Bedevaartvaantjes in Vlaanderen...
Nog tot 3 juli a.s. kan men in het Volkskundemuseum van de Stad Antwerpen, in de Gildekamersstraat achter het stadhuis, de tentoonstelling Bedevaartvaantjes uit de provincies Antwerpen en Limburg bezoeken. Zij werd opgezet door wijlen conservator W. van Nespen op basis van de eigen museumcollectie en van enquêtes die in de loop van de jongste jaren werden gehouden. Materiaal uit de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel en uit partikulier bezit zijn die verzameling komen aanvullen. De catalogus vermeldt voor de provincie Antwerpen 142 nummers, de varianten niet inbegrepen, en voor de provincie Limburg 72, eveneens zonder de varianten.
Waarom de expositie beperkt bleef tot voornoemde twee provincies wordt door P. Vansummeren op dezelfde plaats gemotiveerd. Voor Vlaanderen in z'n geheel ontbreekt vooralsnog een volledige inventaris. Emile H. Van Heurck heeft in 1922 een eerste proeve van overzicht verschaft in zijn zeldzaam geworden boek Les drapelets de pèlerinage en Belgique et dans les pays voisins. Precies twintig jaar later, en in volle oorlogstijd, publiceerde Maurits Van Coppenolle Westvlaamsche bedevaartvaantjes (1942, Walleyndruk, Brugge) waarin hij de aanbreng van Van Heurck kon verdubbelen tot 72 bedevaartvaantjes uit 47 plaatsen en verspreid over 39 van de toenmalige gemeenten. In 1958 kon de liefhebber vervolgens de toestand in Oost-Vlaanderen opnemen dank zij Bedevaartvaantjes in Oost-Vlaanderen van Renaat Van der Linden, terwijl Jos Philippen in 1963 de toestand in oostelijk Brabant vóór 1850 voor zijn rekening nam. De Limburgse bedevaartvaantjes zijn in 1981 kunsthistorisch en volkskundig behandeld in een onuitgegeven licentiaatsverhandeling door de bovengenoemde P. Vansummeren. Reden genoeg dus om de Antwerpse expositie te zien als een belangrijke aanvulling voor de studie van het verschijnsel in het betrokken deelgebied, en - mag men hopen, - als aanloop naar een zo volledig mogelijk beeld ervan voor Vlaanderen in zijn geheel. Dat dezelfde of jongere specialisten de inmiddels ook alweer oudere gegevens kritisch zullen moeten bijwerken, zou uiteraard deel uitmaken van die totale taak.
Voor de situering van het bedevaartvaantje in zijn religieuze, artistieke en volkskundige samenhang verwijzen we