Herders en kudde. Gent en platteland. 1830-1914
Deze aanvullende studie van Jan Art, verschenen in Verh. van de Maatsch. vr. Geschied, en Oudheidk. te Gent, 1979 (XIV, 2), 145 + 75 blz. Bijlagen, sluit rechtstreeks aan bij zijn bij UGA verschenen werk Kerkelijke Structuur en Pastorale Werking in het bisdom Gent, 1977. Deze studie heeft als voorwerp een periode die in vele sectoren nauwelijks verleden is. Precies door het aanwenden van 19e-eeuwse criteria van onderzoek naar kerkelijkheid ontstaat binnen dit werk een dubbelzinnigheid, waarbij de bedoeling van de auteur naast zijn werkopgave gaat staan; ten onrechte duidelijk. In die zin is het, zoals auteur overigens zelf opmerkt, noodzakelijk dat deze gegevens: zuiver clericale uit de 19e eeuw, aangevuld worden door onderzoek naar andere sociale en culturele groepen uit dezelfde periode, om wat hier duidelijk werd in zijn schamelheid, op zijn juiste globale waarde te interpreteren.
Dat de onkerkelijkheid direct resultaat is van de kerkstructuren is via deze studie opnieuw aangetoond, hoewel daarmee nergens de essentie van deze voorbije cultuur wordt geraakt. Het komt erop aan deze 19e eeuw recht te doen. De visitatieverslagen helpen daarbij de directe impressies op te tekenen, niet de redeneringsschema's die daaruit voortvloeien, of de basis tot de vraagstelling waren.
Dit werd wel even aangeraakt in bedde inleidende hoofdstukken (blz. 33-47) doch het hoofdaccent lag op III: Praktijkgegevens over de stad Gent en enkele randgemeenten, en IV: Praktijkgegevens Platteland en enkele steden (blz. 88-140). Precies in dit vierde kapittel komt, wat het Brugse Vrije betreft, Watervliet scherp aan de orde, Eeklo, als kleine provinciestad, nauwelijks.
F.d.W.
Jan ART: HERDERS EN PAROCHIANEN. Kerkelijkheidsgegevens betreffende het bisdom Gent, 1830-1914. Verhandelingen, XIV, 1979, 223 blz.