Biekorf. Jaargang 82
(1982)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Verzachting van strafbepaling voor ‘bekeerde ketter’ te Oudenaarde (1565)Het is overbekend dat Keizer Karel het protestantisme met een heel lange reeks ordonnanties en met een daadwerkelijke inquisitie heeft bestreden. In de zestiende-eeuwse Nederlanden waren er dan ook heel vaak gerechtelijke vervolgingen tegen de overtreders van die plakkaten. Ook de stedelijke schepenbanken moesten dergelijke zaken heel dikwijls berechtenGa naar voetnoot(1). Aldus werd van weghen die schepenen der stad van Audenaerde inden secreten raedt sconincx een supplicatie overgegeven, inhoudende hoe dat bijden hoochbailliu der voerseyde stede gevanghen ende voer hem te rechte gestelt es eenen Jan De Clerck, ter cause dat hij hem vervoirdert heeft te vindene in eenige ongeorloofde vergaderinghe van leecke persoenen, daermen uuytleyde ende interpreteerde eenige passaigen van de heligher scryftuere, jeghens 't uprecht verstandt vander heyligher kerckeGa naar voetnoot(2). Het is duidelijk dat die gevangene de ordonnantiën van de Keizer had overtreden. Hij was aldus verleet geweest te geloovene diversche dwaelingen ende erreuren, dewelcke hij duer goet vermaenen ende neerstige instructie ende onderwijsinge vanden pasteuren der voerseyde stede nu zoe verre gebrocht es dat hij, bekennende zijn erreuren ende dolinghen, bereet es die te versakene ende wederroepen ende ter contrarie 't uprecht geloove van onser moeder der heyliger kercke te belijdene ende hem te wachtene meer met eenighe heretijcken te converseren oft hemlieden eenich faveur te draegene. Deze tot inkeer gekomen Jan De Clerck verzocht alsdan in gratie ontfangen te zijne, sonder te moeten lijden de pugnitie capitale, tegen zulcke overtreders (al en sustineerden zij geen erreuren) gestatueert. Het probleem van de schepenen bestond er in dat zij volgens de inhoud van de ordonnantiën toch de doodstraf moesten toepassen. Het was dus zo dat die Oudenaardse gezagsdragers die pugnitie nyet en souden durfven verzoeten ofte veranderen, ten waere zij daertoe bij zijne Majesteyt geauc- | |
[pagina 39]
| |
toriseert zouden zijn. Derhalve vragen de schepenen een mildere strafbepaling zonderlinge dat de voernoemde gbevangene bekeert zijnde, andere zouden moegen stichten, de goede verstercken ende de dolende tot gelijcke bekeringe verwecken. De Geheime Raad besliste op 9 januari 1565 dat de schepenen van Oudenaarde de peyne van de voerseyden placcate moegen modereren ende veranderen in zulcke andere peyne als hemlieden goetduncken zal, ter exemple van anderen. Deze verzachting wordt toegestaan voer dese reyse alleenlick, indien hemlieden blijcke vande waerachtige bekeeringe des voerseyts Jans De Clerck als voeren.
m. baelde |
|