Biekorf. Jaargang 75
(1974)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De keuren van ZwevezeleVoor zover wij weten is er tot nog toe geen enkele keure van een dorpsheerlijkheid uit de kasselrij Kortrijk aan het licht gekomen of gepubliceerd. Ook in de reeks uitgaven van de Oude Costumen van België is het Kortrijkse maar weinig aan bod gekomenGa naar voetnoot(1). De oude Costume van Tielt (1547) werd elders door wijlen Prof. Dr. Eg. I. Strubbe in 1934 uitgegevenGa naar voetnoot(2). Keuren zijn eigenlijk een verzameling van maatregelen die getroffen werden om vrede en rust onder de dorpsbewoners te verzekeren. Feitelijk zijn zij eenvoudige politiereglementen, terwijl de costumen meer het burgerlijk en strafrecht bestrijkenGa naar voetnoot(3). Voor de stad Tielt, hoofdplaats van de roede van Tielt - waarin Zwevezele lag - werden de oudste ‘Cueren en ordinantien’ uit 1415, gepubliceerd in 1882 door J. van Ruymbeke, die dat interessant document niet ontleed heeft of er dieper op is ingegaanGa naar voetnoot(4). Van de heerlijkheid Zwevezele, gelegen in de kasselrij Kortrijk konden wij de keuren terugvindenGa naar voetnoot(5). Het stuk is o.i. een waardevol document voor de geschiedenis van die gemeente en voor de plattelandsgeschiedenis van de streek tussen Tielt en Torhout. Het handschrift, formaat 30 × 21,5 cm, telt acht folio's, waarvan de folio's 1 recto en 2 recto tot en met 6 verso beschreven zijn. Het is geschreven in een mooi regelmatig handschrift uit de 16de eeuw zonder verdere datering. In de rand en in de tekst werden evenwel in de 17de eeuw enkele aanvullingen bijgeschreven. Dezelfde 17de eeuwse pen is ook de auteur van de folio's 6r-6v, of beter, - de nummering is van ons - van de artikelen 44 tot en met 49. De titel (fol. 1r) laat echter toe een meer precieze dag- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tekening van het document voor op te stellen. Op het ogenblik waarop de griffier of scribent het stuk schreef was de heerlijkheid Zwevezele in het bezit van Adriana van Steelandt. In een andere bijdrage over de ‘Heerlijkheid en de heren van Zwevezele’Ga naar voetnoot(6) hebben wij uitvoerig gehandeld over deze Adriana van Steelandt, erfachtige vrouw van Zwevezele. Zij was de oudste dochter van Hellin van Steelandt († 1510) en van Margareta van Halewijn († 1496), en was een eerste maal gehuwd in 1513 met meester Jan Luucx L.U.J., pensionaris van het Brugse Vrije sedert 1508, die overleed op 6 februari 1526. Adriana van Steelandt die de heerlijkheid Zwevezele verheven had op 20 augustus 1524, hertrouwde in of kort voor 1533 met Karel van Idegem, heer van Wieze. Deze laatste verhief Zwevezele als ‘kerckelyck vooght ende bediendelyck man van leene op joncvrouwe Adriaene van Steelandt’ op 20 oktober 1533. Zij overleed na 1552, doch in datzelfde jaar werd de heerlijkheid verheven door haar zoon Lodewijk Luucx, die daardoor heer van Zwevezele werd. Het document moet dus dagtekenen uit de jaren 1524-1552, maar o.i. beter en preciezer uit de periode 1526-1533, de tijd waarin Adriana van Steelandt weduwe was. Inhoudelijk echter schijnen deze keuren heel wat ouder te zijn. Deze Zwevezeelse keuren zijn inderdaad getrokken uit een ‘ouden registre’ (fol. 2r) en zij werden volgens de aanhef van het document van ‘oude tyden’ gevolgd op die heerlijkheid. Op een andere plaatsGa naar voetnoot(7) wordt in het Zwevezeelse archief nog verwezen naar dat oud register, of cartularium, dat in 1419 opgesteld werd, waarschijnlijk n.a.v. de verkoop van Zwevezele op 13 december 1419. In het inventaris van het Zwevezeelse kasteelarchief uit 1784Ga naar voetnoot(8) werd dat oud register uit 1419 nog vermeld. Wellicht wordt het nog in één of ander familiearchief bewaard. Wij durven onderstellen dat deze Zwevezeelse keuren misschien in een eerste redactie, in dat register van 1419 voorkomen, wat zou toelaten de ouderdom van ons document met een flinke eeuw achteruit te schuiven. Ten andere, volgens deze keuren worden de veroordelingen van overtreders uitgesproken door de ‘mannen van den hove’. De 17de eeuwse nalezer heeft | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daarbij geregeld ‘schepenen ende’ (mannen) gevoegd. Zwevezeelse schepenen worden al vermeld in 1421Ga naar voetnoot(9), zodat rechtsplegende ‘mannen’ waarschijnlijk ook ouder moeten zijn. Deze keuren wijzen op het bestaan van een georganiseerde marktdag te Zwevezele. In 1472, toen Karel de Stoute op aanvraag van Jan Van Halewijn, aan Zwevezele een octrooi verleende om er een jaarmarkt te organiseren, werd ook toegestaan de toen vervallen vrijdagmarkt van Zwevezele opnieuw te houdenGa naar voetnoot(10). Op die markt werden, volgens de keuren, vlees, vis e.a. eetwaren verkocht die vooraf door de keurders of waerandeirders moesten onderzocht worden. Er is echter in die keuren geen sprake van verkoop van lijnwaad, waarvoor de vervallen vrijdagmarkt in 1472 bepaald opnieuw in het leven werd geroepen. Dat feit laat ook toe de keuren in de 15de eeuw, en vroeger, te situeren.
***
De diverse artikelen zijn niet thematisch gerangschikt: voorschriften en verbodsbepalingen inzake openbare orde, politie op de eetwaren, onderhoud van de wegen, enz. worden in de tekst door elkaar gegooid. Bij iedere bepaling wordt ook de straf en/of boete vermeld. Die straffen waren de verbanning uit de heerlijkheid, de verbeurdverklaring, boeten en ook ééns het verlies van de vriendschap van de heer (art. 34). Zij werden in meer dan één geval bepaald, naar gelang de omstandigheden, volgens het redelijk goeddunken van de mannen van den hove. (art. 1, 4, 7, 8, 13, 20, 35 en 38). Bepaalde nalatigheden van de inwoners, i.v.m. de brandbeveiliging, werden door de heer vastgesteld (art. 29). Deze kon ook toelating geven zekere daden te stellen die normaal volgens de keuren verboden garen, bv. jagen (art. 5), voortijdige verkoop van wijn (art. 15) en het uitdoen van (grens?)-palen (art. 31). De inhoud van die keuren wijst op een georganiseerd dorpsleven, waarin de heer - die ter plaatse woonde - de eersterangsrol effectief speelde. De baljuw komt slechts sporadisch ter spraak (art. 15, 16 en 42), en over scepenen - en niet: de mannen - wordt gesproken n.a.v. het neer- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leggen van een staat van goed door de voogden van wezen (art. 42). Het beheer van het bezit van de wezen die op de heerlijkheid woonden was streng gereglementeerd. Uiteraard ging het hier om de afstammelingen van inwoners die geen buitenpoorter van Kortrijk waren. Wezen van Kortrijkse buitenpoorters werden, zoals bekend, beschermd door de wethouders en weesheren van KortrijkGa naar voetnoot(11). De openbare orde, in brede betekenis, was verzekerd; de verkoop van bier, wijn, vlees e.a. eetwaren werd geregeld en de hoedanigheid ervan gecontroleerd, en er bestonden vastgestelde prijzen en gewichten voor het brood. Kerk en kerkhof werden beschermd en bizondere aandacht werd besteed aan de beveiliging tegen brandgevaar inz. binnen de dorpskom. Personen en privé-bezit werden beschermd tegen ontvoering, diefstal of beschadiging o.a. door rondlopend vee en varkens. Landlopers en vrouwen van lichte zeden werden niet geduld binnen de heerlijkheid, en om ruzie en twist te voorkomen, inz. in de herbergen, werden dobbel- en teerlingspel verboden. Jacht en visvangst waren gereglementeerd alhoewel die volgens de denombrementen van deze heerlijkheid een exclusief recht van de heer waren. De heerlijkheid beschikte evenwel over hoge, middele en lage justitierechten. In deze keuren wordt daar niet expliciet naar verwezen. Slechts een maal wordt er over de a waerhede’ gesproken (art. 20) waar de mannen over allerhande overtredingen en misdrijven oordeelden en recht spraken. Wij zouden moeten onderzoeken in hoever deze keuren verwant zijn aan andere, en of hun strafbepalingen gelijklopend zjjn met nog te ontdekken gelijkaardige plattelandskeuren uit het Kortrijkse rechtsgebied. Of is er - en wij veronderstellen het - Brugse invloed die niet vreemd is aan hun redactie en taalschat? De heren van Zwevezele, inz. die uit de 15de en 16de eeuw, nl. de families van den Ryne, van Halewyn en Luucx waren van Brugse herkomst en vertrouwd, door hun studies en openbare functies, met wet en recht in Brugge. En, zoals wij vroeger schreven, de heerlijkheid Zwevezele werd in leen gehouden van Nieuwenhove in Oostkamp, dat zelf een leen was van de Burg van Brugge. Die Brugse invloed in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zwevezele in 1813Kerk en dorp, gezien aan de westkant.
Het Kasteel
(naar de tekeningen van Serafijn Vermote). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zwevezele mag zeker niet over het hoofd gezien wordenGa naar voetnoot(12). Wij hebben hierachter de diverse artikelen van de keuren thematisch geordend en samengevat. In bijlage volgt de tekst van de keuren met een glossariumGa naar voetnoot(13). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenvatting van de keurenOpenbare orde.art. 1. - Verplichting voor iedereen de openbare wegen te gebruiken, en te onderhouden, ook die op privé eigendom gelegen, bruggen te leggen waar het nodig is en alle gewoonteverplichtingen na te leven, op de boete die de mannen redelijk goeddunken zal. art. 2. - Verbod zowel bij nacht als bij dag, verboden wapens te dragen, op de boete van 3 p. par. en verbeurdverklaring van het wapen. art. 3. - Verbod slecht volk en bedelaars tussen de 15 en 60 jaar, en niet meer dan eens om de veertien dagen, meer dan één nacht onderdag te verlenen, tenzij dat zij in nood of ziek zijn, op boete van 20 sch. par. art. 9. - Verbod op het kerkhof met de bal te spelen, te kaatsen of ander spel te spelen of kruidenierswaren te verkopen, op de boete van 20 sch. par. art. 17. - Verbod te dobbelen in zijn woning, op de boete van 10 sch. par. Zo dat 's nachts gebeurt bedraagt die boete 20 sch. par. art. 18. - Verbod in herbergen te dobbelen of enig teerlingspel te spelen, als de waard het verboden heeft, op de boete van 3 p. par. art. 22. - Wie bevonden wordt anderen schade toe te brengen, zoals voorzien in de costumen, betaalt een boete van 3 p. par. art. 30. - Verplichting voor de bewoners van de dorpskom, binnen de drie dagen na het bevel, hun teerput (riool, beerput) te ruimen, op de boete van 5 sch. par. art. 31. - Verbod, behoudens toelating van de heer, enige paal te verwijderen, op de boete van 3 p. par. art. 36. - Verbod 's nachts buiten de openbare wegen te gaan en de huizen te gaan beloeren, om te weten wat men er zegt of doet, op straf van verbanning. art. 37. - Verbod iemands man of vrouw te ontvoeren, andermans kinderen of onderhorigen te slaan of zich er aan te vergrijpen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zodat die lieden of hun kinderen gekwetst of onteerd worden, op straf van verbanning. art. 38. - Verbod andermans goed te laten wegnemen of te laten beschadigen door iemands kinderen of onderhorigen, op straf van verbanning zo die schade meer dan 2 sch. par. bedraagt. Wie dat weggenomen goed zou kopen, zal ook verbannen worden of gestraft naar het redelijk goeddunken van de mannen. art. 39. - Verbod vrouwen van lichte zeden meer dan een nacht onderdak te verlenen, op de boete van 20 sch. par. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marktregeling en toezicht op de verkochte waren.art. 10. - Verbod rundvlees op te blazen (om het op die manier een mooier uitzicht te geven), op de boete van 20 sch. par. art. 11. - Verbod ongekeurd vlees, vis of haring te verkopen, op de boete van 10 sch. par. De beenhouwers moeten hun vlees van hun toonbank wegnemen voor zonsondergang. art. 12. - Verbod van nu af minderwaardig vlees op de markt te brengen om het te verkopen, of andere minderwaardige waren te verkopen binnen de heerlijkheid, wanneer de keurders die afgekeurd hebben, op de boete van 3 p. par. en verbeurdverklaring van het vlees. Tenzij op een hun daartoe aangewezen plaats, waar een bizonder teken [gewoonlijk een rode vlag] die verkoop van minderwaardige eet- en koopwaar aanduidt. art. 14. - Verbod aan al wie bakt, brood te koop stellen tegen andere prijzen dan 4, 6 of 12 miten en 1 sch. par., op de boete van 10 sch. par. art. 15. - Verbod wijn te verkopen vooraleer die geprezen werd door de baljuw en de mannen, tenzij met toestemming van de heer, op de boete van 20 sch. par. art. 16. - Verbod bier of wijn te verkopen aan hogere prijzen dan die door de baljuw en de mannen vastgesteld, op de boete van 3 p. par. art. 25. - Verbod mostaard, azijn, saus, gelatine, kaarsen of andere eetwaren die niet gekeurd zijn, te verkopen, op de boete van 10 sch. par. art. 26. - Verbod door de keurders afgekeurde minderwaardige eetwaren te verkopen, op de boete van 20 sch. par. en verbeurdverklaring van die waren. art. 32. - Dit artikel is onduidelijk en met een kruis doorgehaald. Waarschijnlijk betekent het dit: De herbergiers of drankverkopers mogen panden aanvaarden. Deze moesten echter binnen de veertien dagen ingelost worden, zoniet mag de waard die panden verkopen. art. 33. - Verbod van nu af een teken uit te steken dat er wijn getapt wordt, op de boete van 10 sch. par. art. 43. - Verbod brood te verkopen dat niet het gewicht heeft, voorgeschreven door de baljuw en de mannen van de heerlijkheid, op de boete van 3 p. par. Dat brood zal in stukken gesneden worden en de vervalste maat en gewichten vernietigd op kosten van de overtreder. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorzorgsmaatregelen tegen brand.art. 27. - Verplichting voor het haardvuur te zorgen opdat er geen onheil gebeure. De persoon uit wiens huis dat vuur, door zijn nalatigheid zou slaan, zal verbannen worden. art. 28. - Verbod binnen de vier hoeken van de dorpskom vuur te maken in haarden zonder schoorsteenmantel en boven het vuur moet een gepleisterde schouwpijp gemaakt zijn, op de boete van 10 sch. par. Bij wie een met roet gevulde schoorsteen gevonden wordt, deze zal een boete van 5 sch. par. betalen. Zo dikwijls als het opgelegd wordt zal iedereen een ladder beschikbaar stellen die tot halfweg het dak reikt, en ook water en een waterschepper klaar houden op de boete van 5 schapar. De zinsnede: ‘ende den heerdt drieghespannen of meer’ is ons niet duidelijk. Zij moet verband houden met de bouw van de haard in de woning. art. 29. - Verplichting in alle woningen ten minste steeds een ladder te bezitten die tot halfweg het dak reikt, ten gebruike (bij brand) van de bewoner en van de inwoners van de dorpskom, op de boete van 5 sch. par., zo dikwijls als de heer de nalatigheid zal vaststellen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zorg voor het bezit van de wezen.art. 40. - Verplichting over alle wezen die tot de heerlijkheid behoren, binnen de 40 dagen na de dood van een of de twee ouders, voogden te doen aanstellen, ofwel door de vader of door de moeder of door het naaste familielid wanneer er geen ouders meer zijn. Zo er geen familieleden op de heerlijkheid wonen, zullen de heer en de mannen (wet) die voogden aanstellen. Zo de vader, moeder, of het op de heerlijkheid wonende naaste familielid in gebreke blijven, zullen zij een boete van 3 p. par. betalen. art. 41. - Verplichting voor de voogden die tot de heerlijkheid behoren, één maal per jaar en dat met half maart, hun rekening van het beheer van het weesgoed voor te leggen, op de boete van 3 p. par. art. 42. - Verplichting voor de voogden, binnen de veertig dagen nadat zij hun eed als voogd afgelegd hebben, een uitvoerige staat van goed van de wezen neer te leggen voor de baljuw en twee schepenen en de klerk die het wezenregister bijhoudt, dat op de boete van 3 p. par. Zo die voogden nog eens veertig dagen in gebreke blijven, zal de boete 6 p. par. bedragen. Zo dat de voogden onmogelijk is, moet dat vastgesteld worden door de baljuw en vijf schepenen, en dan zullen de voogden geen boete moeten betalen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bescherming van het privé-bezit.art. 6. - Verbod andermans wateren, vijvers of onderwaterstaande meersen leeg te laten lopen. De straf wordt bepaald door | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de mannen naar gelang de grootte van de schade en het misdrijf. art. 7. - Verbod, tenzij met toestemming van de bevoegde persoon, te komen in andermans boomgaarden, tuinen of beluiken, op de boete van 3 p. par., zo het bij dag gebeurt. Zo het 's nachts geschiedt, wordt de verbanning uitgesproken, of een straf door de mannen opgelegd naar hun redelijk goeddunken. art. 8. - Verbod hout te halen of te laten halen op iemand anders erf of beluik, op de boete van 3 p. par. Zo het 's nachts gebeurt wordt de verbanning uitgesproken of door de mannen een straf opgelegd naar hun redelijk goeddunken. art. 13. - Verbod 's nachts of bij onguur weer, herbergen of andere huizen te willen openbreken, op straf van verbanning of op de straf die de mannen naar hun redelijk goeddunken uitspreken. art. 19. - Wie door de dienaar van de heerlijkheid (de prater) bevonden wordt dat hij zelf andermans vruchten, bossen of andere eigendommen beschadigd heeft of dat zijn vee schade aanbrengt van 2 sch. par. of meer, zal die schade moeten vergoeden, aan de dienaar het schut betalen en aan de heer een boete van 20 sch. par. art. 20. - Wie zijn dieren haalt of jaagt uit het schut van de dienaar zal een boete van 3 p. par. betalen of een boete die de mannen redelijk goeddunken zal. Wanneer dat feit betwist wordt zal men de verdachte op zijn eed geloven. Wanneer het tegenovergestelde blijkt op de vergadering of waerhede zal hij verbannen worden en de schade moeten betalen. art. 21. - De eigenaar van de dieren die geschut werden en schade aanbrachten zal een boete betalen van 5 sch. par. De heer geeft iedereen de toelating het vee dat akkerschade aanricht te vangen en dat in het schut van de heer te plaatsen. art. 23. - Verbod de varkens ongeringeld of ongeschild van het erf te laten lopen, op de boete van 5 p. par. art. 24. - Verbod andermans wissen of brandroeden op te rapen of af te snijden, en zo de schade binnen het jaar tot 2 sch. par. of meer beloopt, bedraagt de boete 3 p. par. en moet de schade betaald worden, tenzij er tussen de partijen een overeenkomst getroffen wordt. art. 25. - Verbod plantsoenen of jonge boomplanten of ander tronkhout om te hakken, op de boete van 10 sch. par. Zo de schade groter is dan 2 p. par. wordt de dader verbannen of gestraft naar het redelijk goeddunken van de mannen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacht en visvangst.art. 4. - Verbod te vissen in andermans wateren, op de boete van 3 p. par. Wanneer dat 's nachts gebeurt, wordt de dader ook uit de heerlijkheid verbannen en wordt het visgerief verbeurd verklaard. De mannen kunnen echter ook een straf uitspreken naar redelijk goeddunken. art. 5. - Verbod te jagen, of patrijzen met netten of lokaas of andere vogels te vangen, tenzij met toelating van de heer, op de boete van 3 p. par. en verbeurdverklaring van het gerief. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
art. 34. - Verbod honden te laten lopen in de warande van konijnen van de heer, op de gewone boete en het verlies van de vriendschap van de heer. Dit artikel is met drie schuine strepen doorgehaald. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de 17de eeuw bijgevoegde artikelen.art. 44. - Verbod aan alle herbergiers tijdens de hoogmis en de vesper op zon- en geboden heiligdagen de lieden te laten zitten (en drank of eten of andere dingen te bestellen) tenzij aan reizigers, aan wie dan niet meer dan een pot bier mag besteld worden genoeg om hun dorst te verslaan, op de boete van 3 p. par. zowel voor de herbergier als voor de drinker. Op die tijdstippen geldt het zelfde verbod ook voor het kaatsen klosspel e.a. spelen. art. 45. - Wie met kwade wil en boosaardig opzet God, Maria of de heiligen lastert of hun namen misbruikt, zal aangehouden en in de gevangenis opgesloten worden en daar op water en brood gesteld worden, totdat hij gedurende drie op elkaar volgende heiligdagen, telkens een halfuur, wanneer de lieden de hoogmis verlaten, tentoongesteld zal geweest zijn, met een ring (aan de voet) en met de ijzeren halsband, tot hun vernedering en als voorbeeld voor de anderen. Anderen die eveneens valse eden doen of zweren zullen terstond in de ijzeren halsband geklonken worden, volgens het goeddunken van de heer, de baljuw of de mannen van de heerlijkheid. art. 46. - Verbod voor iedereen, oud of jong, met stenen naar de glasramen van de kerk te gooien, op de boete van 10 sch. par. en het herstellen van de schade, zo dikwijls als het zal gebeuren. De ouders of meesters zijn verantwoordelijk voor de schade die de aan hun gezag onderworpen minderjarigen aanrichten en zij zullen dezelfde boete en schadevergoeding aan de kerk betalen, alsof zij zelf de overtreding zouden begaan hebben. art. 47. - Herbergiers moeten er voor zorgen dat zij op de kamers of zolders geen urineafleiders plaatsen die op de openbare weg lozen en zo de weggebruikers kunnen bevuilen, op de boete van 3 p. par. te betalen door de herbergier én de vuile dader. art. 48. - Verbod aan de herbergiers in hun huis, op kamers of zolders met speellieden dansen in te richten, andere dan ‘trappelinge’ mits toestemming van de heer, dat om alle ruzie en twist te voorkomen. Die dansen moeten plaats hebben op de gewone (ruime, open) plaats, op de boete van 20 sch. par. voor de herbergier, en 5 sch. par. voor de speelman. Uitzondering wordt gemaakt wanneer men gedwongen was door onweer te schuilen. art. 49. - Verbod de herbergen open te houden na negen uur 's avonds. V. Arickx | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tekst van de Keure(fol. 1 r) Kueren ende vermueghen dienende / ter heerlichede van Zwevezeele / thoebehoorende Joncvr. Adriane / van Steelandt, erfachteghe vrauwe vanden / zelve heerscepe etc. (fol. 2 r) Cueren dienende ter heerlicke ende heerscepe / van Zwevezeele vutghetrocken / vuten ouden Registre ghelyck ende / inder manieren datmense van oude / tyden ghecostumeirt gheweyst heift / van houdene ende dat elc up al zulcke / peyne ende boeten als hier naer elc by zondre / ghespecifiert staen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eerst(1) Item dat elc zal houden (gewijzigd in tekst tot: ghehouden zijn up gherechteghe) up tzyne gherechteghe weghen te ghane, ongherechteghe weghen te verstekene, bruchstocken te legghene daer zy behooren ende voort alle maniere van gheboden die van ouden tyden ghecostumeirt zyn up al zulcke boete als de (bijgevoegd in de rand: scepenen ende) mannen vanden hove ende heerscepe goetdyncken zal. (2) Item dat niement wy hy zy en draghe by daghe noch by nachte, kante peden, langhe messen diemen heet praessche messen, boghen met vyandelicke ghescutte, hamers, glavien, handt haexen, loodtclompe, hooftwapene (bijgevoegd in de rand: ofte ,bussen buyten heerweghen ofte besiden swechs) noch eeneghe andre maniere van wapenen die verboden staen naer den verboden (deze drie laatste woorden zijn later doorstreept en daer boven werd bijgeschreven: volghende dordonan.) vanden lande van Vlaendren, elcken up de boeten van III lib. paris. alzo dickent als dat ghevalt, ende de wapene sheeren wille. (3) Item dat niement wy hy zy nu voordan en herberghe truanten noch truandteghen (bijgevoegd in rand: rabauwen ofte rebelsteren) meer dan eenen nacht, diere lydende binnen XIIII nachten, die boven den XV jaren oudt zyn ende beneden den LX jaren, het en zy dat zyt openbaerlycken nood hebben, zulck dat zy haer broot niet winnen en mueghen ende die nood ghetoocht zy. Alzodickent alsment bevynden zal upde boete van XX sc. paris. (fol. 2 v) (4) Item dat nyemendt en vissche in ander lieder watere dan in tzyne, het en zy huerynghe, of by wille ende consente van partien, up de boete van III lib. par. up dat gheschiet by daghe of by nachte, ende up (dit laatste woord doorstreept nadien, en bijgevoegd in rand: bovendien) ghebannen te zyne vanden heerscepe up dat gheschiet by nachte, ende tharnasch verbuert of emmer up zulcke peine of punicie als den (bijgevoegd in de tekst: scepenen ende) mannen redelicke dyncken zal. (5) Item dat niement en jaghe noch en pertryssere met gaerne (bijgevoegd in rand: stricken) of by amoeerse, noch en voghele, zonder consent vanden heere, up de boete van III lib. par. ende tharnasch verbuert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6) Item dat nyement ander lieder watere of en late van vivers van meerssche noch eldere. Ende zoe wie bevonden worde yemende scade ghedaen hebbende, zoude ghepuniert werden ter ordonnancie vanden (bijgevoegd in rand: scepenen ende) mannen, naer de quantiteyt ende grootte vander scade ende mesdaet. (7) Item dat nyemendt in ander lieder booghaerden, lochtynghen of bevang en ga noch en comme, het en zy by oorlove ofte consente vanden ghuenen diet toedient of toebehoort, es te wetene by daghe up de boete van III lib. par. ende by nachte up den ban ofte zulcke (bijgevoegd in de tekst: punitie als de scepenen ende mannen redelick dincken zal). (8) Item dat niement wye hy zy eenich houdt hauwe ofte doet halen up ander lieder erve ofte beloke yemende scade doende II sc. par. of meer, zonder consente van dient toedient ofte toebehoort by daghe zal boeten (deze twee laatste woorden doorstreept en daarboven bijgevoegd: up de boete van) III lib. par. Ende by nachte up den ban ofte emmer up al zulcke peyne als den (bijgevoegd in rand: scepenen ende) mannen redelicken dyncken zal naer de quantiteyt ende grootte vander stade ofte mesdaet. (fol. 3 r) (9) Item dat nyement den bal en slae, noch en kaetse, noch penewaerde en vercoope, noch ander spel en spele up tkerckhof, elcken up de boete van XX sc. par. Alzo dickent alsment bevinden of ghevallen zal. (10) Item dat niement rendvleesch en blase, up de boete van XX sc. par. Alzo dickent als dat ghevallen zal. (11) Item dat niement vleesch, visch, harync en vercoope het en zy ghewarandeirt, up de boete van X sc. par. Alzo dickent alsment bevinden zal. Ende emmere dat de vleeschhauwers ghehouden zullen zyn met hueren goede vanden bancke te zyne binnen zonneschyne. (12) Item dat niement van nu voordan wye hy zy, onnatuerlic of ongans vleesch te bancke en brynghe omme vercoopen, noch andre onnatuerlicke penewaerde en vercoope binnen den heerscepe, boven de verboden vanden warandeirders, up de boete van III lib. paris. ende tvleesch verbuert, het en ware ter plecken daermet [1. daerment] hemlieden bewysen zal, ende dat by teekenen. (13) Item dat niement wie dat hy zy by nachte ofte ontie eeneghe forche ofte tracht en bedrive up eeneghe herberghen ofte andre huusen up ghebannen tzyne vuten heerscepe voors. ofte up al zulcke punicie als den (bijgevoegd in rand: scepenen ende) mannen vanden zelve hove goet ende redelicken dyncken zal naer de qualiteyt vanden faite of mesdaet. (14) Item dat gheen backers noch gheen backeghen noch niement wie hy zy gheen ander broot en backe dan broot van IIII miten (cijfer en laatste woord doorstreept) van VI miten van XII miten ende van [een?] sc. up de boete van X sc. paris. Alsoe dickent alsment bevinden zal. (fol. 3 v) (15) Item dat niement van nu voordan wyn vercoopen en zal voor ter tyt dat wye hebben doen prysen byden balliu (bijgevoegd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in rand: scepenen ende) ende mannen, ten ware by consente vanden heere, up de boete van XX sc. paris. (16) Item dat niement wyn noch bier en vercoope, hoogher dan by ghepryst staet ende ghefucrt by den bailliu (bijgevoegd: scepenen) ende mannen up de boete van III lib. par. Alzoe dickent alsment bevinden zal. (17) Item dat niement dobbel spel en houde, by nachte up de boete van XX sc. par. ende by daghe up de boete van X sc. paris. Alzo dickent alst ghevallen zal. (18) Item zoe wye dobbelen zal of eenich spel spelen met teerlynghen boven den verbode vander weerdt in wiens huus dat ware up datment mach doen blycken, zal boeten III lib. paris. Alzoe dickent alst ghevalt. (19) (Bijgevoegd in rand bij het begin van deze item: Hier of tachtervolghende dordonnancie van de Mt.) Item zo wye byden ghezwooren dienare vanden heerscepe bevonden werdt dat hy anderen scade ghedaen heeft, met zyne sellefs handghedaet, het zy in coorne, in evene, vitsen, gheerste, ofte in ander vruchten, bosschen of anders, of dat zyn beesten bevonden werden yement scade doende van II sc. par. of meer zal ghehouden zyn die scade te gheldene, den dienare zyn scut te betalene ende zal voort boeten tieghen den heere XX sc. par. Alzo dickent alst ghevalt. (fol. 4 r) (20) Item zo wye den dienare zyn stut neempt ofte ontjaecht naer dat hyt ghescut zal hebben, of dat hy yewers scut ofte vanghenesse ghemaect zal hebben, zal boeten III lib. par. (dit getal doorstreept en daarboven staat: tien pont par. en bijgevoegd in de tekst: of emmers zulcke peyne ende boeten als de scepenen redelyc dyncken zal). Ende zalt ghelooft zyn by zynen eede ende daert bevonden worde in eeneghe waerhede, werdt ghebannen vut den heerschepe, inschelyck huere scade te vergheldene. (21) (Bijgevoegd in rand bij het begin van deze item: Hierof tachtervolghende dordonnancie vande Mt.) Item zo wiens beesten ghevanghen ofte ghescut werden scade doende, zal boeten V sc. par. over boete ende over scut. Ende van alle der ackerscade zo gheeft den heere consent een yghelic te vanghene up tzyne, ende in scut te brynghene ter heerwaert. (22) Item zoe wie wettelicken bevonden werdt, dat hy costumelic den lieden scade doet zal boeten III lib. par. (23) Item dat niement zyn zwynen en late ghaen vut zynen hove, ongherynt [ongherynct] of ongheschielt, up de boete van V sc. par. Alzo dickent alst ghevalt. (24) Item dat niement wissen noch banderoeden en lese noch en snyde, anders dan upt tzyne, binnen den jare scade doende II sc. par. of meer, up de boete van III lib. par. Ende partien haer scade te vergheldene, het en zy by consente van partien. (25) Item dat niement mostaert, aysil, sausse, galentine, keerssen noch gheenerande penewaerde en vercoope onghewarandeirt up de boete van X sc. par. (26) Item dat niement onnatuerlicke penewaerde en vercoope boven den verbode vanden warandeirders zal boeten (deze laatste twee | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woorden doorstreept en verbeterd: up de boete van) XX sc. par, ende de penewaerde verbuert. (fol. 4 v) (27) Item dat een yghelicke zyn sellefs vier beware datter gheen grief of en comme, ende vut wiens huuse dat eerst sloughe by quader waerde ende tgrief dede zoude ghebannen werden vuten heerscepe. (28) Item dat niement binnen den Vier houcken vander plaetse vanden heerscepe up eeneghen heerdt vier en make zonder mantele, met een pipe vute ghaende, het en zy gheplaestert, boven den viere, ende den heerdt drieghespannen of meer up de boete van X sc. par. ende vule cafcoene bevonden V sc. par. Alzo dickent alsment bevinden zal. Ende dat elc leederen stellen zal totten halven dake vanden huusen ghaende, ende watre, ende een hoosevat. Alzoe dickent alsment ghebieden zal, up de boete van V sc. par. (29) Item datmen in alle heerdsteden binder plaetse zal doen zyn eene leedere of meer, gaende totten halven dake, ten oorbore vanden heerstede ende der plaetse ende wie van dien in ghebreke bevonden werdt, zal de bezittere boeten V sc. par. Alzo dickent als de heere tghebreck vynden zal. (30) Item dat elc zyn russat rumen zal binnen der plaetse, alzo dickent alsmet ghebieden zal binnen den derden daghe naer tghebot upde boete van V sc. par. (31) Item dat niemende eenighe pale vut en steke noch vuyt en doe zonder consent vanden heere up de boete van III lib. par. (32) Item zo wat taverniers die dranck vercoopen ofte teeken vutsteken of daghelicx vercoopen ende den dranck vendt daermen gheld of pandt brynghet dieden den derden pennync. Alzo dickent alst ghevallen zal. Eenighelick wye hy zy zal moghen halen dranck metten heere omme zyn ghelt, ende by alzo dat partie[n] hare panden niet en lossen binnen XIIII nachten, zo zoude de weerdt de panden vercoopen ende daer zyn ghelt hebben byden heere ende byder wet. (Dit item is met twee strepen doorgehaald). (fol. 5 r) (33) Item dat nyemende van nu voordan teeken vuten steke hy hebbe wyn te tappe loopende, up de boete van X sc. par. (34) Item dat elc zyne honde vute warande houden zal ende daer kuenen verkeeren up de boete ghecostumeirt ende upde vrienscepe vanden heere. (Dit item is met drie schuine strepen doorgehaald). (35) Item dat niement eeneghe pootstaken of plantsoenen of andre troncken ontwee en hauwe, up de boete van X sc. par. (In rand bijgevoegd: III lib.) Alzo dickent als ghevalt. Ende ware de scade II sc. par. of meer dat ware up ghebannen te zyne vanden heerscepe of zulcke punicie als de (bijgevoegd in rand: scepenen ende) mannen vanden hove redelick dyncken zoude. (36) Item dat niemende wie hy zy en comme by nachte onder der lieder weghen omme te wetene ofte hoorene watmen binnen den huuse zeecht of doet, up ghebannen te zynen vuten heerscepe. (37) Item dat niement ander lieder man of wyf ontisse noch der lieder kynderen of mesnieden, daer by de lieden of huere kynderen ghescoffiert zoude moghen worden, up ghebannen te zyne vanden heerscepe. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(38) Item dat niemendt ander lieder goedt toe en doe brynghen by yemendts kynderen of mesnieden scade doende II sc. par. of meer up ghebannen te zyne vanden heerscepe. Ende diet cochte zoude ghehouden werden vanden zelven, of emmer up al zulcke punicie als den (bijgevoegd in rand: scepenen ende) mannen redelicke dynncken zoude. (fol. 5 v) (39) Item dat niement herberghen en zal vrauwen van levene meer dan eenen nacht upde boete van XX sc. par. Alzo dickent als dat ghevallen zal. (40) Item dat alle weesen binnen den heerscepe verweesende ende onder theerscip te wette ende vonnesse behooren, zullen werden in voochdien ghestelt, by haren vadre ofte moedere ofte byden naesten vryend daer noch vadre noch moedere en es. Ende daergheene vrienden en zyn bedwynghen onder theerscip byden heere ende byder wet, binnen XL daghen naer dat zy verweest zullen wesen. Ende daer vadre of moedere es of naeste vrienden bewynghelic [bedwynghelic] onder theerscip, ende die hierof in ghebreke zullen boeten III lib. par. (41) Item dat alle voochden van weesen te wetten vanden voors. heerscepe toebehooren, zullen ghehouden worden rekenynghe te doene eenwaerf siaers, ende dat te half maerte up de boeten van III lib. par. (42) Item dat de voochden van weesen ghehouden werden alle de goedynghen vanden weesen, daer of dat zy voochden zyn, over te brynghene voor den bailliu twee scepenen ende den cleerc die tregystre vande weesepapiere houden zal, by ghoede verclaerse, te wetene de grootte elc van hueren leenen ende van wat hoven die ghehouden zyn, ende schellycx, van haver, erve, ervelicke rente, lyfrente ende den prys van haver, catheylen, elc up hem zelven alzoot behoort binnen XL daghen naer dat zy vooch[den] ghezwooren zullen wesen, elc up de boete van III lib. par. Item ghevielt zodat de voors. voochden daer naer in ghebreke worden van over te brynghene noch XL daghen, dat ware up de boete van VI lib. par. het en ware emmere dat de voors. goedynghen niet zo verdeel[t] en waren ofte anderzins zo onghereet waren dat zy die niet zouden brynghen en mochten, ende dat bleke claerlick den heere ende V scepenen of meer, want in dat caes zouden de voors. voochden te dien tyde quitte ende onbelast bliven van boete. (fol. 6 r) Item dat alle hostelryen, herberghiers, taverniers, brauwers ende die cleene penewaerde vercoopen, dat zy gheen ander broot (bijgevoegd in rand: bier, wyn ofte andersins) en venten, noch en laten venten. Dat elc up zyn ghewichte (bijgevoegd in tekst: ende ghickte mate) ghelyck dat byden bailliu ende mannen vanden zelven heerscepe van Zwevezeele gheordont es. Ende zee wye hier of in eeneghe ghebreke bevonden werdt, zal boeten III lib. paris. Ende men zal dat broot ontwee snyden ende ongherechte mate ende ghewichte breken ende te nieuten doen ten coste partien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De volgende tekst werd met een jongere pen geschreven.Item dat geen herberghiers, taverniers ofte cabarettiers en ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorderen eeneghe luyden te settene (bijgevoegd in rand: ofte vercoopen te eeten ofte te drincken noch eenegher ande zaecken hoedaenich die zyn eetelick ofte andere) op sondaghen ende heilighe daghen byder heylegher kercke ghebooden (de volgende woorden zijn doorstreept: te eeten ofte te drincken) ten tyde vande hoogher misse ofte van vespere, anders daen passanten ende dat tappende niet meer daen een pot biers voor hooft, welck ghenouch wert omme den durst vande duerghaende persoonen te verslaene, op de verbuerte van III lib. par. byden ghenen ende elcken van hem tzy tapper ofte drineker, die contrarie doen souden, tzelve alsvooren hem extenderende in alle andre speelen tzy clossen ofte catsen die men binnen der hooghmesse up heileghe ghebooden mesdaeghen exerceren zoudde mooghen.
(45) Item dat alle de ghone die blasphemeren zullen God almachtich, die maecht Maria, hueren heilighen ofte hueren name loochenen, afghaen ende versmaeden, met eenen quaden ende fellen moede ende herten, zullen gheapprehendeert worden ende in strickte vanghenesse te watere ende te broode gheleyt worden, totter tydt datsy drie heilich daeghen naer den ander, telcker vutcommen vande luyden vuter hoochmisse, ghestelt zullen worden metten rink ende yseren halsebant ter thoene van een yghelick, te hunder confusie ende exemple van elc anderen, een half huere tydts. Item de ghone die andere vilaine ende quade eeden doen ende sweeren sullen zonder dissimulatie ofte vutstellen van stonden aen inden voors. ysseren halsbant ghestelt te worden, ter discretie vanden heere bayllu ofte mannen vanden heerscepe van Zwevezele. (fol. 6 v) (46) Item dat hem een yghelick wachte met steenen te werpen tzy oudt ofte jonck, ontrent der kercke naer glaesen veysters, aldaer ofte elders op de boete van X sec. par. booven de reparatie vande scaede alzoe dicwils als ghebueren zal, wel verstaende dat vaeder ofte moeder, meester ofte vrauwe, ofte ander onbejaerde persoonen in hurlieden subiectie hebbende, zullen ghehoudden zijn te onthoudden hemlieden kinderen ofte subiecten, van dies vooren te laeten doene, ofte zullen boeten voor hemlieden alleene eens oftet mesuz by hemlieden handt ghedaen waere, applicqueren boven de scade de voors. boete ten proffytte vande kereke alhier. (47) Item dat alle herberghiers ofte taverniers, toe zien dat zij gheen pisgooten up camers ofte solders en maecken, vutcommende ende suerende ter straete waert, passage ende lydt vande luyden, byden welcken men op yemandt cleynicheit ofte onreinicheit doen mochte. Ende dit upde boete van III lib. paris. alzoe wel staende te verbueren byden tavernier ofte herberghier alsbyden mesdoener telcken reyse dat gheschien zal. (48) Item vut occasie dat ghemeenelick in besloote ende nauwe platsen mitsgaeders de meenichte van volcke aldaer zynde, ghereeder questie ende twist ghebuert, volghende daer naer dicwils inconvenient, zoe eyst datmen verbiet alle herberghiers ofte taverniers, binnen beloocke vanden huyse up camers ofte solders, met speelluyden ofte andersins eenich ghemeene dansspel te houdden, anders daen trappelinghe mits consent vanden bailliu, maer tzelve openbaerlick | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te laeten gheschien ter platse ghecostumeert. Al up de boete van XX sc. paris. voor den herberghier ende V sc. paris. voor den speelman, alzoo dicwils als ghebueren zal. Ten waere dat by ongheweerte men bedwonghen waere in huys te scuijlen, in welck cas cesseren zal des voors. es. (49) Onderaan deze bladzijde staat nog geschreven door een andere 17de eeuwse pen: ‘Me Van achter de neeghen hueren gheen zaete te houdden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woordenlijst
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|