Biekorf. Jaargang 76
(1975-1976)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
De legende van de Drie Levenden en de Drie Doden in beeld en in Vlaamse processiespelen
| |
[pagina 102]
| |
veel ruimer te zijn dan het (tot nu toe gekende) literaire gebiedGa naar voetnoot(4). De legende komt voor in beeldhouwwerk, nl. in zwikken van een paar Brabantse kerken: de Zavelkerk te Brussel; de Basiliek te Halle (zwikken van de kooromgang). Vooral in muurschilderingen van de 15e en 16 eeuw is de legende in vele variaties tot ons gekomen. De muurschildering van Saint-Riquier is een jachtscène met de drie jonge ridders die op hun rit worden gestuit: in hun knekelhand dragen de drie doden de simbolen van dood en graf (gevleugelde pijl, spies en spade). Die wandtaferelen uit de pikardische kerk werden uitvoerig (met hun geschilderde teksten) beschreven door de geleerde organist L. Petit, en na hem in de klassieke gidsboeken (Guide Bleu; Guide Michelin). Sommige handboeken verwarren die legende met de Dodendans, o.m. de Guide touristique de la Còte d'Opale (Rijsel-Douai, 1970, p. 593) en, tot onze verwondering, J. Van Overstraeten in zijn uitstekende Nederlanden in Frankrijk (Antwerpen 1969, p.506). De Legende is ouder dan de Dodendans, ze is als geheel voor de ontwikkeling van de Dodendans van een zeker belangGa naar voetnoot(5). In Nederland staat de legende in muurschilderingen in de Sint-Maartenskerk te Zaltbommel, in de Walburgakerk te Zutphen en de kerk te Muiden bij Amsterdam. In Engeland zijn een twaalftal voorbeelden van de legende van de Drie Levenden en de Drie Doden in wandschilderingen bewaardGa naar voetnoot(6). De schaarste aan muurschilderingen in Vlaanderen wordt in zekere mate (historisch) goedgemaakt door de uitbeelding van het tema in oude processies. In Kortrijk worden door de stad (Stadsrek. 1550-51) wijnpresenten geschonken aan de ‘ghesellen’ die in de Sakramen tsprocessie van 1551 (28 mei) de volgende spelen hadden vertoond: | |
[pagina 103]
| |
De Drie Levenden en de Drie Doden
Houtsnede bij het dodenofficie in het getijdenboek (Horae) door Wynkyn de Worde gedrukt te Westminster in 1494. Op de voorgrond rechts, de visionaire eremiet Makarius die het droomgezicht beleeft en de ridders vermanend toespreekt. | |
[pagina 104]
| |
't spel van Cornelius; Het archief van Veurne bewaarde heel wat oudere getuigenissen over dit spel dat jaarlijks in de H. Kruisommegang van 3 mei werd gespeeld. In 1429 wordt door de wethouders een present van vier kannen wijn toegekend aan ‘de ghesellen spelende van de levende ende dooden’. Voor dit spel levert Roelant van Straten in 1459 ‘drie faus vizagen (maskers) omme de voorseide dooden’. Het spel wordt jaarlijks voort in de ommegang gespeeld. In 1535 staat het nog op het programma, met wijzigingen in de regie die meer en meer van de originele legende afwijken. Gedurende de volgende eeuwen vervalt het processiespel in een makaber vertoon dat tot in 1822 heeft standgehouden. Dan werd het graf met het ‘mekanieke’ skelet vervangen door een doodkist gedragen door vier penitentenGa naar voetnoot(7). Nergens langer dan in Veurne heeft de Legende van de drie levenden en de drie doden, zij het in een nagenoeg onkenbare vorm, zichzelf overleefd. De uitbeelding van het tema in processiespel is zo echt en eigen ‘Vlaanders’ dat ze totnogtoe onbekend moest blijven aan de Duitse kunsthistorici, die niet minder dan drie akademische studiën aan de Legende hebben gewijdGa naar voetnoot(8).
Zoals de Dodendans heeft de Legende haar grootste verspreiding gekend door de houtsnede gedurende de eerste eeuw van de boekdrukkunst, inz. de periode 1480-1550. Voor het gedrukte getijdenboek (Horae; Heures) en de almanak bood de Legende een dankbaar moraliserende illustratie. In de drukkersstad Parijs vooral, waar het tema van Les trois morts et les trois vifs in het portaal van het grote kerkhof (Innocents) gebeiteld stond. De Horae van | |
[pagina 105]
| |
1488 (Parijs, Dupré) zijn ‘verlucht’ met de levenden en de doden tegenover elkaar op twee bladzijden. Zelfs de kleine Compost et Kalendrier des Bergères uit 1499 met houtsneden van Marchant heeft een kleine fries met de ontmoeting van de drie levenden en de drie dodenGa naar voetnoot(9). In Westminster drukte Wynkyn de Worde, Caxtons opvolger, in 1494 een getijdenboek met de Legende van de ‘Three Rioters and Three Skeletons’ in houtsnede op volle bladzijdeGa naar voetnoot(10). Een vroege anonieme prent beeldt figuren uit als koningen en doet dan ook denken aan een houtsnijder uit de Nederlanden. Immers de personages in de bovengenoemde wandschilderingen van Zaltbommel dragen ook een kroonGa naar voetnoot(11), en de enig bekende middelnederlandse (berijmde) versie van de Legende begint met de woorden: ‘Ic ben een coninc machtich ende rike...’Ga naar voetnoot(12) en ontwikkelt de strofen als een dialoog tussen levende en dode koningen. A. Viaene |
|