Gildeknecht in nieuw tenue
Kortrijk 1775
Zoals ieder respektabele nering hadden de hosteliers (met St. Laurens als gildepatroon) hun eigen gildeknecht. Zijn taak was o.m. ‘by ordre van den deken’ de vergadering bij een te roepen, m.a.w. de leden en ‘bereckers te gaen maenen’. Zijn ‘gagie’ was gesteld op drie pond 's jaars.
De gildeknecht was echter een statussimbool en werd bij tijd in een nieuw tenue gestoken. In mei 1775 legde het gildebestuur het volgend patroon vast in blauw, wit en rood: ‘het kleed van blauw laken met trype opslagers, en van gelijke trype eene veste en eene broek, met witte cnopen aen het kleed ende veste; met roode saye voering op de opslagers, en aen den kraeg met zilver boordekens alleenlijk te beleggen’. (NB. Trype was een fluweelachtig weefsel).
Daarbij kwamen nog ‘een paer witte koussens en een paer schoens’ die door de moderne deken bekostigd werden, en een hoed.
De kleurige knecht verdween uit het straatbeeld van Kortrijk in het jaar 1792, toen de ‘Neyringhe geseyt hosteliers, cabarettiers ende weirden binnen Cortryck’, samen met alle gilden en corporaties, door het nieuw regiem werd opgeheven.
H.V.H.