De baas z'n hond
De ploegbaas (bouwvak) is ‘de baas z'n hond’ in de mond van 't werkvolk. De aannemer (patron of baas) laat de ploegbaas omgaan met de mannen en komt liefst zelf niet tussen. 't Is de ploegbaas die 't werk leidt, die op alles een oog houdt en de trutselaars en knoeiers tot de orde roept. In de taal van 't werkvolk wordt de ploegbaas dan ook niet met zachtheid behandeld. ‘De baas z'n hond is een beeste’, zo luidt de spreuk te Brugge om te zeggen dat de ploegbaas streng en hard optreedt. Ook ironisch, gezegd door een ambtenaar, met betekenis: ik kan niet anders dan het reglement toepassen.
f.d.s.