aard’, eigen zaken, eigen huis en erve, ook in en door het onderwijs aan bod kwam, werd ons leer- en leesblad een dankbare toevlucht, een vraagbaak ook, en een zoete inval voor medewerking. De deur werd reeds wijder geopend door de stichting in 1939 van Westvlaamsch Archief voor geschiedenis, oudheidkunde en folklore, dat in zijn tweede jaargang door de oorlog werd onderbroken om in 1952 in Biekorf te worden opgenomen.
Bij het gewetensonderzoek in dit 75ste jaar zwemt één bekommernis boven: het ontbreken van een algemene wegwijzer, van volledige, systematische registers op die ruim dertigduizend bladzijden van de volledige serie. De jaarlijkse registers werden vanaf 1952 steeds vollediger uitgewerkt en zijn - per jaargang bekeken - zeer bruikbaar. De volledige volkskundige inhoud werd in 1969 door D. Callewaert bewerkt in het lijvige Deel VIII van de Nederlandse Volkskundige Bibliografie onder de leiding van Prof. K.C. Peeters. Deze uitstekende bibliografie is uiteraard beperkt tot de volkskunde. Blijven derhalve nog te bewerken de geschiedenis, oudheidkunde, familiekunde, oude en nieuwe taalkunde, naamkunde: gebieden die omvangrijk, steeds in het kader van Westelijk Vlaanderen, aanwezig zijn.
Juist die bekommernis voor de ‘tafels’ van Biekorf heeft de oudere leden en jongere vrienden van het Berek met elkaar in voeling gehouden en de koppen doen bijeensteken. Een uitwerking van die registers blijft punt één van het programma dat bij de hervorming van het Berek werd voorgedragen.
Dit bijzonder nummer in de 75e jaargang is een bundeling van bijdragen en mededelingen van de leden van het vernieuwde Berek.
L. Devliegher, voorzitter.
V. Arickx - M. Cafmeyer - L. Danhieux - K. Debusschere - C. Devyt - W.P. Dezutter - J. Geldhof - G. Gyselen - W. Minne. penningmeester - H. Stalpaert - L. Van Acker.
Redactie: A. Dewitte - A. Viaene.