De eerste Vlaamse redevoering van Leopold II
Een gemiste kans in Brugge
1887
Toen koning Leopold II op 15 augustus 1887 het tweede officiële Breydelfeest in Brugge kwam bijwonen, had men verwacht dat hij aan de voet van het gevierde monument op de Markt in 't Vlaams zou spreken. Het zou de eerste Vlaamse redevoering van een koning van België geweest zijn. Hij liet de gelegenheid voorbijgaan. Zijn redevoering (opgesteld door zijn vertrouwensman Eugène Banning) huldigt de historische heldenmoed der Vlamingen, doch was in 't Frans. Men nam het hem niet kwalijk: hij had een Vlaamse vertaling op zak (zo beweerde de liberale pers) maar de katholieke burgemeester Visart had hem de lezing afgeraden.
Leopold II heeft, zoals bekend, zonder uitstel gereageerd op de algemene ontgoocheling. 's Anderendaags (16 augustus) verscheen zijn jonge neef (en vermoedelijke troonopvolger) onverwacht te Brugge. De achttienjarige prins Boudewijn sprak sierlijk Nederlands, woonde in de Schouwburg een Vlaamse vertoning van de studenten bij en liet geen woord Frans horen. De geestdrift was algemeen: we hebben een Vlaamse prins! zo was de roep, en ze wilden de paarden uitspannen van de koets die de prins terug naar het station voerde. Pamfletten tegen de Franse redevoering, uitgedeeld door Brusselse studenten, konden de stemming niet storen. Die dag was het begin van de bekende populariteit van prins Boudewijn.
Niet Brugge maar Brussel heeft dan, nog in hetzelfde jaar 1887, de eerste Vlaamse redevoering van Leopold II mogen horen. En wel bij de inhuldiging van de nieuwe Nederlandse Schouwburg in de hoofdstad, op 13 oktober 1887. De koning las zijn rede met klare stem, zijn enigszins duitsgetinte uitspraak kon niet beletten dat hij met geestdrift door de Vlaamse bevolking werd toegejuicht.
Die eerste Vlaamse redevoering wordt door Prof. Dr. Paul Fredericq (Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging, in Vlaamsch België sedert 1830, dl. II, Gent, 1906, p. 212-214) beschouwd als ‘een rechtstreeks gevolg van de grote Breidelfeesten te Brugge, die door de ziel van het Vlaamse volk als een electrische schok hadden doen lopen’ die tot in het koninklijk paleis werd gevoeld.
C.B.