Biekorf. Jaargang 79

[p. 359]

Een Duitse Ulaan sneuvelde in september 1914 bij Proven

Wijlen Aimé Claeysoone was bij het begin van de eerste wereldoorlog waarnemend gemeentesecretaris te Roesbrugge-Haringe, nu onder Poperinge. Hij heeft met grote nauwkeurigheid de gebeurtenissen op zijn gemeente en in de streek opgetekend. Zijn dagboek wordt afgesloten op 5 december 1918: de Franse troepen keren die dag naar huis terug en het muziekkorps staat, de namiddag lang te spelen op het marktplein te midden van de algemene volksvreugde.

Misschien komt het vroeg of laat tot een uitgave van dit geschrift. Wij mochten er alvast een passus aan ontlenen die het tragisch persoonlijk aspect van de gebeurtenissen helpt belichten. Het betreft een brief die op een gesneuvelde Duitse soldaat werd gevonden.

Op zondag 13 september 1914 was een groep Ulanen, de meeste te paard, sommige per fiets, langs de steenweg van Krombeke doorgedrongen tot aan de rand van Roesbrugge. Zij namen hun intrek op de hoeve van Jules Lebbe, achter de herberg De Landing, tussen Roesbrugge en Proven. De Franse legerleiding werd hier van telefonisch op de hoogte gebracht vanuit het kantoor van Claeysoone, en stuurde versterkingen. Het kwam tot een schermutseling en aan weerszijden vielen doden. Een Duitse gesneuvelde werd overgebracht naar het ouderlingengesticht te Proven. De Ulanen hadden zich intussen teruggetrokken. De bevolking was zo woedend dat zij de dode de klederen van het lijf trok, hem stampte en sloeg. Dan vond iemand de volgende brief, in het Frans geschreven:

Eisenfeld 23.8-14

Cher frère,

Nous avons reçu tes 2 cartes et nous espérons que tu a recu les nôtres. Comment vas-tu, o^o es-tu à présent? Ici l'enthousiasme est sans limites, tout ce qu'on entend veut aussi partir. Lorsque des citoyens partent nous toutes jeunes filles nous les accompagnons jusqu'au jardin impérial où se trouve le corps des Uhlans.

Chacun aide de son mieux, celui qui ne sait pas aider, donne ce qu'il a pour la croix rouge. Les filles des écoles doivent tricotter des bas et les ainées vont commencer à coudre.

Lorsque avant-hier la nouvelle de la bataille entre Metz et les Vosges nous est arrivée, la joie a été grande, les cloches retentirent, les maisons aborèrent les drapeaux et notre pasteur prêcha sur le pont. Le peuple répondit en choeur par le chant Nun dankt alle Gott.

Otto et Ernest Schmeck nous ont déjà écrit de même que Fritz Edelman. Ecris-nous bientôt aussi une lettre détaillée, ici tout le monde attend avec impatience et angoisse des nouvelles certaines.

Paula et moi nous nous sommes engagées comme infirmières auxiliaires à la + rouge, car en tout cas l'école de Gielberg sera transformée en lazaret. Nous ne pensons qu'à toi ici. Environ 60 jeunes filles se sont inscrites à cela, tu peux voir notre enthousiasme. N'as tu pas encore rencontré de connaissances? Gustave est encore ici; de Paul nous n'entendons presque rien. Paula vient d'écrire une lettre

[p. 360]

à Milly, à part cela je n'ai rien d'autre à t'écrire aujourd'hui. Nous te recommandons à Dieu et souhaitons un joyeux retour. Nous te saluons tous cordialement.

ta soeur Martha.

Un salut tout particulièrement cordial de ta mère.’

Een brief zoals er toen duizende geschreven zijn, aan jongens die nooit meer zijn teruggekeerd. Deze hier werd te Proven begraven.

G. Gyselen