Biekorf. Jaargang 81
(1981)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |||||||||||||||||||
[Nummer 2]Cornelis Schuute en een onlangs ontdekte almanak voor 1551De Brugse docteur in medicinen, zoals Schuute zich meestal noemt, behoort vermoedelijk niet tot de plejade artsen uit de zestiende eeuw die ook buiten de landsgrenzen naam en faam hebben verworven. Het weinige dat over hem bekend is, valt hoofdzakelijk af te leiden uit zijn geschriften, voor zover ons deze via biografieën, bibliografieën en exemplaren zijn overgeleverdGa naar voetnoot(1). Dit zou moeten aangevuld worden door een stelselmatig gevoerd onderzoek van het archief van het Sint-Janshospitaal te Brugge, waaraan Schuute als arts verbonden wasGa naar voetnoot(2); binnen het bestek van deze korte bijdrage kon dit niet gebeuren en ik laat deze kluif gaarne aan een Brugs historicus over. In de meeste van zijn publikaties - een vijftiental - noemt Schuute, Schute of Schuutius (Cornelis, Cornille of Cornelius) zich doctor in medicijnen, éénmaal professor medicinae. Nergens vermeldt hij zijn afkomst. De Meyer in zijn Analectes médicauxGa naar voetnoot(3) laat hem in Zeeland geboren worden en sterven in 1580; welke zijn bron is, deelt hij | |||||||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||||||
niet meeGa naar voetnoot(4). Of is hij afkomstig uit Amsterdam, zoals de drie Sint-Andrieskruisen op het wapen laten vermoeden (zie ill. 1)? De biografen Foppens en Eloy beweren dat hij het doctorsdiploma in 1541 te Leuven behaaldeGa naar voetnoot(5); Bergmans is voorzichtiger en acht het waarschijnlijk dat Schuute te Leuven studeerdeGa naar voetnoot(6). Hij staat niet ingeschreven op de rol van de Leuvense UniversiteitGa naar voetnoot(7). Van 1542 tot in 1564-65 woont Schuute te Brugge in een huurhuis van de St.-Donaaskerk in de WulfaertstrateGa naar voetnoot(8). Het enige dat we aangaande Schuute's verblijfplaats nog vernemen, is in 1553, toen hij slechts ‘pour cest heure’ in Antwerpen ‘en la rue de Chambre, prez le Schutters put’ verbleef - de tijd om de pronosticatie op de meridiaan van Antwerpen te berekenen? Evenzo verbleef hij in 1561 een uur ‘en la Haye Dhollande’. Dat hij zich inderdaad te Antwerpen en daarna te 's-Gravenhage zou gevestigd hebben, zoals De Meyer en Bergmans schrijven, is vrijwel uit te sluiten. Van Cornelis Schuute zijn tot nog toe veertien almanakken en pronosticaties in druk bekend. In de inleiding tot de pronosticatie voor 1535 vertelt hij hoe hij door enkele goede vrienden verzocht werd een pronosticatie met almanak te berekenen op de meridiaan van Brugge en van het Vrije. Met deze uitgave zet de rij in die, weliswaar met talrijke onderbrekingen, in 1561 wordt afgesloten. Of Schuute gedurende al die tijd elk jaar een pronosticatie en een almanak op de markt heeft gebracht, weten wij natuurlijk niet met zekerheid maar is zeer wel mogelijk. | |||||||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||||||
Als drukker van Schuute's almanakken en pronosticatiesGa naar voetnoot(9) ontmoeten wij achtereenvolgens Willem Vorsterman, Hendrik Peetersen van Middelburch en diens weduweGa naar voetnoot(10). Peetersen heeft ongetwijfeld onmiddellijk na de dood van Vorsterman dezes taak voor de Brugse arts overgenomen. Dat er vóór 1549 - datum van de eerst bekende uitgave van Schuute's pronosticaties door Peetersen - al relaties tussen de auteur en zijn nieuwe drukker bestonden, blijkt immers uit twee werkjes bij Peetersen van de pers gekomen. Het eerste is de tekst van een lezing die Schuute te Brugge gehouden had over de therapie van glaukoom bij Galenos, verschenen in 1546. De titel, Dissertatio de medicina, door Bergmans uit oudere biografieën overgenomen en die hij blijkbaar niet heeft kunnen controleren, is vermoedelijk de in 1546 gedrukte Oratio (zie in de lijst achteraan, nr. 16). Een jaar later is er bij dezelfde drukker een werk verschenen dat bij SweertiusGa naar voetnoot(11) voor het eerst vermeld wordt; de titel luidt daar ongeveer als volgt: Disputatio astrologica contra Diarium Almanachum Petri Bruhesii à Rithoven... (lijst nr. 15). De auteur richt er zich in het Grieks tot Franciscus Craneveldius en in het Latijn tot Dominus Halainus. AndreasGa naar voetnoot(12) voegt hier nog iets aan toe. Ongetwijfeld bedoelt Van den BonGa naar voetnoot(13) dit geschrift waar hij het heeft over Schuute als auteur van een Grieks-Latijns werk ter bestrijding van astrologie en andere magische praktijken en kwakzalverij in de geneeskunde, in casu gericht tegen Petrus BruhesiusGa naar voetnoot(14). Noch van de Oratio noch van de Disputatio | |||||||||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||
heb ik een exemplaar kunnen inzien, maar beide drukken zijn recent bibliografisch vastgelegd (zie lijst nr. 15 en 16). Hoewel pronosticeren niet direct een medische aangelegenheid was, hebben zich toch heel wat artsen aan het opstellen van prognosen bezondigd. Maar om het naar behoren te doen, zo meent Schuute, moet de arts ook de wetenschap van de astrologie beheersen (lijst nr. 13). Bovendien is het volstrekt noodzakelijk dat hij goed Grieks kent (lijst nr. 10). Kennen wij niet zoveel met zekerheid over de levensloop van Cornelis Schuute, wel weten wij hoe hij er uitzag. De arts verzorgde zijn publiciteit: op elke uitgaaf prijkt zijn wapenschild, op zes daarenboven zijn portret. Het wapen is van goud met een dwarsbalk van keel, beslagen met drie Andrieskruisen van zilver, in het schildhoofd twee jachthoorns van sabel, in de schildvoet een schuit van sabel, het geheel getopt met een helm met eenhoornkop en afhangende acantbladeren. Het is niet moeilijk in dit sprekend wapen de naam van de arts te zien: de jachthoorn (cor in het Frans) en de schuit. De drie Sint-Andrieskruisen zijn misschien het Amsterdamse stadswapen, horizontaal! Willem Vorsterman heeft dit wapen de eerste maal afgedrukt: een houtsnede (a), ca. 30 × ca. 30 mm. Hendrik Peetersen van Middelburch heeft daarenboven voor een groot portret gezorgd. Deze houtsnede (140 × 120 mm) stelt Schuute voor met een lange volle baard, halflijfs, gezeten aan een tafel. Hij is gehuld in een met pels geboorde wijde toga en getooid met de baret. De rechter voorarm en de linkerhand rusten op de tafel; in de rechterhand houdt hij een lang opgevouwen papier (zijn doctorsdiploma?); beide wijsvingers zijn geringd. Hij kijkt ons aan met een zelfbewuste blik. In de vrije linker bovenhoek van het door een lijn omlijste portret het wapen (b), gesneden in hetzelfde blok, dat ook de weduwe Peetersen gebruikt. Een derde versie van het wapen (c), ca. 29 × 29 mm, komt alleen voor op de planodrukken - en dus enkel bij de weduwe Peetersen (ill. 1). Thans zijn er twee bekend: een Franse almanak voor 1555 en de onlangs ontdekte Nederlandse voor 1551. Zoals gebruikelijk zijn de almanakken in rood en zwart gedrukt en met kleine houtsneden verlucht. De titel wijst er op dat, hoewel afzonderlijk gedrukt, almanak en pronosticatie samengaan. Het formaat van de eerste - meestal een heel vel in plano - is moeilijk te verenigen met het quarto- | |||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||
Ill. 1. Fragment van de Almanach van 1551, rechter benedenhoek, met het wapen van C. Schuute.
formaat van de tweede. Soms wordt deze moeilijkheid omzeild door op de laatste bladzijde van de quarto-uitgaaf een ‘verkorte’ almanak dwars af te drukken. Dit biedt het voordeel dat de almanak minder vlug geschonden en verloren geraakt zal zijn. De plakalmanak in plano daarentegen is overzichtelijk opgebouwd en laat toe het jaar dag voor dag te volgen. Ongeacht het formaat echter zijn zowel pronosticatie als almanak efemere publikaties die na verloop van een jaar uitgediend hadden en weggeworpen of als oud papier verzameld werden. Van dit ‘oud papier’ kwam er een gedeelte bij de boekbinder terecht die het bij het binden kon gebruiken.
De almanak voor 1551, die nu bijna twee jaar geleden door een Brugs antiquaar aan de h. M. Goetinck uit Brugge werd verkocht, is inderdaad uit een boekband afkomstig (ill. 2). Het vel bedrukt papier zat opgevouwen ter versteviging van de platten van een band. Wèlke, kan de verkoper zich helaas niet meer herinneren; evenmin weet hij nog welke | |||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||
Ill. 2 Almanach ende pronosticatie vanden jare M.CCCCC. ende Li. Verz. M. Goetinck
| |||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||
de inhoud was van die band. Het bruinachtig geworden papier is geschonden: talrijke gaten en scheuren met tekstverlies, één lange snee zonder tekstverlies, aan de rechterzijde. Talrijke sporen van lijm. De tekst is uit een gotiek gezet en in rood en zwart gedrukt. Het hele vel meet ca. 330 bij ca. 460 mm, de zetspiegel 300 bij 370 mm. De tekst is over zeven kolommen verdeeld. De zes eerste zijn horizontaal in twee verdeeld en zijn voorbehouden aan de twaalf maanden. In de zevende kolom staan, onder elkaar, de verklaring van deze almanak, een houtsnede met het aderlaatmannetje en de bijhorende legende, twee houtsneetjes die maans- en zonsverduistering uitbeelden met verklaring, de colofon met het wapen van de auteur. Boven elke maand een langwerpige houtsnede (20 × 42 mm), in twee vakjes verdeeld: links de uitbeelding van de typische maandarbeid van boeren en andere lui, rechts het dierenriemteken (met uitzondering van de maand juli waar het dierenriemteken links staat). De titel, in een groot corps, over de hele breedte van het blad, tussen twee lovertjes in, luidt als volgt: Almanach ende Pronosticatie vanden Iare ons Heeren .M.CCCCC. ende Li. Onderaan het impressum: Gheprent Thantwerpen binnen die Camerpoorte inden Mol by die Weduwe van Henrick Peetersen van Middelburch. In het onderste gedeelte van de zevende kolom rechts van het wapen: Meester // Cornelis // Schuute do//cteur in me//dicinen woe//nende te // Brugge in // de Wulfaertstrate. // By consente vanden Houe // den.x.Octobris, ende gheteekent byden Secretaris M. // Philips de Lens. De langwerpige houtsneetjes zijn voor de almanak voor 1555 opnieuw gebruikt; ongetwijfeld hebben zij in nog andere drukken dienst gedaan. Wie de blokjes voor het eerst gebruikt heeft en tot wanneer ze voorkomen, is een vraag die hier buiten beschouwing moet blijven. Het enige wat ik met deze korte mededeling wilde doen. is de aandacht vestigen op een onbekende druk en bij deze gelegenheid ook op de auteur ervan. Het bekende materiaal is grotendeels samengebracht wat een aansporing mag wezen om het onderzoek, bibliografisch zowel als biografisch, verder te zetten. | |||||||||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||||||||
Verkorte titellijst met verwijzing naar de bestaande al of niet uitvoerige bibliografische beschrijvingenGa naar voetnoot(15) en naar de bekende exemplarenGa naar voetnoot(16).
| |||||||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||||||||
ELLY COCKX-INDESTEGE |
|