Geen Frans smeedwerk op de Brugse Markt
1709
De ‘Vrije Vischcoopers’ van Brugge hadden sedert 1469 hun standplaats op de noordzijde van de Grote Markt. Hertog Karel de Stoute had hun die plaats toegewezen en het bezoek van een ander gekroond hoofd - met name koning Lodewijk XV van Frankrijk - was er nodig om hen in 1745 van de Markt naar de Braamberg (voorheen Koornmarkt) te verdringen.
De houten visstallen waren uiteraard geen ornament en geen geurige presentie op ‘die schoone plaetse’ van de Grote Markt. In het vredesjaar 1709 keken de Brugse wethouders uit naar een vernieuwing van het oude marktmateriaal. Voor het smeedwerk werd beroep gedaan op Franse meesters-smeden, waartegen het ambacht van de Smeden onmiddellijk zijn veto stelde. De Brugse meesters beriepen zich op artikel 13 van hun statuten waarin wordt be paald dat in de stad ‘niemand zal kopen of verkopen ijzer dat buiten de stad bewerkt is, op een boete van zes pond parisis’. (Delepierre, Précis analytique III 173). Met het gevolg dat de vernieuwing werd uitgesteld en dat veertig jaar later (1745) de Viskopers hun rotte standplaats op de Grote Markt kwijtspeelden.
C.B