Biekorf. Jaargang 67
(1966)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| |
De Familienaam StivaelC.D.L. noemt in Veurne in 1423: Jan Stivelier; hij vraagt zich af, of Stivelier in verband mag worden gebracht met Mnl. stivale ‘laars’Ga naar voetnoot(2). Hoewel ik het woord stivelier in de woordenboeken niet kon vinden, toch lijkt het me ook dat stivelier een afleiding is van stivale. Deze verklaring is voor een familienaam heel waarschijnlijk, daar ook de naam Stivael als familienaam voorkomt. In Gullegem vinden we in 1398: Pieter Stivael; in Menen eveneens in 1398: Hannequin du Mont dit StivaelGa naar voetnoot(3). In 1281 al noemt het ‘Liber Inventaris’ van de Gentse Sint-Pieters-abdij: Agatha StivaelsGa naar voetnoot(4). In 1820 vinden we de familienaam Stival in Sangatte, Kales en Marck (Bonen/Boulogne); in Wamin, Auchy-lès-Hesdin, Grigny en Le Pare (Saint-Pol-sur-Ternoise); in de vorm Estival vinden we hem in Huby-Saint-Leu (Montreuil)Ga naar voetnoot(5). Met de vorm estival staan we al wat dichter bij de oorspronkelijke vorm, want Mnl. stivale, Duits Stiefel, Mnd. stevelGa naar voetnoot(6), Mhd. stival, stivelGa naar voetnoot(7) is via lt. stivale en Ofra. estival te verklaren uit Lat. aestivale ‘lichte zomerschoen’, waarin we licht Lat. aestas ‘ zomer’ en aestivus ‘zomers’ herkennen (Fr. été, estival). Het woord heeft dus een hele betekenisevolutie mee-gemaakt, van licht zomerschoentje naar Stiefel en stevel, een zware schoen, laars, hoge laars, rijlaars. Denk aan ‘Der gestiefelde Kater’, onze gelaarsde kat. Bredero gebruikte het woord stevel nog: ‘Tot dat sy hem sien rooven, steelen, taken de haver en het hoy, ja toomen, stevels, spooren, quispels en deck-kleen’. Volgens het W.N.T. XV, 1560-61 is in oostelijke dialekten het woord stevel en ook het werkwoord stevelen ‘goed doorstappen’ nog bekend. In Kortrijk heb ik als kind het woord stiebel nog horen gebruiken voor zware soldatenschoenen, maar dat zal wel een aanpassing van Duits Stiefel geweest zijn. Ook in het Duits bestaat de familienaam Stiefel, Stiefele, Stiefelein. Brechenmacher noemt in Schwaben in 1283: | |
[pagina 160]
| |
Albertus dictus Stival; in Tübingen in 1357: Cuncz Stivel; in Esslingen in 1362: der Stifail. Om welke reden werd deze bijnaam nu gegeven? Iemand kon Stivael heten, omdat hij dit soort schoenen of laarzen droeg. Caesar Germanicus, die keizer was van 37 tot 41 na Christus, kreeg de bijnaam Caligula, d.w.z. ‘soldatenlaarsje’, omdat hij al als knaap bij het leger was en bijgevolg uniform en soldatenlaarzen droeg. Er bestaan trouwens nog familienamen naar het schoeisel: Patyn, Caucement, Mule. De naam kan ook gegeven zijn aan de maker van die laarzen; dit zal wel het geval zijn met de naam Stivelier. In Duitsland komt de naam ook als plaats- en huisnaam voor. Voor zover de familienaam uit een huisnaam te verklaren is, kan de huisnaam uiteindelijk toch weer op het beroep van de bewoner teruggaan, zodat de bijnaam zowel aan de huis- als aan de beroepsnaam ontleend kan zijn. BrechenmacherGa naar voetnoot(7) noemt een zakenman in Regensburg in 1401: Simon in der Stifel. ChristmannGa naar voetnoot(8) ziet ook nog de mogelijkheid van een spotnaam voor een dwaas, onhandig mens: ‘noch heute schimpft man einen steifen, dummen Menschen Stiefel’. Weer eens voor Duitse namen is er nog een verklaringsmogelijkheid uit Mhd. en Mnd. stivel ‘houten stok die de wijnstok ondersteunt’Ga naar voetnoot(8). Volledigheidshalve noemen we nog Mnl. stivelen, stifelen ‘doorsteken, doorboren, met een puntig wapen het leven benemen’Ga naar voetnoot(9). Een stivelier zou eventueel hiervan afgeleid kunnen zijn. In hoofdzaak zal een Stivael echter wel een drager of maker van laarzen geweest zijn. F. DEBRABANDERE |
|