Brugse poorters gevangen in Barbarije
1567
De Brugse wethouders hadden in het voorjaar van 1567 het bericht ontvangen dat drie poorters van hun stad gevangen lagen in Algiers, met name Pieter van Gavere, Jacob Janssens en Adriaen Guyberchy. In welke omstandigheden die mannen door de Algerijnse zeerovers waren gevangen weten we niet.
Op de vooravond van Witte Donderdag 1567 beslisten de schepenen dat gedurende de aanstaande Paasdagen in al de kerken van de stad een omhaling zou worden gedaan om het losgeld voor de gevangenen bijeen te brengen. De hoofdman van de schadebeletters ging, in opdracht, de predikanten verzoeken ‘alomme in de kercken’ die omhaling aan te bevelen.
De omhaling werd ook uitgevoerd door de schadebeletters, bijgestaan ‘met eenighe van den vrienden van den ghevanghenen’. De schadebeletter droeg een ‘halsband’ (schouderriem) met wapenschild van de stad. De opgehaalde ‘aelmoessen’ werden telkens geteld in het bijzijn van de ‘vrienden’ (familieleden) van de gevangenen en dan overhandigd aan de wethouders ‘omme daermede te voldoene trensoen (losgeld) van de voorseide ghevanghenen’. - SAB. Civile Sententiën, in-4, 1566-67, f. 17.
C.B.