Biekorf. Jaargang 83
(1983)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fortuintoestand der Brugse kloosters in 1796Op 17 nivose jaar IV (6 januari 1796) werd een eigenaardige staat opgesteld, een fortuinstaat van de inwoners van Brugge. Deze lijst, die te weinig gekend is, bevat de schatting van het fortuin, het bezit, geëvalueerd in livres de France van de meeste inwoners van Brugge. Ze draagt als opschrift: Résumé des cahiers contenants l'évaluation en numeraire metallique du capital des habitants et autres absents de la ville de Bruges, dans lesquels capitaux sont compris tous les biens en général dans tels lieux qu'ils puisent être situé, le tout en conformité de l'arrêté des administrateurs du dép de la Lys du 30 frim. IV reldtif à la loi du corps législatif de la Republique du 19 frim. dernierGa naar voetnoot(1). Ook de kloosters werden erin opgenomen, enkele maanden dus voor hun afschaffing. We geven hieronder deze kloosters, in de volgorde van de omvang van hun fortuin, de ‘armsten’ vooraan, de rijkeren (de abdijen!) daarnaGa naar voetnoot(2).
Deze lijst roept enkele vragen op. Het is niet gekend welke criteria werden aangewend om tot deze getallen te geraken. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat nogal willekeurig werd te werk gegaan. Het is bvb. onwaarschijnlijk dat de refuge van de Sint-Andries-abdij een zulkdanig omvangrijk fortuin zou hebben gehad; veeleer zou dit het cijfer kunnen zijn van de abdij zelf, die op het huidige Sint-Andries lag, en dus niet opgegeven wordt omdat alleen kloosters binnen de Brugse stadsmuren werden opgenomen. Het valt op dat de hospitalen en belangrijke (en rijkere?) kloosters in de opgave ontbreken. De afwezigheid van de kapittels die zeker een bezit hadden dat het schatten waard was, is frappant. Maar ook andere instellingen staan er niet in: de kartuizerinnen, de kapucijnen, de Sint-Godelieveabdij, enz. Aangezien de lijst reeds dateert van enkele weken nadat het re- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
glement of de verordening tot tellen van de bezittingen werd uitgevaardigd, is het duidelijk dat de getallen niet het resultaat kunnen zijn van een diepgaand en ernstig onderzoek of van een nauwkeurige inventorisatie. Toch is deze schatting merkwaardig en het lezen waard, al was het maar om te weten door welke bril de vroege Brugse republikeinen hun eigen Brugse kloosters bekeken en beoordeelden. L.V.A. |
|