Biekorf. Jaargang 67
(1966)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 370]
| |
De hondekoten van de opperjager te Eeklo
| |
[pagina 371]
| |
In 1518 zijn de Eeklonaars minder gelukkig dan dertig jaar te voren, want de hondekoten moeten vergroot worden! Van die vergroting is een uitvoerige rekening bewaard geblevenGa naar voetnoot(5), zodat we een goed beeld krijgen van de bouwwijze van die hondekoten. Die uitbreiding gebeurde op verzoek van de heer van Ravestein, Filips van Kleef, de toenmalige opperjager. Die kwam geregeld de werken bekijken, zoals blijkt uit de rekeningen van de kannen wijn die hem ‘ghepresenteert’ worden.
De stad koopt vooreerst 27 roeden grond aan, waarvoor ze 60 lb. 13 sc. p. betaalt. Dit is dus meer dan 2 lb. p. per roede. Volgens het landboek van 1638 bedroeg de totale oppervlakte van de hondekoten 58 roeden. In 1518 werd dus de oppervlakte bijna verdubbeld door de aankoop van die 27 roeden. Men koopt 1500 stenen, die door de metser Jan Stichelboudt en zijn diender in zes dagen verwerkt werden. Ze metsen enkel een laag muurtje, waarop dan tralies zullen geplaatst worden. Voor het maken van de tralies worden veertien eiken bomen en één es te Adegem gekocht voor een prijs van 25 lb. 7 sc. p. Verder nog vier eiken ‘bullen’ die samen meer dan 10 lb. p. kosten. Geeraert Moorthamere, timmerman, werkt gedurende 48 dagen om het getralied houtwerk te maken. Hij krijgt daarvoor 22 lb. 16 sc. p. Jan Cochuyt levent 1400 ‘solderijsere ende 400 luucijsere’ om de tralies vast te maken en te verankeren in de muur. De hondekoten worden afgedekt met een strooiendak. Voor het vervaardigen van de tafels, waarop de honden liggen, koopt de stad 220 voet planken. Tenslotte noteert men nog een uitgave van 3 lb. 12 sc. p. voor het maken van een paardestal in de hondekoten. In bijlage geven we de voornaamste posten van die vergrotingswerken. L. STOCKMAN | |
Bijlage
| |
[pagina 372]
| |
Item betaelt Jan Lambrecht voor 14 eecken boomen ende eenen hessche jeghens hem ghecocht omme danof te makene de glenden die van noode waren nieuwe ghemaect te zijne ande voorn, hondecooten, metten lijfcope daerup ghestelt 25 lb. 7 c. p. Item betaelt Boudin Van der Brugghen voor noch drie heecken bullen jeghens hem ghecocht ter cause voorscreven 7 lb. 16 sc. p. Item Pauwels Blondeel van eene eecken bul jeghens hem ghecocht 3 lb. 12 sc. p. Item Aerd Aerdssen ende Christoffels Van de Velde zaghers van voors. houte ghezaecht thebbene bedraghende 7650 voeten te 8 sc. p. thondert, comt 30 lb. 12 sc. p. Item Gheeraert Moorthamere temmerman die ghewrocht heeft makende de selve glenden den termijn van twee ende twintich daghen te 12 sc. p. sdaechs, comt 13 lb. 4 sc. p. Item den zuene van den selven Gheeraerd over vierentwintich daghen bij hem daer in ghewrocht te 8 sc. p. sdaechs comt 9 lb. 12 sc. p. Item betaelt Jan Cochuyt voor 1400 solderijsere ende 300 luucijsere verbesicht an tglendt inde hondecooten, tsolderijsere te 2 sc. p. thondert ende tluucijsere te 20 d.p. thondert, comt 33 sc. p. Item van 250 bonden gleys binder tijdt van dese rekeninghe gheoorboirt ende verdect up de voors. hondecooten te 32 sc. p. thondert, comt 4 lb. p. Item voor 220 voeten barts met diversche reghels ende rebben omme de tafels mede te makene daer de honden up ligghen inde voorn, hondecooten 3 lb. 17 sc. p.’ N.B. - glend = getralied houtwerk - bul = boom, omgehouwen en gereed om tot planken gezaagd te worden (Suppl. MnLW en De Bo's Idioticon) - bart = plank. |
|