Bibliografische noot
Jozef Maes heeft inzonderheid in delen twee en vier van zijn Beselaarse Gedenkboeken (De Windmolens, Brouwerijen, Herbergen en de Toveresse Parochie, 1958, en Het Markiezaat van Beselare, met een aanhangsel over Folklore en Heksen, 1965) het materiaal gepubliceerd waarnaar wij verwijzen. Het aangehaald verhaal van Warden Oom is opgenomen in Grepen uit aardig Mensenleven. Een bijdrage van Lodewijk De Wolf, een tijdlang ook onderpastoor te Beselare, is opgenomen in Biekorf. 27ste jaargang, (1921), blz. 273-278.
Voor de lotgevallen van Roger van Robais zij verwezen naar de studie van A.C. De Schrevel: Le Protestantisme à Y pres et dans les environs de 1578 à 1584 d'après des comptes contemporains in Analectes pour servir à l'histoire ecclésiastique de la Belgique, derde reeks, IX, 1913.
Voor het algemeen klimaat rond hekserij in onze gewesten is het werk van Hervé Stalpaert: Toverije in het Brugse Vrije, 1950, nog altijd bruikbaar. Het boek bevat tevens een goede bibliografie, uiteraard enigszins verouderd, en gericht op de volkskunde. Recent is Heksenprocessen in de Nederlanden door dr. Fernand Vanhemelryck, 1982, waarin het verschijnsel in al zijn gruwelijkheid wordt behandeld.
De jongste jaren publiceerde J. Monballyu enkele studies over heksenprocessen, voornamelijk in Brugge en de kasselrij Kortrijk (Volkskunde, jg. 1980-81, De Leiegouw, jg. 1982, enz.), meestal vanuit rechtshistorisch standpunt. Voor Heestert bijvoorbeeld behandelt hij verscheidene 17de eeuwse processen. Ook hier dus heeft de volkszeg ‘Heestert en Moen, waar de toveressen broên’ (J. Cornelissen, Ned. Volkshumor op stad en dorp, II, 227), net zoals te Beselare, een historische achtergrond van waargebeurde feiten.
Wij danken van harte de heer Oswald Maes, zoon van de bovengenoemde auteur én regisseur van de Heksenstoet, die ons omstandig over het ontstaan van de stoet heeft ingelicht en ook de gegevens uit Oudewater aanbracht, daarbij verwijzend naar de studie van Rika Muchez: De Heksenwaag, 1965.