Biekorf. Jaargang 66
(1965)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73]
| |
De Brugse publicist Jean van Hese
| |
Zijn levensloopJean Van Hese was een echte Bruggeling. Hij werd in volle Pruikentijd, op 30 november 1757 geborenGa naar voetnoot(2). Zijn vader Jan en zijn moeder Laurence De Wulf hadden geen andere wens dan hun zoon zo goed mogelijk op het leven voor te bereiden. Daarvoor moest hij studeren. Na met goed gevolg middelbaar onderwijs genoten te hebben, zette hij zijn studie voort aan het seminarie te Brugge. De vruchten bleven niet uit: op 10 maart 1781 werd hij door Mgr. Felix Brenart tot priester gewijd. Slechts drie jaar later behaagde het de bisschop de 27 jarige Van Hese tot onderpastoor in het verre Pittem aan te stellen. Voor de jonge dilettantistische V.H. moet dat verplicht verblijf in Pittem een echte hel geweest zijn. We weten maar al te goed hoe hij van stadsleven met grote politieke gebeurtenissen en interessante gesprekspartners hieldGa naar voetnoot(3). V.H. besefte dat hij een periode van ingrijpende veranderingen beleefde. Hij wou rechtstreeks contact met de grote gebeurtenissen. Daarvoor moest hij in een stad leven. In zijn Pittem zat hij dan nog niet eens in een gouden kooi! Het baart geen verwondering dat de jonge onderpastoor, allerminst tevreden met zijn lot, er dwaasheden heeft uitgehaald. Want inderdaad, nadat hij eerste onderpastoor van Pittem geworden is, zien we dat hij zich plots in 1788 te Brugge, als priester zonder enige opdracht, terugtrekt. Dit is een beslissend ogenblik in het leven van de priester. Het is van het hoogste belang de oorzaken van die overplaatsing op te sporen. P. Ledoulx, de biograaf van V.H., is nogal discreet en schrijft niets meer dan: ‘dog eenigen tijd daer (Pittem) geweest | |
[pagina 74]
| |
hebbende wierd van sijnen bisschop ingeroepen, en kwam dan weder in Brugge wonnen, en, men seght, God op sijne burse diende;...’. De Acta Episcoporum van bisschop Brenart ontsluieren de oorzaken van die overplaatsingGa naar voetnoot(4). Op 16 juli 1789 vinden we de eerste vermelding. Mgr. Brenart nodigde die dag V.H., onderpastoor te Pittem, uit om onverwijld voor hem te verschijnen. Er waren immers gegronde klachten tegen de priester en de bisschop wou graag hem in dit verband ondervragenGa naar voetnoot(5). Vier dagen later verschijnt een onderdanige V.H. reeds voor zijn bisschop. Meteen weten we ook dat aan hem verweten wordt: een onheuse omgang met het zwakke geslacht. V.H. antwoordt op de beschuldiging van zijn overste en tekent het proces verbaal van de ondervragingGa naar voetnoot(6). De bisschop neemt niet onmiddellijk een besluit in die zaak. Eindelijk valt na negen dagen beraad de beslissing. V.H. mag niet meer als onderpastoor naar Pittem terugkeren. en bovendien wordt hij ad interim uit zijn priesterlijke macht ontzet. Daar Mgr. Brenart de gesuspendeerde niet meer wenst terug te zien, wordt de beslissing schriftelijk aan de priester medegedeeldGa naar voetnoot(7). In dit zeer belangrijke voorval zitten de wortels pan het eigenaardige leven dat V.H. nu zal gaan leiden. Een feit is zeker: hij is voortaan bezield met een onblusbare wrok tegen Mgr. Brenart en de andere hogere geestelijken van het bisdom en hun suppoosten. Waarom die haat? Van Hese kon denken dat hij onschuldig of te streng was gestraft. Is dit zo? Voor zover wij kunnen nagaan werd V.H. niet onschuldig veroordeeld. Er is trouwens een erg bezwarend document, nl. de zeer vertrouwelijke brief van zijn vriend de baljuw Vander HeerenGa naar voetnoot(8). Bovendien deed V.H. niet de minste moeite om de aanklacht van de bisschop te weerleggen. Toch voelde de jonge wereldse onderpastoor zich veel te streng gestraft. Bovendien leefden hogere geestelijken ook tamelijk werelds. Zij werden niet gesanctioneerd, maar zij sanctioneerden zelf!... Voortaan zal V.H. in Brugge blijven leven. Daar hij zonder functie is, houdt hij zich voornamelijk bezig met het aandachtig volgen en commentariëren van het politieke leven te Brugge. Hij | |
[pagina 75]
| |
beleeft juist die periode waarin er meer gebeurd is dan in vele tientallen jaren: 1788-1802. Beïnvloed door die gebeurtenissen zal hij aan het schrijven geraken. We komen daar onmiddellijk op terug. Eigenaardig is wel dat V.H., die gekend was om zijn anti-franse overtuiging (= royalistisch of keizersgezind), op 11 oktober 1797, als één der weinige Brugse priesters, de eed van haat tegen het koningdom aflegt. Welke motieven kon hij inroepen? Het kijkt ons dat V.H. keizersgezind was tijdens de Brabantse Omwenteling omdat o.a. zijn oversten en vijanden andersgezind waren. Tijdens de beloken tijd waren de meeste geestelijken natuurlijk erg anti-frans. V.H. koos de tegenpartij van zijn vijanden. Maar van de andere kant waren er geen fundamentele verschillen tussen de kerkelijke politiek van Jozef II en die van de Fransen! We weten dat V.H. de kerkelijke politiek van Jozef II voorstond. Logisch was, dat hij dan ook de Franse politiek verdedigde. Er moet echter uitzondering worden gemaakt voor de korte periode van de eerste Franse bezetting (1792-1793). Van Hese, zoals trouwens de meeste Belgen, zag in die periode een onderbreking van het Oostenrijks bewind en het begin van een nieuw conservatief regime. Daarom was V.H. op dat ogenblik dan ook anti-frans! In ieder geval zien we V.H. kort na de eedaflegging werkzaam als beëdigd priester op de St-Salvatorsparochie. Hij spant er zich op een heldhaftige manier in voor het verijdelen van de verkoop van de kerk en om de toelating tot het celebreren van de goddelijke diensten te bekomen. Daarin staat hij helemaal alléén. Immers zijn parochianen aanvaarden hem als beëdigd priester nietGa naar voetnoot(9). Ook bekommerde hij zich als aalmoezenier om het lot van de ter dood veroordeelden. Daar was moed voor nodig! Die functie zal hem trouwens zelf naar het graf leiden. Immers door een ter dood veroordeelde pestlijder besmet, sterft priester Van Hese op 2 mei 1802. Hij was slechts 44 jaar oudGa naar voetnoot(10). Juist vóór zijn dood, bij de afkondiging van het Concordaat, had hij het nogmaals klaargespeeld om zijn onafhankelijkheid te demonstreren. Hij weigerde in februari 1802 de retractatie van zijn eed te doen volgens de formule die door de onbeëdigde vicarissen was opgelegd gewordenGa naar voetnoot(11). Toch zal hij, alsof hij had voorzien dat | |
[pagina 76]
| |
hij moest afscheid nemen, op 6 april 1802, minder dan een maand voor zijn dood, zich met het Vicariaat verzoenenGa naar voetnoot(12). | |
Van Hese als auteurDe auteur Van Hese staat rechtstreeks in verband met de mens Van Hese. Dit bemerkt men in zijn eerste en meteen ook zijn meest beruchte boek. Het is de fameuze Legenda AureaGa naar voetnoot(13). Dit lange schimpschrift werd kort na de Brabantse Omwenteling aan de hand van nota's opgesteld. Het verscheen in 1791, tijdens de eerste Oostenrijkse restauratie. Hoewel moeilijk kan bewezen worden dat V.H. de auteur is van dit schimpschrift, staat dit nochtans voor ons vast. V.H. zou het hebben geschreven op het ogenblik dat hij wrokkig tegen zijn bisschop en zonder enige betrekking te Brugge verbleef. Het boek bevat inderdaad een satirische beschrijving van de gebeurtenissen te Brugge gedurende die periode. Trouwens de auteur verraadt zichzelf: ‘on sent que l'Auteur doit être Flamand, et citoyen d'une de ses Villes notables (Brugge)’; en ook: ‘il n'épargne personne, pas même les Moines (hier in uitgebreide betekenis) ses confrères’Ga naar voetnoot(14). Bovendien is het werk bijna helemaal in het Latijn geschreven en getuigt de auteur van een geweldige kennis van de bijhel. Vooral geestelijken zijn de hoofdfiguren van de Legenda. Men zou zeggen een werk van de hand van een geestelijke, voor geestelijken en over geestelijken. Het voornaamste slachtoffer van de woede van de auteur is Mgr. BrenartGa naar voetnoot(15). Ongenadig wordt de bisschop door het slijk gesleurd. Eigenaardig is ook dat ergens in de Legenda een visioen van een priester beschreven wordt (ruralis pastor) en nadrukkelijk wordt door een engel gezegd: ‘videbis ut Johannes viderat’Ga naar voetnoot(16). De auteur van de Legenda was een verwoed royalist en kwam op tegen de patriotten van tijdens de Brabantse omwenteling. Welk Brugs priester buiten V.H. behoorde in 1789-1790 tot die partij? Men kan ze op de vingers tellenGa naar voetnoot(17). Onder hen bezat alléén V.H. | |
[pagina 77]
| |
het nodige temperament en de haat om de Legenda te schrijven. Hij alléén ook bezat bepaalde faciliteiten. Zijn broer V.H. was drukker en bovendien ook een partijgenootGa naar voetnoot(18). Die drukker woonde in het huis ‘De Bril’Ga naar voetnoot(19); als plaats van uitgave van de Legenda Aurea staat dan ook Lunaepoli vermeld (lunula: ring). Naast het rechtstreekse getuigenis van P. Ledoulx is ook nog het onrechtstreekse van kanunnik J.H. Van de Walle daarover voorhanden. Omstreeks het tijdstip van de dood van V.H. schrijft hij een aantal verzen over de auteur van de Legenda met als motto ‘peccans peccata corrigit’Ga naar voetnoot(20). Hoewel hij beweert de auteur niet te kennen is het duidelijk dat hij V.H. bedoelt. Ook de stijl en de opvatting van de Legenda verraden de auteur. Dit is duidelijk vast te stellen wanneer men de Legenda vergelijkt met een ander werk van Van Hese: het Journal historiqueGa naar voetnoot(21). Wat V.H. met zijn Journal historique bedoelde, kan men best begrijpen door de verzen van Horatius, waarmee hij zijn handschrift laat aanvangen, goed voor ogen te houden: O imitatores! Servum pecus! Ut mihi saepe
Bilem, saepe jocum vestri movere tumultusGa naar voetnoot(22).
Hij wou zijn lezers doen spotten met de idiote gedragingen van zijn vijanden tijdens de eerste Franse overheersing. Het hoeft geen betoog dat die vijanden juist die personen waren die tijdens de Brabantse omwenteling een rol hadden gespeeld en die derhalve reeds in zijn Legenda over de hekel waren gehaald. Daarvoor was de Legenda immers geschreven. De auteur vermeldt het trouwens enkele keren explicietGa naar voetnoot(23). Ook in het Journal historique komt dit zeer duidelijk tot uitingGa naar voetnoot(24). Vervolgens wou hij aantonen dat zijn voornaamste vijanden stuk voor stuk een groot aantal politieke vergissingen begingen. Wat hij natuurlijk ook graag op de voorgrond plaatste, was het gemis aan duurzaamheid van de politieke overtuiging van een groot aantal Bruggelingen en vooral van Mgr. BrenartGa naar voetnoot(25). Zo in het Journal historique, zo ook in de LegendaGa naar voetnoot(26). | |
[pagina 78]
| |
Typisch voor het Journal historique zijn de talrijke documenten die overal en overvloedig het verhaal illustreren. V.H. vond die bewijsstukken absoluut noodzakelijk en hij dacht er niet aan ook maar een letter van die documenten te veranderen of de Nederlandse teksten in het Frans te vertalenGa naar voetnoot(27). Dezelfde methode werd ook in de Legenda toegepastGa naar voetnoot(28). Toch is het Journal historique voor ons een belangrijker bron dan de Legenda. Het Journal historique brengt een objectieve weergave van de feiten. V.H. was zo overtuigd van de belachelijkheid van zijn personages dat hij het niet meer nodig vond te overdrijven. In de Legenda word er overdreven en gefantaseerd. De haat waarvan V.H. in 1789-1790 vervuld was, is in 1792-1793 al wat gekoeld. Zonder twijfel is het Journal historique van V.H. de voornaamste bron voor onze kennis van de eerste Franse inval te Brugge (1792-1793). Het is veel objectiever, rijker, en helemaal niet zo oppervlakkig als de aantekeningen van R. CoppietersGa naar voetnoot(29). De commentaar die Van Hese ons bij het relaas van de feiten ten beste geeft, bewijst dat de auteur een uiterst verstandig ‘spectator’ was. Hetzelfde kan onmogelijk van burgemeester Robert Coppieters gezegd worden. Van de bovenstaande geschriften, Legenda Aurea en Journal Historique, hebben we de zekerheid dat ze van de hand van Van Hese zijn. Onze Brugse publicist heeft echter waarschijnlijk ook de hand gehad in de literatuur van en om de Kapucijn Vervisch, die in die bewogen tijd eveneens een zeer bewogen leven heeft geleidGa naar voetnoot(30). De verhouding van Van Hese tot deze avontuurlijke pater uit Moorslede hopen we in een volgende bijdrage nader te kunnen toelichten. y. vandenberghe Aspirant N.F.W.O. |
|