Biekorf. Jaargang 81
(1981)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 287]
| |
Herkomstmerken uit 1480
| |
Trechte vanden wracken tusschen Damme ende Oostende 22 okt. 1480Ute dien dat gheschil gheresen was voor tcollege van scepenen van Brugghe tusschen burchmeesters ende scepenen vander stede vanden Damme ende burchmeesters ende scepenen vander stede van Oosthende of andre. ter causen van dat de voorseijde vanden Damme deden zegghen hoe dat de voorseijde stede een oude gheprevilegierde stede was, stapele hebbende van haringhe. ende dat zit gheuseirt hadden van ouden tijde te teekene ende zeghelne den wracken harijnc inden hals met hueren teekene, zonder dat den voorseijden van Oosthende gheoorlooft was huere teekene of zeghele vanden wracke te makene zo gheliic die vanden Damme, als dat er lettel of gheene distincxie of verschil tusschen ware; ooc hadden zij tvoorseijde wrac gheteekent inden hals (...) t met- | |
[pagina 288]
| |
ten behoorden van doene, daermede groot grief doende de voorseijde vanden Damme, also zii zeijden; daer jeghen de voo[rseijde] van Oosthende zeijden dat zii tghuent dat zii useirden, gheuseirt hadden van langhen tiide, ende dies vermochten bii diverschen [redenen]; hendelic de voorseijde partien waren content ende te vreden dat persoonen gheordonneirt worden omme hemlieden te hooren ende vriendelic te verliikene, up dat men conste; ende cooren de ghedeputeirde vanden Damme te wetene Clais vanden Beckene, burchmeester, Hellin vander Gracht, Xpristoffels Marcholf, scepenen, ende meester Jan Lannoot, pensionaris, van huerer zijde Mer. Jan van Nieuwenhove, ruddere; Adriaen de Haze ende Anthuenis vanden Berghe, scepenen van Oosthende, meester Guillame Haultan, ende biiden voorseijden college waren daer toe ooc gheordonneirt: dheer Jan Caneele ende Jacop de Heere, scepenen, ende Boudin Haghebaert, pensionaris. De welke volghende desen de voorseijde partien al int langhe ghehoort hebben van hueren voorseijden ghescille, ende zo verre daer tusschen ghesproken als dat de voorseide partien veraccordeirt zijn inder manieren hier naer verclaerst, te wetene: dat de voorseijde van Oosthende maer en zullen moghen teekenen metten teekene of zeghele vanden wracke noch ter plecke daer zij jeghewoordelic teekenen. te wetene in den hals, dan toot alder heleghemesse eerstcommende; ende es biiden voorseijden persoonen ende bi overeendraghene van beede partien een teeken gheadviseirt ende de plecke hoe de voorseijde van Oosthende tvoorseijde wrac van dan voorts teekenen zullen, te weten inden buuc vander tonne met eenen eenkel compas, altijts volghende tcompas vander ronne. Ende als vander iniurien, die elc vanden voorseijden partien mainteneerden hemlieden ghedaen wesende in tghuent dat voorseijt es. ende ooc den intereste ghepretendeirt bijden voorseijden vanden Damme: de voorseijde vriendelijke middelaers zegghen ende houden dit hiermede met allen afgheleyt ende te nieuten, ende beede de voorseijde partien goede ghevrienden te blivene, ende huere coopmanscepe ende negociacie broederlijke te useirne, behoudende in alle andre zaken elcx rechte. Al welke ordonnancie beede de voorseijde partien verkent hebben voor tvoorseijde college van scepenen ende aldus beloof te onderhoudene, ghedaen den twintichsten doch van octobre, int jaer duust vierhondert ende tachtentich.
RAB, Charters Vrije, nr. 478; scr. B. Haghebaert. |
|