Handschoenen in tiendrecht
1357
Een leen bestaande uit een zesde deel van een tiende die gelegen was in Uitkerke, Scaerphout, Wenduine en St. Jans-op-de-Dijk in de Westwateringhe, was ingedeeld in zes ‘hoeken’. Daaruit gingen, in de oogst, 25 schoven tarwe en 25 schoven haver naar de pastoors van Uitkerke en Scaerphout (Blankenberge). Die pastoors hadden echter op hun beurt een verplichting: zowel aan de tiendenare (de telder van de tienden) als aan de waghenaere (voerman) moeten ze geven ‘een paer scapine hantschoen’ (handschoenen in schaapsleder). - Charter van 4 maart 1357 (J. Colens, Inventaris archieven Blankenberghe, Brugge, 1894, p. 18).
C.B.