2-59 vermeldt dat hij op 12 september 1846 door de krijgsraad veroordeeld werd.
Ondertussen waren de laatste Bogaerts uit de Kuipersstraat verhuisd en nam apotheker Van de Vijvere begin maart 1846 zijn intrek in de eigendom waar Joseph en Jan Frans Bogaert een halve eeuw hadden gewoond en gewerkt.
Van Jules Bogaert vonden we in Brugge geen spoor meer. Met hem verdween de eerste Bogaert-lijn uit de Brugse drukkers- en krantenwereld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Na waarschijnlijk eerst bij zijn vader te hebben gewerkt, richtte hij in mei 1806 zijn eigen drukkerij en boekhandel op, aanvankelijk in de Vlamingstraat F1-3, daarna in de Philipstockstraat B1-67.
Op 30 april 1806 huwde hij met Caroline Dumortier (Oostende 18 september 1783 - Brugge 20 februari 1859), dochter van aannemer en architect Hubert Dumortier († Brugge 14 november 1821), vermogend en succesvol zakenman, wiens naam vaak voorkomt in de kronieken van de tijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De aangehuwde familie.Daniel Bogaert deed door dit huwelijk zijn intrede in een familie die duidelijk verschillend was van zijn eigen milieu: de Dumortiers waren hoofdzakelijk zoniet uitsluitend franstalig en thuis in de kringen van het liberalisme en de vrijmetselarij.
Een andere dochter, Anna Catharina Dumortier was gehuwd met Charles Doudan. Charles Doudan was een Franse onderhorige, geboren te Buires of Baires-sous-Coroie (Somme) op 13 april 1768, die in het jaar VIII (jaar van zijn huwelijk) bureauchef was geworden bij de centrale administratie van het Leie-departement. Waarschijnlijk zijn het de huwelijksbanden die hem er na Waterloo toe aanzetten te Brugge te blijven en zeer vlug (K.B. van 15 april 1815) de naturalisatie te bekomen. Hij bleef als afdelingshoofd werken bij het provinciaal bestuur van West-Vlaanderen en verkreeg de Belgische naturalisatie in 1831Ga naar voetnoot(30).
Op rijpere leeftijd oefende Charles Doudan ook electieve functies uit: hij werd gemeenteraadslid en schepen van de stad Brugge.
Van Charles Antoine Doudan is gekend dat hij een vooraanstaand personage was in de Brugse vrijmetselarijsloge ‘La réunion des amis du Nord’ waarvan hij redenaar en achtbare meester werd en voor wie hij in zijn eigendom aan de Steenhouwersdijk een tempel inrichtte.
Hij was het die in 1832 deze loge ‘in verstrooiing’ deed gaan. In 1838 - hij was toen 66 jaar - zou men tevergeefs | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op hem een beroep doen om deze werkplaats nieuw leven in te blazen. We noteren dat Daniel Bogaert bij herhaling drukwerk uitvoerde voor de Brugse logeGa naar voetnoot(31).
Meteen was Daniel Bogaert de oom van Charles Antoine Doudan jr. (1801-1848) die een belangrijke notaris was in Brugge.
Hij werd ook de oom van Vincent François Deljoutte, die op 5 april 1842 huwde met Sylvie Doudan (1815-1881). Deljoutte (1814-1862) was pas 28 jaar en reeds stadssecretaris van Brugge. Hij was de zoon van de wijnhandelaar Georges Deljoutte en van Charlotte Custis. Bij de huwelijksplechtigheid fungeerde Daniel Bogaert als getuige, terwijl ook het voltallige schepencollege aanwezig was: schepen Philippe Verhulst als ambtenaar van de burgerlijke stand, schepen Doudan als gelukkige vader en burgemeester J. de Pelichy en eerste schepen Jacques Dujardin als getuigen!
Daniel Bogaert was niet alleen drukker-uitgever en expert voor boekenveilingen, maar was ook reder: hij had het kleine vrachtschip, de Clio in eigendom.
Ook was hij beheerder in de kortstondige suikerraffinaderij die door William Chantrell in 1836 te Ruiselede werd opgericht. Een andere medevennoot hierin was Adolpohe de Vrière. Onnodig te zeggen dat de oprichtingsakte - ook de liquidatieakten trouwens - door het ambt van notaris Doudan werden opgemaaktGa naar voetnoot(32).
Aan de hand van deze professionele en familiale inlichtingen is Daniel Bogaert-Dumortier duidelijk in de hiërarchische structuur van de 19de eeuw te situeren. Hij behoorde tot wat men de ‘goede burgerij’ (la bonne bourgeoise) noemde, die zich bevond tussen de hogere burgerij (la haute bourgeoisie - les familles patriciennes) en de ‘kleine burgerij’ of middenstand. Niet de topklasse, maar juist eronder.
Hij behoorde professioneel tot het traditioneel ondernemerstype van de tijd: niet één enkel beroep, maar verschillende uiteenlopende activiteiten. Politiek en ideologisch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwam hij terecht in de liberale, eerder vrijzinnige kringen, ook al wijst niets erop dat hij een voorvechter was. Zelfs indien hij vrijmetselaar werd (wat niet zeker is) dan was dit in de rustige periode vóór 1837 en in ieder geval bleven hij en zijn familie pratikerende katholieken. Cultureel was hij duidelijk, in tegenstelling tot zijn broer, geëvolueerd in franstalige en fransvoelende richting. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het gezin.Het echtpaar Bogaert-Dumortier had één zoon en vijf dochters. Het is niet oninteressant na te gaan met wie deze dochters huwden, omdat het aantoont dat de vader er tenvolle in geslaagd was zijn Brugse relaties heel wijd - zij het dan in een duidelijk homogene levenskring - open te zetten.
Werden aldus zijn schoonzoons: Jan Torreborre (1799-1870) uitbater van de nachtbarge naar Gent, François Mabesoone (1800-1868) bekend brouwer, Jacques Cockelaere (1810-1857) uitbater van het belangrijk café-restaurant ‘In de Beurs’ op de Theaterplaats, Constantin Pierre Crommelinck (Kortrijk 20 october 1814 - Brussel vóór 1895) die zowel in Brugge als in Brussel naam zou maken als oogarts, en tenslotte Joseph De Jaegher (1818-1888), aanvankelijk opzichter bij Bruggen en Wegen, daarna stichter van een smidse in 1851 en van de ijzergieterij De Jaegher in 1854, die zouden uitgroeien tot de werkhuizen La Brugeoise in Sint-Michiels en de ijzerhandel De Jaegher op de BurgGa naar voetnoot(33). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Joseph Bogaert.Alphonse Bogaert werd in Brugge geboren op 11 februari 1821 als enige zoon in het kinderrijk gezin van Daniel Bogaert-Dumortier. Hij overleed in Brugge op 28 mei 1869.
Op 10 september 1844 huwde hij met Clementine Maignien, (Brugge 12 september 1822 - 13 januari 1869), de dochter van het Frans echtpaar Maignien-Vasseur.
Gabriel Maignien was leraar aan het atheneum van Brugge en Agnes Vasseur leidde een privéschool voor meisjes uit de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
burgerijGa naar voetnoot(34). Een oom van de bruid, Armand Maignien was collegedirectuer te Rijsel en haar broer, Victor Maignien was leraar aan het college te DouaiGa naar voetnoot(35): een onderwijsfamilie.
Toen Alphonse Bogaert zich in 1840 bij zijn vader in de drukkerij en boekhandel kwam vervoegen, werd besloten een krant uit te geven, aanvankelijk de ‘Annonce de Bruges et de la Province’, hoofdzakelijk een publiciteitsblad, die in 1844 omgedoopt werd tot ‘l'Impartial de Bruges’ en de spreekbuis werd van de radicale vleugel van de liberalen in Brugge.
Nog meer dan zijn vader bevond Alphonse Bogaert zich opgenomen in een goed identificeerbaar milieu, dat van Paul en Charles Devaux en van Jean Goddyn, van de Chantrells en van Isidore Jullien, van de Dujardins en de Boyavals, van Deljoutte en de Doudans, die sedert 1830 een invloedrijke plaats in Brugge bekleedden en gedurende meer dan veertig jaar (tot circa 1875) een belangrijk deel van de politieke, administratieve en commerciële macht in de stad en de streek monopoliseerden en tevens een belangrijke invloedssfeer in de hoofdstad van het jonge koninkrijk verwiervenGa naar voetnoot(36).
Niet alleen de ‘Impartial’, maar ook veel afzonderlijke boeken en drukwerken die van de persen van Alphons Bogaert rolden, gaven aan zijn drukkerij een duidelijk profiel: francofoon (en tevens, omwille van de Chantrells anglofiel), vrijdenkend, hevig antiklerikaal, propagandist van het rijksonderwijs en tegenstander van het katholiek onderwijs, in één woord: promotor van het radicaal liberalisme dat regelmatig in botsing kwam met de gematigde liberalen die in de ‘Journal de Bruges’ van P.C. Popp hun spreekbuis hadden. Alphonse Bogaert was vrijmetselaar in de Brugse loge ‘Les Vrais Amis Réunis’Ga naar voetnoot(37). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het hoogtepunt van de activiteiten en van het politiek belang van Alphonse Bogaert ligt tussen 1844 en 1860. Na die datum ging het bergaf. De reden was van familiale aard. Tussen Bogaert, over wie ‘De Hoop van Brugge’ destijds geschreven had dat hij een drankprobleem had en een ‘vrouwenloper’ wasGa naar voetnoot(38) en Clementine Maignien kwam het in 1859 tot een breuk, die leidde tot een feitelijke scheidingGa naar voetnoot(39).
Bogaert verliet Brugge en ging zich in Kortrijk vestigen, op het tijdstip (midden 1860) dat Clementine Maignien een doodgeboren kind ter wereld bracht. Op de overlijdensaangifte werd Alphonse Bogaert als ‘particulier’ aangegeven en zijn vrouw als ‘boekdrukker’Ga naar voetnoot(40).
Ook in 1858 en 1859 had het echtpaar pasgeboren kinderen verloren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alphonse Bogaert in Kortrijk.In Kortrijk nam Alphonse Bogaert de drukkerij van F.J. Botte, gelegen in de Frankrijkstraat 10 over, en meer in het bijzonder het liberaal nieuwsblad ‘Le Memorial de Courtrai et de l'Arrondissement’, dat in 1851 gesticht was. Drukker Bogaert verhuisde nogal wat: van de Frankrijkstraat ging het naar de Doornikstraat 53 (januari 1861), de Peterseliestraat 10 (november 1862), de Rijselstraat 18 (juni 1865)Ga naar voetnoot(41) en tenslotte de Markt 12 (april 1869)Ga naar voetnoot(42).
Dit nomadenleven wijst zeker niet op een welvarend en goed georganiseerd bedrijf.
De verhoudingen binnen de liberale partij van Kortrijk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waren ook al niet zonder problemen. Weldra kwam er een scheuring en in 1863 het Bogaert weten dat het blad voortaan zijn uitsluitende eigendom was en niet meer het orgaan van de liberale partijGa naar voetnoot(43). Korts daarop werd ‘L'Organe de Courtrai’ het liberaal partijblad, maar in 1864 liep de onenigheid verder op en had ieder kamp voortaan zijn spreekbuis: de ‘Memorial’ van Bogaert voor de radicale en de ‘Organe’ voor de gematigde liberalenGa naar voetnoot(44). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De drukkerij van C. Maignien, echtgenote Bogaert.Na het vertrek van Alphonse Bogaert uit de echtelijke woning, bleef de echtgenote achter met vier kinderen ten laste, respectievelijk 14, 12, 10 en 7 jaar oud. Ze bleef de ‘Impartial’ uitgeven en de drukkerij, boek- en papierhandel uitbaten, eerst in de Philipstockstraat en weldra in de Ezelstraat 1.
Zij werd hierbij geholpen door haar ongehuwde broer Edouard Maignien (Brugge 14 april 1821 - 15 mei 1868), afdelingshoofd bij het provinciaal bestuur, die bij haar kwam inwonenGa naar voetnoot(45).
De drukkerij verloor echter veel van zijn dynamisme en de ‘Impartial de Bruges’ veel van zijn snedigheid.
Edouard Maignien overleed in 1868 en Clementine Maignien op 10 januari 1869: ze was 46 jaar. Alphonse Bogaert kwam terug naar Brugge, maar op 28 mei 1869 stierf hij eveneens: hij was 48 jaar geworden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leon Bogaert (1845-Leon Bogaert was de oudste van de vier in leven gebleven kinderen in het gezin Bogaert-Maignien. Hij had zeker geen aanleg voor het ouderlijk bedrijf: hij beoefende de twee wel erg verschillende beroepen van toondichter en van handelaar in kurkenGa naar voetnoot(46). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor hem was de korte periode tijdens dewelke hij de leiding van de Kortrijkse en de Brugse drukkerij op zich nam, er vooral één van zoeken naar overnemers.
Te Kortrijk raakte hij er tamelijk vlug van af. Eerst werd de zaak overgenomen door Constant Jaspin en zijn zusters, maar dit hield slechts een paar weken stand - wellicht hielden ze zich niet aan de gesloten overeenkomst? - en vanaf augustus 1869 werden drukkerij en krant in handen genomen door F. Vergote, die enkele dagen later ‘Le Memorial de Courtrai’ omdoopte tot ‘La Lys’.
Te Brugge bleef Leon Bogaert iets langer de zaak leiden en men krijgt zelfs de indruk dat hij er nieuw dynamisme poogde in te steken. In 1869 drukte hij gedurende een drietal maanden het kortstondig Blankenbergs krantje ‘L'Echo de la Plage’Ga naar voetnoot(47). In 1870 drukte hij gedurende 6 maanden het radicaal-liberale ‘La Réforme’, waarvan de doelstellingen en de initiatiefnemers niet erg duidelijk blekenGa naar voetnoot(48).
En van september 1872 tot maart 1873 gaf hij ‘La Nouvelle Plume’ uit, het kunstblad dat in opvolging van ‘La Plume’ verscheenGa naar voetnoot(49).
Het blijft nog een mysterie hoe het komt dat de liberale ‘Impartial’ in die periode plots een ommezwaai naar de katholieken maakte en een tijd Guido Gezelle als redacteur hadGa naar voetnoot(50). Speelde de verwantschap tussen Leon Bogaert en kanunnik Duclos hierin wellicht een rol?
Leon Bogaert huwde op 25 mei 1871 met de zeven jaar oudere Louise Hoozeman. Op 30 december 1873 verhuisde het echtpaar naar Antwerpen.
De tweede zoon van het gezin Bogaert-Maignien, Alphonse Bogaert werd verificateur bij de Registratie en Domeinen. Hij vertrok naar Westerloo in augustus 1872 om een paar jaar later te Ieper benoemd te worden.
De twee dochters bleven in het huis Ezelstraat achter. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adèle Bogaert huwde op 22 met 1876 met Florimond Van Hove die kantoorbediende was. Ze gingen wonen in de Langestraat nr. 54 waar zij winkel hield, maar zij stierf al het jaar daarop, de 4 maart 1877. Emilie Bogaert verliet Brugge voor Ieper op 20 november 1878, waarschijnlijk om bij haar broer te gaan wonen.
Hiermee waren de afstammelingen van Alphonse Bogaert-Maignien definitief uit Brugge verdwenen. De sociale status van deze nakomelingen had duidelijk onder de huiselijke problemen geleden.
De drukkerij en de ‘Impartial’ vonden geen overnemers: in de loop van het jaar 1873 verdwenen ze geruisloos uit de Brugse drukkers- en uitgeverswereld, aldus een eindpunt plaatsend achter honderd jaar Brugse drukkersactiviteiten door de familie Bogaert.
a. van den abeele | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 1.
|
vanaf 1783: | Joseph Bogaert |
ook: Bogaert | |
J. of Jos Bogaert | |
één maal in 1787: | Patriotycksche Drukkerij |
één maal in 1792: | Drukkerij van Vriendschap en Liberteyt |
vanaf januari 1795: | J[oseph] Bogaert en Zoon |
in 1798: | J. Bogaert et fils, imprimeurs de |
l'administration centrale du département de la Lys | |
in 1807: | J. Bogaert et fils, imprimeurs des mairies des communes rurales |
einde 1820; | weduwe J. Bogaert en Zoon |
vanaf mei 1821: | J. Fr. Bogaert-Verhaeghe |
vanaf 1825; | J.F. Bogaert |
vanaf 1842: | J.F. Bogaert en Zoon |
vanaf October 1844: | Julius Bogaert |
II. Daniel Bogaert-Dumortier en opvolgers.
Vanaf 1806: | Bogaert-Dumortier |
ook: Daniel Bogaert-Dumortier D.J. Bogaert-Dumortier |
in 1814: | Bogaert-Dumortier, stadsdrukker |
vanaf 1840: | D. Bogaert-Dumortier en zoon |
vanaf 1844: | A[lphonse] Bogaert |
vanaf 1859: | 1) A. Bogaert, Kortrijk |
2) C. Maignien, vrouw Bogaert, Brugge ook: C. Bogaert-Maignien | |
vanaf 1870: | Leon Bogaert |
Bijlage 2.
Inventaris van nieuwsbladen en periodieken door de opeenvolgende brugse drukkers Bogaert uitgegeven of gedrukt.
De stichter 1783-1820
Joseph Emmanuel Bogaert (1752-1820) | |
- Uitgever en drukker van: | |
Vaderlandsch Nieuwsblad | 21/12/1792 tot 22/03/1793 |
Brugsch Nieuwsblad | 26/03/1793 tot 02/04/1793 |
Brugsche Gazette | 23/06/1795 tot 17/05/1811 |
(met medewerking van Daniel en/of Jan Frans Bogaert) Journal du Département de la Lys | 20/05/1811 tot 31/01/1814 |
(in associatie met G. De Busscher-Marlier en met medewerking van Jan Frans Bogaert) | |
Feuille d'affiches, d'annonces et
avis divers de bruges - Blad van Waarschuwingen, Bekendmakingen en van alle slag van Berigt en der stad Brugge. |
aug/sept. 1811 tot januari 1814 |
(met medewerking van Jan Frans Bogaert) | |
Brugsche Gazette - Gazette van | |
Brugge en van het Departement der Leie | 28/02/1814 tot 06/10/1815 |
(met medewerking van Jan Frans Bogaert) | |
Gazette van Brugge en van de | |
Provincie West Vlaanderen | 06/10/1815 tot 31/12/1816 |
(met medewerking van Jan Frans Bogaert) | |
Gazette van de Provincie van West-Vlaanderen en der stad Brugge | 01/01/1817 tot 20/11/1820 |
(met medewerking van Jan Frans Bogaert) | |
- Drukker van: | |
De Rapsodisten | 10/07/1784 tot 25/06/1785 |
Bulletin de l'armée belgique | begin mei tot einde oktober 1790 |
De opvolgende tak 1820-1845
Madeleine Denies, weduwe Joseph Bogaert (1748-1832) | |
- uitgever en drukker van: | |
Gazette van de provincie van West-Vlaanderen en der stad Brugge | 23/11/1820 tot 23/05/1821 |
(in samenwerking mat Jan Frans Bogaert) |
Jan Frans Bogaert (1779-1844) | |
- uitgever en drukker van: | |
Gazette van de provincie van West-Vlaanderen en der stad Brugge | 24/05/1821 tot 10/10/1844 |
Jules Bogaert (1827-) | |
- uitgever en drukker van: | |
Gazette van de provincie van West-Vlaanderen en der stad Brugge | 11/10/1844 tot 05/12/1845 |
(na 5/12/1845: overgenomen door L.B. Herreboudt) |
De afzonderlijke tak 1806-1873
Daniel Bogaert-Dumortier (1777-1849) | |
- uitgever en drukker van: | |
l'Annonce de Bruges et de la Province | ± 01/10/1840 tot 14/08/1844 |
(met medewerking van Alphonse Bogaert) | |
Alphonse Bogaert (1821-1869) | |
- uitgever en drukker van: | |
l'Impartial de Bruges | 15/08/1844 tot 03/08/1859 |
Polichinelle | februari 1849 tot mei 1849 |
Le Memorial de Courtrai | 03/10/1860 tot 28/05/1869 |
- drukker van: | |
Het Brugsche Vrije | 13/05/1848 tot 11/05/1849 |
Nieuwe bijdragen voor | |
onderwijs en opvoeding | |
ten dienste der onderwijzers | 1852 tot 1857 |
Clementine Maignien, echtgenote A. Bogaert (1822-1869) | |
- uitgever en drukker van: | |
l'Impartial de Bruges | 03/08/1859 tot 10/01/1869 |
- drukker van: | |
Nieuw Tijdschrift voor | |
opvoeding en onderwijs | |
ten dienste der lagere | |
scholen | 1858 en 1859 |
Leon Bogaert (1845- ) | |
- uitgever en drukker van: | |
l'Impartial de Bruges | 03/01/1870 tot begin 1873 |
Le memorial de Courtrai | 28/05/1869 tot juli 1869 |
La Nouvelle Plume | 15/09/1872 tot 09/03/1873 |
- drukker van: | |
l'Echo de la Plage | juni 1869 - september 1869 |
La Réforme | 05/02/1870 tot in 1872 |
Bijlage 3.
De schilderijenverzameling van Joseph Bogaert
catalogus naar onderwerp
Onze nummering | materiaal (p=paneel) (d=doek) | onderwerp | schilder |
---|---|---|---|
Oud testament | |||
1. | P | Tobias en de engel in berglandschap | |
2. | P | Een tempelinterieur | |
3. | D | Palestijns landschap met karavaan-halte | Rycks |
4. | D | David met het hoofd van Goliath | Van Oost de Oude |
5. | D | De nederlaag der Filistijnen | |
6. | D | Het vertrek van Ezaü | |
7. | D | De val der engelen | Italiaanse meester |
8. | D | Jacob en Ezaü | |
9. | D | Koning David aan wie een slaaf wordt aangeboden | J. Ducq |
10. | D | Lot en zijn dochters | J. Ducq |
Nieuw testament | |||
11. | D | St.-Pieter | Van Oost |
12. | D | Gekruisigde Christus tussen de 2 moordenaars | Italiaans meester |
13. | D | Maria en kind Jezus | Segers |
14. | D | Maria Magdalena stervend, met engelen | A. Van Dyck |
15. | D | Landschap met Maria Magdalena | Salvator Rosa |
16. | D | Christus te Emmaüs | Caravagio |
17. | D | Gekruisigse Christus tussen de 2 moordenaars | Frans Pourbus |
18. | D | Piëta | Annibal Varrache |
19. | D | Aanbidding der drie koningen | |
20. | D | De besnijdenis | |
21. | D | Kruisafneming (grisaille) | A. Van Dyck |
22. | D | Gekruisigde Christus en H. Familie | Le Bassau |
23. | D | Maria en kind Jezus | Van Houk |
24. | D | Maria en kind Jezus | Schut |
25. | D | Christus | Van Oost de Oude |
26. | D | Kruisafneming | Victor Boucquet |
27. | D | Maria en kind Jezus | Franck |
28. | P | Jezus voedt de massa in de woestijn | naar Franck |
29. | D | Laatste avondmaal (grote compositie) | |
Christelijke taferelen | |||
30. | D | Een kluizenaar in meditatie in een grot | Rembrandt |
31. | P | Landschap met pelgrims | Memlinc |
32. | K | Carolus Borromeus | Franck |
33. | D | Ongeschoeide Karmeliet in aanbidding voor het kind Jezus | Herregodts |
Genrestukken | |||
34. | P | Walvisvangst | Van Oost |
35. | P | Alchimist in zijn lab | naar Teniers |
36. | D | Bandieten beroven reizigers | Meulener |
37. | D | Tijgergevecht | Grief |
38. | D | Beren en honden | Grief |
39. | D | Zoon van Oost bespeelt de mandoline | Van Oost de Oude |
40. | D | Alchimist in zijn lab | Van Helmont |
41. | D | Bolders vóór een cabaret | Teniers |
42. | D | Bandieten vallen een karavaan aan | Van Blommen |
43. | P | Oude man laat zich het been verzorgen door een jonge man | Ryckaert |
44. | P | Oude man slaat de trommel, jonge man begeleidt hem op de fijfer | Ryckaert |
45 | D | Turk en koopvrouw | Nollet |
46. | P | Man die ham eet | |
47. | P | Een ‘tabagie’ | naar Brouwer |
48. | D | Putti te midden van fruit | |
49. | D | Dorpskermis | De Vos |
50. | P | Conversatiestuk | naar Palamedes |
51. | D | Interieur | naar Van Ostade |
52. | D | Interieur | naar Van Ostade |
53. | D | Interieur met rustende jagers | Hollandse meester |
54. | D | Jachtscène | Sneyers |
55. | D | Keukeninterieur | Hollandse meester |
56. | P | Interieur | naar Brouwer |
57. | D | Een architectuur | |
58. | D | Een vanitas |
Mythologische scènes | |||
59. | D | Een sybilla | Van Thulden |
60. | D | Venus en de Liefde slapend onder een laken dat door een sater wordt opgetild | Albane |
61. | D | Feest van de Zeegod | |
62. | D | Feestmaal Mare Antonius bij Cleopatra | Le Brun |
63. | D | Godenfestijn | Jordaens |
64. | P | Het gevecht der amazonen | ‘waardig van Rubens’ |
65. | D | Feest van Pan | Van Hal |
Oorlogsscènes | |||
66. | P | Veldslag vóór Antwerpen | Van Oost |
67. | P | Cavaleriegevecht op een brug | Stafle |
68. | D | Veldslag vóór Belgrado: prins Eugeen verslaat de Turken | Vichtenburg |
69. | D | Een zeeslag | |
70. | D | De vernietiging van de Engelse vloot door de Hollandse vloot onder het bevel van admiraals De Ruyter en Tromp | naar De Dunes |
Landschappen | |||
71. | Koper | Landschap | |
72. | Perkament | Landschap | |
73. | Perkament | Landschap | |
74. | D | Landschap | |
75. | P | Landschap | Van Goyen |
76. | P | Storm | naar Willart |
77. | D | Landschap met figuren | Teniers de Oude |
78. | D | Landschap | De Deyster |
79. | P | Zicht op Vlissingen | |
80. | P | Landschap | |
81. | P | Landschap | |
82. | P | Landschap | |
83. | D | Storm | naar Le Poussin |
84. | P | Landschap met veel figuren | |
85. | P | Landschap met veel figuren | |
86. | D | Landschap | naar Wouwermans |
87. | P | Winterlandschap | Molenaer |
88. | D | Landschap met figuren | Huysmans |
89. | P | Landschap | Nijs |
90. | D | Waterval |
91. | D | Winterlandschap | Artois |
92. | D | Landschap | Achtschelling |
93. | D | Een brand | Van Heil |
94. | P | Landschap met ruïnes | Muller |
95. | D | Landschap met figuren | naar Paelenburg |
96. | D | Landschap | |
97. | D | Landschap | |
98. | P | Landschap | |
99. | P | Landschap | |
100. | P | Landschap | |
101. | P | Landschap met paarden | Van Blommen |
102. | P | Landschap | |
103. | Koper | Landschap met vogels en dieren | |
104. | D | Berglandschap met figuren | Le Poussin |
105. | D | Landschap | L. Arthois |
106. | D | Landschap | |
107. | P | Landschap bij maanlicht | Houper |
108. | D | Winterlandschap | Breughel |
109. | D | Landschap | |
110. | D | Landschap met schapen | |
111. | P | Landschap | naar Teniers |
112. | P | Landschap | |
113. | D | Landschap | |
114. | D | Landschap | |
115. | D | Landschap | |
116. | D | Landschap | Huysmans |
117. | P | Landschap bij maanlicht | |
118. | D | Landschap met dieren | |
119. | D | Landschap met dieren | |
Stillevens | |||
120. | D | Fruit | Morero |
121. | D | Fruit | Morero |
122. | P | Fruit en dode vogels | naar David de Heem |
123. | P | Mosselen | |
124. | P | Een ham | Van Sou |
125. | P | Bloemenkrans en juwelen | Breughel |
126. | D | Fruit | Gilemans |
127. | D | Bloementuil | Verbruggen |
128. | D | Geschoten wild | |
129. | P | Tulpen en insekten | |
Marines | |||
130. | D | Stormachtige zee | naar Bakhuyzen |
131. | P | Marine | |
132. | D | Een zeehaven |
Portretten | |||
133. | D | Portret | Verhelst |
134. | D | Portret | Verhelst |
135. | P | Portret | naar Otto Venius |
136. | P | Zelfportret | J. Van Eyck |
137. | D | Karikaturen | |
138. | D | Portret van een koning van Engeland | |
139. | D | Een engelenkop (studie) | |
140. | D | Een kop (studie) |
- voetnoot(1)
- R. VAN EENOO, De Pers te Brugge: 1792-1914 Bouwstoffen (Leuven, Parijs 1961, blz. 231) citeert in zijn namenindex A. Bogaert-Dumortier, daar waar het om twee opeenvolgende drukkers gaat: D. Bogaert-Dumortier en A. Bogaert-Maignien; A. VIAENE, De drukkersfamilie De Busscher (Biekorf 1962, blz. 35) schrijft over Jacques in plaats van Joseph Bogaert; F. DIDIER, De Westvlaamse pers in de jaren 1825-1830 (in Biekorf 1964, blz. 130) schrijft over H. in plaats van Jan Frans Bogaert; G. MICHIELS, Iconografie van de stad Brugge, Deel III, nr 1262 schrijft over drukker R. Bogaert die van 1795 tot 1850 de uitgever van de ‘Brugsche Gazette’ was, daar waar deze krant uitgegeven werd door drie mekaar opvolgende uitgevers met de voornaam Joseph, Jan Frans en Jules; A. VAN HOUTRYVE, Bibliografie van de geschiedenis van Brugge, geeft meestal alleen ‘Bogaert’ als drukkersnaam op, wat het moeilijk maakt te weten wie het juist was; in Stadsbibliotheek Brugge, steekkaarten op drukkersnaam, worden Joseph en Jan Frans Bogaert gedeeltelijk vermengd en wordt geen onderscheid gemaakt tussen Joseph Bogaert en zoon en Jan Frans Bogaert en zoon.
- voetnoot(2)
- We verwijzen ook naar onze studie De drukker-uitgever Joseph Bogaert of de standvastige taalijveraar, te verschijnen in ‘Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis’, waarin wij de maatschappelijke en politieke rol van de eerste van de drukkers Bogaert bestuderen.
- voetnoot(3)
- Burgerlijke Stand Brugge (hierna afgekort BstB) parochieboek O.-L.-Vrouw, 1e portie, Peter: Joseph Emmanuel Dunesdal (?) - Meter: Victoria Robertina Denys.
We zullen hierna niet alle referenties naar de burgerlijke stand opgeven, vooral niet wanneer het duidelijk is dat de gegevens in de Burgerlijke Stand Brugge op het geciteerde jaar terug te vinden zijn.
- voetnoot(4)
- A. VISART, Recherches sur les imprimeurs brugeois, Brugge Declée de Brouwer 1928, blz. 60.
- voetnoot(5)
- A. VAN DEN ABEELE, De drukkersfamilie De Busscher, in: Biekorf 1982, blz. 129-133.
- voetnoot(6)
- Archives Nationales Paris (nr F 18 - 24/3 - Lys): ‘Etat général des imprimeurs existants dans le Département de la Lys - juin 1810’.
Wij danken Prof. R. Van Eenoo, die ons een kopie van het Brugse deel van dit rapport bezorgde.
- voetnoot(7)
- Gegevens vermeld op de overlijdensakte van Marie Denies in Brugge op 7 april 1832.
- voetnoot(8)
- Treurgedichten over het afsterven van den heer Joseph-Emmanuel-Robertus Bogaert, in zijn leven kunst-rechter, jubilaris, dichter en een der oudste en iverigste medeleden der Koninglijke Maatschappij van dichtkunde, gezeyd Rhetorica, te Brugge, onder Tytel: Kunst en Eendragt, en Kenspreuk: Slaet d'oog op Christi Kruys. Tot Brugge, uyt de Drukkerij van de Weduwe Bogaert en Zoon, 12 blz. (Provincie West-Vlaanderen, Cultureel Archief, 280 D21).
- voetnoot(9)
- VISART, a.w., blz. 60 geeft als data resp. 1785 (i.p.v. 1783), 1790 (i.p.v. 1787) en 1793 (i.p.v. 1791): aan de hand van de doopregisters komen we tot preciezere data, die trouwens ook door adresopgaven op sommige publikaties van Bogaert bevestigd worden.
- voetnoot(10)
- BstB, O.-L.-Vrouw, 1e portie, doopregister 1784.
Peter: Emmanuel Boonaert - Meter: Victoria Van Tyghem.
- voetnoot(11)
- Stadsarchief Brugge (hierna afgekort SAB), Plakkaten eerste reeks nr 593: Examenuitslagen Ecole Centrale. SAB, Bevolkingsboeken 1792-1809: kantschrift bij E2-59.
- voetnoot(12)
- SAB, Bevolkingsboeken 1809-1830, adres D22-4.
De Gazette van Brugge, 4 oct. 1819, 20 maart en 21 april 1820.
- voetnoot(13)
- Bstb - O.-L.-Vrouw, 1e portie, doopregister 1786.
Peter: Petrus Alleweireldt - Meter: Maria Caenen, echtgenote Bernardus Detert.
- voetnoot(14)
- BstB - St.-Jacob, doopregister 1787.
Peter: expertissimus dominus Franciscus Van Zandycke - Meter: Catharina Parrain.
- voetnoot(15)
- BstB - St.-Jacob, doopregister 1788.
Peter: Carolus De Net-Ryelandt - Meter: Theresia De Ruddere.
- voetnoot(16)
- G. MICHIELS, Iconografie der stad Brugge, Eerste deel (Brugge 1964) blz. 19.
- voetnoot(17)
- Over Amand Bogaert en zijn zoon een paar details in: A. VAN DEN ABEELE, Hongeroproer te Brugge, 2 en 3 maart 1847, Een breekpunt tijdens de ‘Ellende der Vlaanders’, in: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis, Brugge 1983, blz. 148. - A. VAN DEN ABEELE, De Hoop van Brugge 1846-1848, politiek blad en roddelkrantje, in: Brugs Ommeland 1982, blz. 305.
- voetnoot(18)
- BstB - St.-Jacob, doopregister 1790.
Peter: Patrice Beaucourt de Noortvelde de ter Heyden - Meter: Isabelle Ryelandt.
- voetnoot(19)
- BstB - O.-L.-Vrouw, 1e portie, doopregister 1791.
Peter: Franciscus Haenecaert - Meter: Marie Legier.
- voetnoot(20)
- SAB, Bevolingsboeken 1792-1809, kantschrift bij E2-59.
- voetnoot(21)
- Journal de Bruges 10 april 1840.
- voetnoot(22)
- BstB - Burg. Stand St.-Pieters-op-de-Dijk en Brugge.
- voetnoot(23)
- Provincialen Wegwijzer voor de stad Brugge (...), periode 1900-1914; jaarlijkse lijst van Engelse residenten.
- voetnoot(24)
- BstB - O.-L.-Vrouw, 1e portie, doopregister 1794.
Peter: Carolus Van Heerswingels - Meter: Marie Anne Affet.
- voetnoot(25)
- Exemplaar bewaard in Kon. Bibliotheek Brussel II - 94058, A, XXI, 2.
- voetnoot(26)
- J.C. MEULEMEESTER, Jacob van Oost de Oudere en het zeventiendeeeuwse Brugge, Brugge 1984, blz. 265. Het doek bevindt zich thans in het Ermitage.
- voetnoot(27)
- J.C. MEULEMEESTER, a.w. blz. 270. Het is niet onmogelijk dat het hier om de ‘luitspeler’ gaat die zich in een privé-verzameling in Brussel bevindt.
- voetnoot(28)
- Rijksarchief Brugge, Registratie en Domeinen Brugge, (Serie 187) nr 445 (Reg. Dep. Vol. 2 fol. 45, nr 328).
- voetnoot(29)
- Interessante gegevens over de rol van Karel Beyaert-Storie en zijn opvolgers, in: J. GELDHOF, De eerste martelaar van de Vlaamse Studentenbeweging E P. Renatus Devos, Brugge 1955. - A. VANDEWALLE; Hendrik Beyaert en zijn Brugse verwanten, in: Brugs Ommeland 1979, blz. 217-218. - L. SIMONS, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen, I, De negentiende eeuw, Tielt 1984, blz. 102-107.
- voetnoot(30)
- SAB, kiezerslijsten.
- voetnoot(31)
- Archief Bisdom Brugge, C 536-537, archief ‘La réunion des amis du Nord’.
- voetnoot(32)
- A. VAN DEN ABEELE, Negentiende-eeuwse ondernemers te Brugge: Georges en William Chantrell, in: Driemaandelijks Tijdschrift van het Gemeentekrediet van België, october 1983, blz. 250-251.
- voetnoot(33)
- BN 125 [jaar] Spoorwegmateriaal en metaalconstructies. Catalogus van de retrospectieve tentoonstelling, Provinciaal Hof, september 1980.
- voetnoot(34)
- Journal de Bruges 26 October 1848.
- voetnoot(35)
- BstB, huwelijksakten 1844, nr 282.
- voetnoot(36)
- We hebben deze ‘clan’ vanuit verschillende oogpunten beschreven in vorige studies, o.m.:
-Een episode uit de geschiedenis van de Brugse Burgerwacht, in Brugs Ommeland 1981, blz. 135-153.-Hongeroproer te Brugge, 2 en 3 maart 1847, in Handelingen van het genootschap voor geschiedenis te Brugge, 1982, blz. 1231-192.-Negentiende-eeuwse ondernemers te Brugge: Georges en William Chantrell, in Driemaandelijks Tijdschrift van het Gemeentekrediet van België, oktober 1983, blz. 241-268.-Architect Isidore Alleweireldt (onuitgegeven).
- voetnoot(37)
- Gazette van Brugge, 18 februari en 26 maart 1852.
- voetnoot(38)
- A. VAN DEN ABEELE. De Hoop van Brugge (1846-1848) in Brugs Ommeland 1982. blz. 313.
- voetnoot(39)
- SAB, bundel Construction Théâtre. expropriations (1865-66) bevat een document waarop vermeld wordt dat de echtgenoten Bogaert-Maignien gescheiden leefden.
- voetnoot(40)
- BstB 1860 nr 1120.
- voetnoot(41)
- In de ‘Provincialen Wegwijzer...’ voor de jaren 1867 en 1868 vonden we als adres ‘In het beluik der statie’: wil dit zeggen dat zijn vrienden de Chantrells hem een werkruimte hadden bezorgd in het station?
- voetnoot(42)
- H. DE GRAER, W. MAERVOET, F. MARTENS. F. SIMON en A.M. SIMON-VAN DER MEERSCH, Repertorium van de pers in West-Vlaanderen 1807-1914. De arrondissementen Oostende, Brugge, Diksmuide, Ieper, Kortrijk, Tielt en Veurne. Leuven-Parijs 1968, blz. 285‡286.
- voetnoot(43)
- ‘Le mémorial de Courtrai’. 4 sept. 1863. blz. I.
- voetnoot(44)
- H. DE GRAER, enz., a.w., blz. 330.
- voetnoot(45)
- R. VAN EENOO, a.w., geeft E. De Mey op als uitgever van de ‘Impartial’ vanaf 1859; wij vermoeden dat het een foutieve overschrijving van de naam Edouard Maignien betreft.
- voetnoot(46)
- Aldus vermeld in bevolkingsboeken, SAB.
- voetnoot(47)
- H. DE GRAER, enz. a.w., blz. 360.
- voetnoot(48)
- R. VAN EENOO, a.w., blz. 135.
- voetnoot(49)
- R. VAN EENOO, a.w., blz. 118.
- voetnoot(50)
- R. VAN SINT-JAN, Guido Gezelles' avonturen in de journalistiek, Lannoo Tielt, [1954], blz. 50.