Biekorf. Jaargang 80
(1980)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 195]
| |
Uit het verste verleden van Krottegem-kermis
| |
[pagina 196]
| |
Winnaar was een Roeselarenaar, arbeider bij de metaalconstructeur Clemens Bonte. Hij trok iedere dag per fiets naar zijn werk. In de regionale geschiedenis werd overigens een wielerwedstrijd opgetekend kort na bovenstaande, nl. te Moorslede op 20 juni 1869, ter gelegenheid van de viering der tweeduizendste verjaring van Julius Caesars blijde inkomst in onze strekenGa naar voetnoot(4). Begin augustus van hetzelfde jaar waren de wielrenners, weer ergens te Roeselare, van de partij. Toen won Justin Vandermeere, uit AlveringemGa naar voetnoot(5). Op zijn minst even originele kost bood het Krottegem-kermisprogramma van het daaropvolgende jaar. Zondag 29 mei 1870 trok een geschiedkundige stoet door de parochie-te-wege, oost van de spoorlijn. Aanleiding was de 751ste verjaardag van het overlijden van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen, bijgenaamd Hapkin, overleden op 17 januari 1119 te Roeselare. Het lokale weekblad De Landbouwer telde tienduizend kijkers: De nieuwe parochie van O.L. Vrouw in Spanje, alwaer de bevolking denzelven ingerigt had tot opluistering harer jaerlyksche kermis, gevierd den zondag na O.H. Hemelvaert, ter gedachtenis van het leggen van den eersten steen der nieuwe kerkGa naar voetnoot(6). Vanwaar de idee om met een stoet graaf Hapkin te herdenken? De viering van Julius Caesar's intocht te Moorslede het jaar tevoor had misschien bevruchtend gewerkt. Dit kan wellicht verklaren waarom de mannen van Krottegem een jaar telaat waren: men viert doorgaans gemakkelijker een 750ste verjaardag dan een 751ste. Of misschien had men het idee pas van de Gentse geschiedschrijver Frans de Potter, wiens handschrift Schets eener Geschiedenis van de Stad Roeselare op zondag 11 mei 1870 door de letterlievende maatschappij De Vriendschap te Roeselare werd bekroondGa naar voetnoot(7). Hapkins dood zal men wel enige tijd vóór die bekroning hebben moeten gelezen om die stoet nog tijdig ineen te steken: De eerste maal, dat de stad Roeselare in de chronieken als het schouwtooneel ener gewichtige gebeurtenis voorkomt, is in het jaar 1119, wanneer Boudewijn met de Bijl, een van Vlaanderens rechtvaardigste en krachtdadigste vorsten, er overleed aan de gevolgen eener wonde, bekomen in den slag van Angers... De Roeselaarse Boudewijn-Hapkinstoet 1870 schonk ongetwijfeld alle aandacht aan de man, die door graaf Hapkin op zijn sterfbed tot opvolger was aangesteld, met name graaf Karel de Goede. reeds goed op weg om enkele jaren later de patroonheilige van de antiliberale strijd te Brugge te wordenGa naar voetnoot(8), en om de hoofdrol weg te dragen in toneelstukken voor de studentikoze, vlaamsgezinde spelersgilden van Albrecht Rodenbach en zijn vrienden. Bij die stoet van Krottegem-kermis 1870 speelde waarschijnlijk ook de kapelaan een belangrijke rol: Jan August Clarysse, neogo- | |
[pagina 197]
| |
tisch kerkenbouwer, geleerde kenner van het verleden, bevriend met priester Alfons de Leyn, één van de grote ijveraars voor de zaligverklaring van graaf Karel de GoedeGa naar voetnoot(9). J. Huyghebaert |
|