Vraagwinkel
De Schrobber of zoo iets
‘Heb gehoord dat er te Brugge een boeksken uitgekomen is tegen Gezelle, te weten de Schrobber of zoo iets. Tracht mij een te bezorgen’.
Dit lezen we in een brief die priester Pieter Baes op 29 november 1885 uit Izegem schrijft naar Karel Beyaert-Storie, uitgever te Brugge, die bezig was Gezelles Duikalmanack 1886 te drukken.
Dit schrijven komt kort na de huldedag voor De Bo die te Tielt op 30 september plaats had.
In zijn bekende rede had Gezelle toen een steen geworpen naar de jonge Blauwvoeters. De reactie bleef niet uit. ‘De Vlagge voerde 't hooge woord, benevens allerhande vlugbladjes en schotschriftjes, die Gezelle den steen terugwierpen’. (C. Gezelle, blz. 211).
Het best bekende vlugschriftje kwam van de studenten uit Antwerpen. Titel ‘De Ruitenbrekers’. Emiel De Visschere uit Ruddervoorde zou de enige Westvlaming zijn geweest die eraan meegewerkt heeft.
Wie weet er meer over ‘de Schrobber of zoo iets’ en over die ‘allerhande vlugbladjes en schotschriftjes’ die nog vóór nieuwjaar 1886 verschenen zijn.
J. de M.