Zantekoorn
Kooptoebak. - Aan nonkel Guust op 't hof te Petegem (bij Oudenaarde) vroeg ik, bij 't stoppen van een pijp, of hij nog zelf tabak kweekte. Vroeger wel, zei hij, we hadden altijd een partijtje voor ons eigen gebruik, maar hier in 't ronde zult ge geen ‘kweektoebak’ meer vinden, 't is nu allemaal ‘kooptoebak’, ook ‘den dien hier in mijn blaze’.
g.l.
Cie de Looi. - Dezelfde nonkel Guust vertelde mij van een van zijn oude vrienden ‘Cie de Looi’ die in de omgang nooit anders genoemd werd, weinigen kenden zijn echte familienaam. Cie (Francies) was geboren op Looidag (St.-Elooi, 1 december, boerenmesdag) en had vandaar zijn naam meegekregen.
g.l.
Hoofd. - Met bet. coiffure, gehoord te Brugge van een jong meisje: ‘'t Ga' nodig zijn dat ik 'n keer met me'n hoofd gâ'n’. Ze wilde zeggen: ‘dat ik naar de coiffeuse ga’.
r.c.
Vlegel breken. - We waren onlangs op bezoek op een hof aan de Scheldekant. In 't gebinte van de graanzolder lagen een drietal vlegels, een ervan was met een zwijnslederen kap en nog gaaf bewaard. De boer vertelde dat zijn vader een beste dorser was en er ‘preusch’ mee was dat hij nooit een vlegel (bedoeld is de knuppel, alias slaghout) gebroken had. ‘Maar w'hebben hem toch 'n keer vaste g'had, en een vlegel in d'hand gespeeld die gebroken was en weer in elkaar gefoefeld, en die brak bij d'eerste slagen. Vader kon het niet geloven, maar wij (zijn zoons) schoten in een lach en hij wist vanwaar het kwam’.
a.p.