Bij een geslaagde vernieuwing
Het museum O.L. Vrouw-ter-potterie
Bijzonder aantrekkelijk in de nieuwe presentatie werd dit museum nu via gangen, ruime en kleine kamers, kerk en toegangsportaal tot een nieuw geheel verwerkt. Overal een keurige en exacte didactische begeleiding. Ook esthetisch werd zowel door de groepering van kunstwerken, door plotse gewilde kaalheid, door dan opvallend een gehele zilveren wand van vaatwerk, een verscheidenheid bereikt die slechts gelukkig kan worden genoemd.
Schitterend is de aflaatbrief uit 1354, jammer genoeg niet dan fotografisch uitvergroot vertoond; met afzonderlijk presentatie van de miniatuur van de oordelende Christus, met bazuinende engelen, en aan de voeten de lichamen die uit de lijkkisten opstaan. Daarboven een band met, opnieuw in waterverftechniek, de uitreiking aan de ziekentafel (met broeder en zuster achter de tafel), de ziekenverpleging (duidelijk nu twee zusters), én een zgn. schatkistvoorstelling. Dit laatste is wel aan nadere uitleg toe.
Op dezelfde manier wordt in de entréehall een fotografische afbeelding getoond van de elf cartons (21,5 × 14 cm) voor de mirakeltapijtjes; men kan de vraag stellen voor wie de originelen voorbehouden blijven, gezien de belichting hier zo gering is dat deze de kunstwerken nauwelijks kan deren. Iets dichter bij is een fraaie tekening (XVIIe, waterverf) uitgehangen van de beide kerkbeukjes en links daarvan de tien huisjes. Beeldig.
Tin is er uiteraard netjes met het licht opgeborgen in de spinde; en de keurig gerestaureerde tutores uit de XVe en XVIe eeuw; en de bekende Lazaruskleppers; én zegelstempels, in veelvoud, en de medaljes, netjes achteloos door mekaar gelegd. Er bleven er blijkbaar toch nog een paar achter in de hall van de Karthuizerinnestraat?
Bij de panelen en schilderijen is opvallend hoe weinig namen van schilders evenmin als van schenkers bewaard bleven of teruggevonden werden. Tenzij we die straks wel uit de catalogus kunnen vernemen.
Tot slot een paar heerlijke boekbanden nog: o.m. van Anthonius van(de) Gavere (bekend 1479-1499), binder en schrijver; van Willem van de Velde (bekend 1515-1519), naast andere, nog niet bekende schatten gegroepeerd. En in de eerste zaal de Graduale uit 1469, 39 × 28 cm. waarvan de opdrachtgever bekend bleef dank zij de opdrachttekst binnenin; een versje overigens in De Roovere-stijl. Het betreft Gheraert van Willebeke, van wie nog een tweede schrijfopdracht bewaard bleef, uit 1462, 23 fol., 22 × 15 cm. Hij was binnen deze data bursier-broeder in hetzelfde Potterie Hospitaal.
Een fraai rustpunt voor bezoekers; herkenningspunt voor Bruggelingen.
A. DEWITTE