Wagenmakersalaam in 1832 (Vraagw. 1983, blz. 96)
Hageveer moet een verschrijving zijn voor (h)avegeer, dit is een grote handboor. Avegeer staat wel bij De Bo, blz 57.
Met windhaes is natuurlijk een wind-as bedoeld.
Dit woord staat ook bij De Bo onder het lemma winde, blz. 1209.
Windas is ook een molenterm. Het is een houten as met spaken door het uiteinde om aldus een reep sterk op te spannen. Een voorbeeld hiervan is het windas aan de staart van een staakmolen om deze naar de wind te zetten. (Nederlands: kruihaspel).
L. GOEMINNE, Zulte
Havegeer is een vervorming van ‘avegeer’ (Ndl avegaar) en windhaesen een eigenaardige spelling van ‘windassen’. Speek-hamer is de hamer waarmee de speeken (spaken) in de naaf (busse, bos, dom. doem) gedreven worden. Die voorwerpen zijn zeker vandaag nog bekend (8 opgaven speekhamer in West- en Oost-Vlaanderen op onze vragenlijst voor het Woordenboek van de Vlaamse Dialekten). Alleen dommekragt is een uitgestorven Westvlaams woord. ‘Dommekracht’ is nu nog alg. Ndl. voor krik.
De Bo noemt dat een Duitsche winde.
H. RYCKEBOER. Gent