In meroriam dom Nicolaas-N. Huyghebaert osb
(1912-1982)
Onverwacht overleed te Brugge op 20 november 1982 dom Nicolaas-N. Huyghebaert, benedictijn van de Sint-Andriesabdij van Zevenkerken, docent in de middeleeuwse kerkgeschiedenis aan de Université Catholique de Louvain. Enkele weken later had hij zijn zeventigste verjaardag moeten vieren. Bij die gelegenheid zou hem een tweedelig Liber Amicorum worden aangeboden en men wist dat hij zijn emeritaat zou gebruiken voor de voltooiing van een aantal projecten waarmee de geschiedschrijving in Vlaanderen zeker zeer gebaat zou zijn. Zijn Westvlaamse leerlingen en vrienden, die bij hem steeds welkom waren en zo van zijn eruditie en kritische zin mochten genieten, waren dan ook verbijsterd door het nieuws van zijn plotse dood.
Voor Biekorf betekent het heengaan van dom Nicolaas een groot verlies. In de eerste plaats verliest ons tijdschrift een zeer gewaardeerde medewerker. Sinds 1953 publiceerde dom Nicolaas regelmatig boeiende bijdragen betreffende de Vlaamse religieuze geschiedenis in Biekorf. Hij was één van de medewerkers die in staat waren de wereld van de volle middeleeuwen in Biekorf binnen te brengen. Toch kon hij daarnaast ook over de zestiende- of negentiende-eeuwse Vlaamse geschiedenis schrijven. Zelf getuigt hij dat hij door zijn medewerking aan Biekorf heeft leren publiceren in het Nederlands. Het gaf hem bovendien de gelegenheid vriendschap te sluiten met Antoon Viaene, voor wie hij in Biekorf (79, 1979, blz 193-199) een ontroerend in memoriam schreef. De dood van Viaene was door dom Nicolaas als een ‘perte très sensible’ aangevoeld.
De speciale affiniteit van dom Nicolaas met Biekorf blijkt niet alleen uit het twintigtal bijdragen dat hij plaatste in ons tijdschrift. Veel medewerkers van Biekorf, en zeker ook een groot aantal leden van het berek, weten dat hun vorming voor een groot deel bepaald is door hun jarenlange vriendschappelijke contacten met de geleerde monnik van de Sint-Andriesabdij. Wie een middag mocht doorbrengen in zijn gezelschap, deed er evenveel wetenschappelijke vorming op als tijdens een academisch seminarie. En tenslotte is er een derde reden waarvoor Biekorf dom Nicolaas dankbaar moet zijn. ‘La petite revue brugeoise’ zoals hij ons tijdschrift in 1963 eens genoemd heeft, werd door deze academische docent ook in de internationale wetenschappelijke tijdschriften geciteerd en bekendgemaakt. Meer dan eens publiceerde hij opgemerkte kroniekrecenties van bijdragen uit Biekorf in de Revue d'Histoire Ecclésiastique. In zijn eigen studies achtte hij het dikwijls nodig te verwijzen naar een artikel of een korte notitie (die hij dan soms ‘un articulet’ noemde) in Biekorf. Op die manier verplichtte hij ons tijdschrift op peil te blijven, in het bewustzijn dat de blikken van de wetenschappelijke wereld op ons gericht zijn.
In deze enkele regels wilden wij de betekenis van dom Nicolaas-N. Huyghebaert voor ons tijdschrift belichten. Veel bleef daardoor onbesproken: zijn betekenis voor de geschiedschrijving in West-Vlaanderen en voor de kennis van de geschiedenis van Vlaanderen en de Vlaamse wereld in het buitenland, zijn kwaliteiten als gastvrije monnik, als leermeester en als vriend.
N.G.