Het Brusselse millennium
Na een vloed aan vnlk. platenboeken om 1000 jaar Brussel te vieren: A. Henne & A. Wouters, Histoire de la ville de Bruxelles, Culture & Civilisation, 1975; M. van Hamme, Bruxelles de Bourg rural à cité mondiale (Mercurius, 1968), en Bruxelles jadis (Id. 1975); het betere M. Martens e.a., Histoire de Bruxelles, Toulouse 1976; verder G. Lambotte-Verdicq, Contribution à une anthologie de l'espace bâti bruxellois, de Léopold II à nos jours; La Cambre 1928-1978, Editions Aam 1979; en de prestigieuze verzamelbundel o.l.v. J. Stengers bij Mercator: Brussel. Groei van een hoofdstad (1979) was die herdenking meteen aanleiding tot reeksen tentoonstellingen. De meest intieme ervan was deze in de Kapellekerk onder de titel Tentoonstelling Brusselse Kerkschatten o.l.v. Dr. D. Coekelberghs. De Société Royale d'Archéologie de Bruxelles publiceerde hierbij als Deel 56 (1979) van haar Annales de Catalogue de l'exposition. Trésors d'Art des Eglises de Bruxelles - alleen in het Frans. Merken wij op dat de grenzen van Brussel hier niet parallel konden lopen met de politieke begrenzing, verder dat er praktisch uitsluitend Brabants werk te zien was op een paar bijzondere aardige uitzonderingen na: de Madonna met kind, zijn moeder met de vinger bij de kin strelend, van Conrad Meit (uit de St.-Michielskathedraal) en het nr. 227: monstrans uit 1613 met de merken van Brugge en op naam van Willem van Nieukercke. (Een Karel van Nieukercke bleef bekend uit een proces, 1646, tegen het Brugse ambacht: Inventaris Ambacht, A 36). De monstrans heeft 6 ronde bosse figuren in drie etages boven mekaar: helemaal bovenaan Kristus achter het kruis, rechtopstaande, daaronder centraal een Madonna met kind met
rechts en links een mannel. en vrouwel. figuratie; het uitvoerige tabernakel boven de voet tenslotte bevat 2 monnikenfiguren naast fraaie Coryntische zuilen. De monstrans, h. 66,1, is afkomstig uit de Servatiuskerk van Schaarbeek. Hij werd overigens reeds als nr. 4 tentoongesteld op de Brugse tentoonstelling 1950, met aanduiding dat hij van het Brugse Dominikanerkloooster afkomstig was (Cat p. 13).
Naar het jaareinde kwamen de meest prestigieuze tentoonstellingen klaar: vooreerst deze in het Broodhuis, gewijd aan Rogier vander Weyden. Hiervoor had R.-H. Marynissen woorden over, normaal gebruikt voor mensen die in de Franse Revolutietijd ons patrimonium vernietigden. De tentoonstelling Bruxelles 1000 ans de rayonnement de la culture française was reeds in zijn titeling een politieke gebeurtenis; wetenschappelijke collaboratie werd hier verweten aan vnlk. L. Zylbergeld van de ULB.
Tot slot de Sint-Michiel tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten: een merkwaardige apotheose met handschriften en iconen vnlk., verduidelijkt in een fraaie begeleidingstekst: Sint-Michiel en zijn symboliek (A. Vanrie, M. de Waha, M. Martens), Ed. d'Art Luc. De Meyer, 148 blz., ill.
Melden wij als antithese de fraaie en wetenschappelijk geannoteerde faosimile, bij Martinus Nijhoff (à 435 f), van Jan baptist Chrysostomos Verlooy, Verhandeling op d' Onacht der moederlijke Tael in de Nederlanden (1788).
F.d.W.