Westvlaming in de chiourme te Brest (1797)
Valsmunterij werd vroeger zeer zwaar bestraft en wordt ook nu nog als een ernstig vergrijp aangezien.
In de Franse Tijd werd in Midden-Westvlaanderen een bende valsmunters opgerold, die stukken van 2 sols namaakte. Eén der daders was François Mathieu, zoon van Pieter Jozef en Barbara Florence Flamand, klompenmaker van beroep, oud 30 jaar en afkomstig van Lautreval près Bruges (Lichtervelde?) Hij was gehuwd met Victoria Adeclarque (Declercq?). Over deze valsmunters, zie Biekorf 1956, blz. 132.
Bij vonnis van de criminele rechtbank van Brugge op 4 frimaire VI werd hij verwezen tot quinze ans de fers. Hij werd publiek tentoongesteld te Brugge twee dagen later. De tentoonstelling au carcan was de bijkomende gewone straf voor galeiboeven
De man arriveerde in Brest in de galeien als dwangarbeider. Hij hield het maar vier jaar uit en stierf in Brest in het jaar X (sept. 1801).
Le Commissaire de Marine préposé au détail de chiourmes attesteerde pas in 1813 het overlijden aan de maire van Ardooie, waar de familie van Mathieu vermoedelijk verbleef (Reg. Sterfgevallen Ardooie, jaar 1813).
Brest en Rochefort hadden een bagno waar de veroordeelden van meer dan tien jaar werden ondergebracht. Sinds halfweg 1700 was de galei met geketende roeiers afgeschaft en vervangen door dwangarbeid in de havens en op de schepen, een hele verbetering tegenover de onmenselijke toestanden van vroeger.
De gebrekkige spelling van de namen en de nonchalante, laattijdige mededeling van zijn dood aan de familie, laten vermoeden dat wie in de chiourme van Brest terechtkwam maar voor weinig meer meetelde.
Chiourme: ensemble de rameurs des galères, des forçats d'un bagne.
L V.A.
Hij is met zijn gat in de gebruinde butter gevallen: hij heeft alle geluk. Bulskamp, 1980. L.d.V.