Biekorf. Jaargang 70
(1969)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
Uit het schrijfboekje van een aflezer in het ommeland van IeperOnlangs kreeg ik een schrijfboekje in handen waarin ‘aflezersgebeden’ staan. Het boekje mocht ik niet behouden, wel mocht ik het op staande voet afschrijven, wat ik dan ook voor de lezers van Biekorf gedaan heb. Hier volgt dan de letterlijke inhoud van het boekje. | |
Voor de rozeDe purper roze en de geblarde roze en de stekende roze en de geknobbelde roze en de vellende roze en al de rozen die God geschapen heeft o H. Roza, ik smeek u door het bitter lijden van Jesus Christus dat het zal geholpen worden door smeeking van de H. Roza. 9 onze vaders en 9 weesgegroeten. | |
Voor de kolijkenAls Maria hare kerkgang deed, ontmoette zij de kolijken, en zegde waar gaat gij naartoe? De kolijke zei, ik ga (om die of dien, en de naam noemen van de kwellen). Neen, zeide Maria, ik zal dien buik en darmen genezen, ik zal hun zoo zacht maken als de melk in mijne borst waarmee ik den Heer Jezus spijze. 3 onze vaders en 3 weesgegroeten. | |
Voor gekwetstheidJezus van Hemelrijk was met Konegin van aardrijk, Jezus van Hemelrijk was doorboord met ijzer en staal en ten verzwol noch ten verzwoere en ik hope dat deze wonden ook niet en zullen verzweren. 3 onze vaders en 3 weesgegroeten ter ere van de vijf bloedige wonden van Jezus Christus. | |
Voor het VierVier, vier, vier, verliest uw kracht gelijk Judas zijn kleur verloos als hij ons Heer Jezus Christus heeft verraden in den hof van Olijven. 2 keer 2 onze vaders en 3 keer 3 weesgegroeten. | |
Gebed voor de koortsOnze Heer en Sint Jan wandelen over het land, zij vonden | |
[pagina 48]
| |
daar 9 korsen staan en zij vragen, korsen waarom staat gij daar om vlees en bloed van beenderen te zuigen? Zij zonden er 8 van weg, zuid, oost, noord, en westzuid, oost, noordoost en noordwest, zuidwest, en greep de negende bij zijn hand en dauw dat 't sap uit zijn nagels kwam, en hij zei tegen Sint Jan, laat me gaan, ken bespringe noch oud noch jong, noch wijf noch man, noch kinderen die deze woorden niet spreken kan. - 1 onze vader en 1 weesgegroet. | |
Voor de kanker af te lezenIk benam de kanker bij dag en bij nachte, macht en kracht bij den Vader bij den Zoon en den Heiligen Geest, ik benam den groenen kanker, ik benam de stekende kanker ik benam de bloedende kanker ik benam de blauwen kanker ik benam de vellende kanker ik benam de water kanker, en al de kankers dat God geschapen heeft benam ik, dat hij gaat uit het vlees en uit het bloed en uit de maag, ik hoop dat het zal door het bitter lijden van Jezus Christus en zijnen doorne kroone en zijn vijf bloedige wonden, dat ge zult geholpen worden, met betrouwen op de gratie Gods. Dit kracht1ge gebed moet 9 dagen lang smekend gelezen worden en 5 onze vaders en 5 weesgegroeten, en het zal met Gods gratie gedaan zijn. | |
Om het bloed te doen stremmenEerste manier:Bloed staat stille in al uw zilwen en al uw letten, alzo waarachtig als Jezus Christus aan de Golgeboom des kruisen stond gekruist en gekroond en gegeseld. | |
Tweede manier:Daar kwamen drie maagdekens gegaan. Het eerste zei bloed staat, het tweede zeide bloed staat stille, het derde zeide staat stille want 't is Jezus Christus wille. | |
Om perels van de oogen te lezenPetrus en Paulus stonden te gaar op een golgensteen. Onze Heer die daar kwam gegaan zeide, waarom leest gij niet? Ze zegden, wij kunnen niet lezen, wij hebben te vele takken en perels op onze oogen, en wij zien niet. | |
[pagina 49]
| |
Blazen in de naam des Vaders - Blazen in de naam des Zoons - Blazen in de naam des Heiligen Geest. 9 dagen lang 6 onze vaders en 6 weesgegroeten. (gij moet blazen op de ogen waar de perels zich bevinden.) | |
Als er iets in het oog zitEr is in mijn oog entwadde, het is er ingevlogen, het is noch goed noch kwaad, 't is onze lieve Vrouwe zaad. 3 onze vaders en 3 weesgegroeten. | |
Voor de verbrandheidDen H. Laurentius lag in het vier en op het vier. Onze Heer kwam daar gegaan en Hij legde er op zijn rechter hand om te naadren deze brand. 1 onze vader en 1 weesgegroet. | |
Voor de verbrandheidSint Laurentius lag op 't vier en wentelde hem in 't vier en hij bluste 't vier. 1 onze vader en 1 weesgegroet. | |
Voor de borstzweer of doornJezus van Hemelrijk gekroond met doorn van aardrijk, te verzwol noch te verzeerde, en 'k hoope dat deze wonde ook niet verzweren zal. 3 onze vaders en 3 weesgegroeten. | |
Voor de tandpijnNieuwe mane, ik heb de eer van u te zien, wilt alle pijn van mij vlieden, de wieke uit mijn handen, de pijn uit mijne tanden, de kanker uit mijnen mond ter ere van Jezus Christus. 3 onze vaders en 3 weesgegroeten, ter ere van H. Apolonia. | |
Voor de wortelsTwee strooitjes en de letten van dezelfde strooitjes kruisvormig op de wortel leggen, en er een kruis over maken en zeggen (hier werd iets vergeten af te schrijven) en dat 3 maal doen, de strooitjes kruiswijze in de grond steken en een kruisje over maken. G. Vermeulen | |
[pagina 50]
| |
Deze reeks aflezingen uit het Ieperse moge men vergelijken met de reeks van de aflezer van Krombeke (Remi Derink), die door André Bonnez werd medegedeeld in Biekorf 1959, 74-78. Direkte overeenkomst is er niet te bespeuren. Anders ligt het met de Christelijke Aflezingen van het gedrukte blad van René Gequiere uit Watou: de aflezingen van dit drukwerkje (te dateren ca. 1850) werden gepubliceerd in Biekorf 1939, 26-28. Een viertal aflezingen van Watou stemmen nagenoeg letterlijk overeen met onze nieuwe Ieperse reeks, nl. voor de roze, voor gekwetstheid, om bloed te stremmen (eerste manier), om perels van de ogen te lezen. Opmerkelijk is dat het wandelmotief hier rijk vertegenwoordigd is (vier maal), en dan nog wel een keer met een drietal (drie maagdekens: tweede manier om bloed te stremmen): een type dat door Dr. J. Van Haver in zijn standaardwerk Nederlandse Incantatieliteratuur (Gent 1964), niet werd ontmoet. Het Westland schijnt bijzonder rijk te zijn aan geschreven aflezersboekjes. Ook het enige bekende gedrukte (vliegende) blad met aflezingen behoort tot dit gewest (Watou). Uit een studie van E. Debacker (waarover uitvoerig in Biekorf 1966, 216) blijkt dat, gedurende de vorige eeuw, ook geschreven boekjes in de leurhandel zijn geweest. Op het groot hof in De Moeren bij Hondschoote vond Debacker in 1908 een geschreven boekje met aflezingen. De boer had het destijds gekocht van een man die met zulke geschreven boekjes ging venten in de streek van Hondschoote, Ghyvelde en Veurne. En voor ieder van de kinderen van dit welgestelde boerengezin werd er een afschrift gemaakt dat hun werd meegegeven op de dag van hun huwelijkGa naar voetnoot(1). Die (krachtige!) boekjes werden steeds zeer ‘gesloten’ gehouden. Veel zijn er tot nu toe niet aan 't licht gekomen. Een zeldzame keer komt er toch eentje een korte wijl opgedoken en het brengt, zoals het hierboven medegedeelde, steeds wat nieuws naar inhoud of naar vorm van die aflezingen. a.v. |
|