Biekorf. Jaargang 65
(1964)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 311]
| |
De eerste schakel van een lange ketting te Brugge
| |
[pagina 312]
| |
ze waren waarschijnlijk niet bij machte het blad te lezen. Voor hen waren dan ook de talrijke voorlezingen uit het blad bestemd waarmee de meeste vergaderingen van de club der Jacobijnen begonnen. Bogaert richtte zijn blad vooral tot de kleine burgerij, de klasse van de kleine renteniers, die te Brugge zo talrijk was, en ook tot de gegoede ambachtslui. Deze hadden noch het sociaal prestige noch de nodige middelen om toegang te krijgen tot de Société Littéraire. Bovendien beheersten ze het Frans niet voldoende om de daar aanwezige bladen te kunnen lezen. Uit de titel van het blad en uit het pamflet bleek duidelijk de strekking van de nieuwe periodiek. Ze was de Fransen gunstig gezind. Het blad kleefde meer bepaald een clubistische strekking aan. Toch werd het niet door de Brugse Jacobijnse club uitgegeven. Weliswaar bestond het eerste artikel steeds uit het verslag van de ‘Werkingen van het Genoodschap der Vrienden van Eendragt, Vryheyd en Gelykheyd, tot Brugge’. Dat is niet de ondertitel van het V.N. maar wel de titel van een vaste kroniek. J. Bogaert was lid van de club. Tijdens de clubbijeenkomst van 18.12.1792, kreeg hij met eenparigheid van stemmen de toelating om na de afloop van iedere vergadering over het proces-verbaal te mogen beschikken om het in zijn blad te laten afdrukkenGa naar voetnoot(5). De lezers kregen werkelijk wat Bogaert hen had beloofd: verslagen van de club, nieuws uit binnen- en buitenland. Iets ontbrak echter: de aangekondigde verslagen van de zittingen van de representantenGa naar voetnoot(5). Daarvoor zijn twee verklaringen. Ten eerste, ‘de provisionele representanten ende administrateurs van het vrije volk der stad Brugge’ bestonden voornamelijk uit traditionalisten en betekenden een doorn in het oog van de club. Een andere zakelijke reden is dat de processen-verbaal van de vergaderingen van de representanten gedrukt werden door Van PraetGa naar voetnoot(6). Veel succes had Bogaert met zijn berichten over het proces en de executie van Lodewijk XVI. Men kan best begrijpen hoezeer die feiten op de verbeelding van de toenmalige Bruggelingen werkten. Trouwens Bogaert beperkte zich niet tot het verhaal van de feiten, hij liet zelfs dramatische ‘samenspraeken’ tussen Lod. XVI en zijn familieleden of vijanden in talrijke vervolgnummers afdrukken. Eigenaardig was wel dat door de Jacobijn Bogaert met een zekere sympathie over Lod. XVI werd geschreven, terwijl hij de andere gekroonde hoofden uitschold. In verband met Lod. XVI had hij het over: ‘een zaeke van zoo groote aengelegentheijd’Ga naar voetnoot(7). Hij | |
[pagina 313]
| |
aarzelde zelfs niet het testament van Lod. XVI te vertalen en te laten afdrukkenGa naar voetnoot(8). Bogaert zelf stelde zijn blad op. Voor Brugge haalde hij zijn informatie uit de resoluties van club en hetgeen hij zelf meemaakte. Nieuws uit vreemde landen schreef hij af uit andere nieuwsbladenGa naar voetnoot(9). Maar hij ging er prat op, door zijn uitgebreide briefwisseling met Frankrijk, lange tijd vóór de andere nieuwsbladen nieuws uit Frankrijk aan zijn lezers te kunnen aanbiedenGa naar voetnoot(10). Er verbleven inderdaad praktisch permanent Bruggelingen te Parijs waarmee Bogaert correspondeerde. Gemakkelijke kopij voor J. Bogaert waren de talrijke proclamaties, die hij in overvloed liet afdrukken. Publiciteit is er in het Vaderlands Nieuws-Blad bijna niet te vinden. Nu en dan maakte Bogaert in een bericht op de laatste pagina reclame voor een catalogus, die hij zelf had gedrukt. De enige andere reclame die we aantroffen, was die van ‘den borger Jos. Vander Schueren koopman in Leeren en Bieren...’, die zeer sociaalvoelend was want: ‘(hij) verkoopt Wit-bier om den Werkman te gerieven, voor den prijs van 13 oorden den Stoop..’Ga naar voetnoot(11). Dit bericht werd nog tweemaal hernomen. Maar nergens vonden we in het blad een voorstel om er advertenties te plaatsen. Het laatste Vaderlandse Nieuws-Blad verscheen op 22 maart 1793. Het bevatte veel nieuwsberichten: er waren 7 pagina's bijlagen. De Oostenrijkers waren immers het land binnengevallen. Het volgend nummer, dat van 26 maart 1793, droeg de titel van ‘Brugsch Nieuws-blad’ en bevatte de verslagen van de dub niet meer. Bogaert dacht dat de keizerlijke troepen reeds te Gent waren en scheen niet tegen stroom op te willen roeien. Hij beloofde dan ook in de volgende nummers een onpartijdig verslag te brengen van de ondertussen geleverde gevechtenGa naar voetnoot(12). Het ware misschien wijselijk geweest zijn activiteiten te onderbreken, maar de vraag naar nieuws bereikte op dat ogenblik een hoogtepunt. Het nummer van 29 maart 1793 bevatte, benevens de befaamde brief van Dumouriez aan de Franse minister van oorlog, het manifest dat Frans II, keizer van Oostenrijk, op 2 februari 1793 aan de Belgen gericht had en waarin hij de algehele amnestie aankondigde. Merkwaardig genoeg bevatte dit nummer geen enkele letter Brugs nieuws. De Bruggelingen wisten maar al te goed wat in hun stad gebeurd was. In het laatste nummer (2-4-1793) - de Oostenrijkers waren ondertussen in de stad toegekomen, - dankte Bogaert de inschrijvers aangezien hij: ‘om bezondere beweegredenen voorgenomen heeft het zelve te laten onderblijven’. | |
[pagina 314]
| |
Het bleek niet dat Bogaert zich door zijn journalistieke werkzaamheden gehaat had gemaakt, want we vinden geen spoor van vergeldingsmaatregelen tegen hem in de woelige laatste dagen van maart 1793. Het Vaderlands Nieuws-Blad is voor de studie van Brugge tijdens de eerste Franse overheersing (1792-1793) van groot belang. Het is onze voornaamste bron voor de kennis van de gebeurtenissen in de Jacobijnse club. Spijtig dat drukker Bogaert de vergaderingen van de club in enkele zinnen samenvatte en dat hij enkel de beslissingen noteerde en over de besprekingen zelf weinig of niets mededeelt. yvan vandenberghe Asp. N.F.W.O. |
|