Rond de tabakstiende
Een ander van de Wervikse taalperikelen uit die tijd blijkt uit een proces te Wervik, eveneens vóór Burgemeester en Schepenen, tussen Grisole Marecau en Jean Baptiste Castelain, als pachters van de pastorale tabakstienden, met hen gevoegd heer en Mr Pierre van Eecke, alsdan pastoor te Wervik, contra Jorge Flament, die tabak geplant had in een omheinde tuin en op die omheining wilde steunen om zijn weigering tot betaling van de tiende te staven. Hier zijn, samen met enkele losse stukken, de bijeen gebonden dossiers aanwezig van elk der beide partijen, aanleggers en verweerder.
In dit procesbundel is o.m. het afschrift te vinden van een dd. 24 december 1678 door de Raad van Vlaanderen gegeven sententie inzake een proces gevoerd door het Sint-Pieterskapittel, te Rijsel, de grote tiendeheffer te Wervik, tegen Burgemeester en schepenen van deze stad, het opnemende ‘pour et au nom de leur communauté’ sententie waarbij beslist werd dat de te Wervik geplante tabak tiende verschuldigd was. Zoals gewoonlijk geeft de sententie van de Raad, alvorens tot de uitspraak te komen, een uiteenzetting van het onderwerp van de betwisting evenals van de standpunten door beide partijen ingenomen.
Nopens het taalgebruik vinden we er het volgende: ‘les deffendeurs (dit zijn dan Burgemeester en Schepenen van Wervik) ont dict par duplicque de soustenir que les demandeurs instrueroient la cause en langue flamande si qu'ilz seroient obligez par le 36e art. de l'instruction de ceste cour faicte par le duc de Bourgogne comme Comte de Flandres le xvije d'aoust 1409 couchant au premier livre des placcarts fo xxxvij. Et sans priudice de ce...’ (fo 8ro van het aanwezige afschrift van de sententie).
Dit was het stellen van een standpunt, maar dan toch zonder veel overtuiging. En we zien dan ook de leggers daar onmiddellijk op antwoorden:
‘... passant le surplus de la replicque des deffendeurs, et le rejectant par dénégation, frivolité et impertinence (“frivolité et impertinence” zijn, met nog enkele andere, de gebruikelijke aangewende formulering wanneer men, te dien tijde, niet goed wist op welke manier een bewijsgrond te beantwoorden) concluoient et persistoient comme auttrefois les demandeurs servants y allencontre par admission du commis. Tri-