Biekorf. Jaargang 75
(1974)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 135]
| |
Een Franse reisgids voor de Semois
door Hendrik van Doorne
| |
[pagina 136]
| |
De merkelijk verkorte tekst zal wel in hoofdzaak het resultaat zijn van de ingrijpende correcties van Caesar Gezelle. In zijn briekaart van 16 febr. schrijft hij nml.: ‘Ik zende U de eerste proeve... Ik vreeze dat Gij zult vinden dat ik te heel veel met de bijle in de bomen gezeten heb, en eene vervaarlijke verwoesting gepleegd. Maar ik vind het lastig om iets te laten staan dat niet naar mijn smaak is... maar U doet toch nog al wat U wilt met mijn aanteekeningenGa naar voetnoot(4). Wellicht is ook de wijziging van de aanvankelijk gekozen titel: ‘Guide de la Semois’ in ‘Les Bords de la Semois’ aan C. Gezelle te dankenGa naar voetnoot(5). Dit zeldzame werkje is de vrucht van een lange voetreis langs de boorden van de Semois. Van Doorne maakte die uitstap ‘pédestrement et le sac au dos’ (bl. 5) en noemde die een ‘expédition, entreprise par pure fantaisie et sans connaissance des lieux...’ (bl. 6). Als tochtgenoten vergezelden hem drie dames, vermoedelijk drie Engelse ladiesGa naar voetnoot(6). De tocht duurde een drietal weken: einde mei - begin juni, o.i. in 1903Ga naar voetnoot(7). De excursisten vertrokken vanuit Aarlen | |
[pagina 137]
| |
en volgden de Semois vanaf haar oorsprong tot waar de rivier, na een afstand van 190 km., nabij Val-Dieu (Fr.) in de Maas uitmondtGa naar voetnoot(8). Hendrik Van Doorne heeft ter plaatse alles zorgvuldig opgetekend en zijn notities verwerkt in een kleine reisgids, die door de vele beschreven belevenissen het karakter van een reisverhaal heeft bewaard. Met zijn uitgave hoopte hij ‘qu'il (le Guide) aidera les touristes à jouir de cet admirable petit coin de la Nature’ en ‘d'appeler l'attention sur l'existence d'une infinité de choses trop peu appréciées de nos jours, parce qu'il leur manque le vernis moderne’. Want ‘je ne connais aucun ouvrage qui fasse mention des trouvailles et objets d'art découverts et annotés dans ces pages’ (bl. 5). Voor hen die niet beschikken over de vereiste tijd om die volledige expeditie te maken, verdeelde hij zijn reisgids in drie etappen van één week. | |
Eerste etappe: Arlon-Izel (bij Florenville).De eerste dag legde het gezelschap 25,5 km af. Te Etalle ‘après une marche de 23 kilom. nous ne pouvons guère obtenir où reposer nos membres étreintés’ (bl. 27-28). Te Hachy heeft hij het over ‘le banc de communion en bois de chêne et qui n'est pas mal du tout, a malheureusement reÇu de la brosse du peintre, une couche d'enduit pour imiter le chène’ (bl. 20). Te Villers, met zijn tot boerderij vervallen ‘manoir féodal’ en zijn herinneringen aan de familie d'Aremberg, met de puinen van een klooster dat geschiedenis maakte en de resten van een door brand beschadigd kerkje, noteert hij: ‘A! les architectes restaurateurs de toutes nos chères vieilles églises de campagne... comme on les a effeuillées, pétalle par pétalle, ces petites fleurs des champs, à tel point qu'il n'existe plus qu'un vague souvenir de leur ancienne beauté caractéristique!’ (bl. | |
[pagina 138]
| |
30) en schrijft met minachting over ‘nos images modernes de Munich, en plâtre ou en papier mâché’ (bl. 31). | |
Tweede etappe: Florenville-Dohan.De oude kerk van Herbeumont ‘est la plus intéressante que nous ayons visitée jusqu'à présent’. Geen mooier landschap dan bij Dohan ‘où la nature presque toute seule a créé le sublime’ (bl. 85). | |
Derde etappe: Bouillon-Monthermé (France).Aandacht voor Bouillon! ‘car voici l'idéal de la beauté terrestre... cet harmonieux assemblage de la création directe de la nature et de l'action par laquelle l'homme y a déposé sa marque’ (bl. 85). Maar de boorden van de Semois zijn er verraderlijk. ‘Une de nos amies s'étant, par mégarde, risqué trop très de l'extrémité du bord, fait détacher une motte de terre qui glisse en bas et l'entraîne jusqu'au fond’. Een val van drie meter achterover. ‘Grâce à Dieu, nous pûmes constater qu'il n'y avait aucune lésion’ (bl. 92). Waarschuwing voor Membre: Drie eeuwen geleden geprezen door ‘un touriste anglais’! Een storm had hen op een tocht overvallen en de regen hield aan. Geen slaapgelegenheid, geen rijtuig. Een ‘campagnard’ op weg naar Dohan weigerde daar een koetsier op te zoeken... Dan gaat Hendrik maar op zoek met de enige regenscherm. ‘Membre, belle, jolie, coquette, est la seule localité des Ardennes où nous n'avons pas été reÇus avec hospitalité et politesse...’ (bl. 10).
In zijn lyrische natuurbeschrijvingen leren we er kennen de Gezelleleerling met zijn literaire ambities, met zijn belangstelling voor folklore en oude legenden. We leren er kennen de medestichter van de Sint-Gregoriusgilde, met zijn voorliefde voor de artistieke en archeologische resten uit de middeleeuwen, we leren er kennen ‘de welweter en nogal veelzegger’ met zijn trots op eigen appreciaties en overbodige bemoeiingen... We leren er kennen de bewuste notariszoon, met zijn praktische zin voor zaken, belust op gastronomische gerechten, behept met een aantal sociale vooroordelenGa naar voetnoot(9) en tuk op het oude jagersbedrijf. Herhaaldelijk bespreekt hij de afbeelding van St. Hubertus en éénmaal noteert de vergrijsde jager een oude jagerslegende (bl. 72-73) Over de exploten van de jager die Hendrik van Doorne heel zijn leven bleef, hebben we het een volgende keer. Maar dit heeft heel wat meer te maken met een oude familietraditie dan met de trouw aan principes die Gezelle bij zijn beste leerlingen onuitwisbaar wist in te prenten. J. de Mûelenaere |
|