Gevangeniscellen in Sint-Walburga te Brugge?
De Sint-Walburgakerk te Brugge werd gebouwd volgens plannen van de Jezuïetenbroeder Pieter Huyssens, zoon van een Brugse metselaar. De eerste steen werd gelegd in 1619 maar de kerk kon pas in 1642 worden ingewijd. Men mag aannemen dat haar structuur aan de strikte vereisten van de Orde beantwoordde.
Aan weerszij van het doksaal, dat zich uitstrekt over de volle breedte van het schip, bevinden zich in de muur twee smalle gleuven. Zij zien eruit als schietgaten. Het gaat om vensternissen die behoren bij twee kamertjes daarachter, elk voorzien van een deur die kan vergrendeld worden.
Welke is oorspronkelijk de functie geweest van deze ruimtes die doen denken aan gevangeniscellen? Hadden zij een rol te vervullen binnen de architectuur van het kerkgebouw, dienden zij als bergplaats voor materiaal dat op het doksaal gebruikt werd, of waren zij bestemd voor leerlingen van het Jezuïetencollege die de kerkdienst niet samen met de andere leden van de schoolgemeenschap mochten bijwonen? Was zulke sekwestratie toentertijd gebruikelijk, ook in colleges elders? Is daarover vroeger iets gepubliceerd?
G. GYSELEN