Biekorf. Jaargang 64
(1963)– [tijdschrift] Biekorf–
[pagina 47]
| |
De Sint-Sebastiaansgilde van Dudzele
| |
[pagina 48]
| |
hoog op de volle breedte van de drukspiegel, met de volgende afbeelding. In het midden staat een schutter, houdende in de rechterhand zijn handboog en in de linker een pijl. Hij draagt een blauw kleed, waarop een soort van keurslijf in gele kleur, versierd met het zogenaamde Jeruzalemkruis: een krukkenkruis vergezeld van vier kleine krukkenhuisjes. Hij is verder gehuld in een weidse rode mantel en heeft op het hoofd een helm. Wellicht hebben wij hier te doen met de afbeelding van Sint Sebastiaan in antieke kledij. Deze schutter is langs de beide zijden geflankeerd door een pijlenbundel en verder aan de rechterkant door het wapenschild van het Brugse Vrije: in zilver een schuinbalk van azuur, en aan de linkerkant door het wapenschild van Dudzele: in zilver een keper van keel, in de rechterbovenhoek vergezeld van een sleutel van sabel. Daarna begint de eigenlijke tekst. | |
Tekst van de Quaerte‘Ter eeren Gods ende Marie zijn ghebenedijde moeder ende den edelen rudder mijn heere Sinte Sebastaien, in broederlicke jonste kennelick zij allen den ghuenen die dese jeghenwoordighe zullen zien ofte hooren lesen ende zonderlinghe alle hooftmannen, keysers, coninghen, dekens, zoorghers, ghezworene ende ander ghildebroeders vanden edelen rudder ende vrient Gods mijn heere Sinte Sebastiaen, midtsgaders alle andere die het spel vanden edelen hantboghe beminnen ende anthierende zijn, saluut ende broederlicke minne. Wij hooftman, coninck, deken ende ghezworene midtsgaders de ghemeene vanden gezelschepe ende ghilde van mijn heere Sinte Sebastiaen binnen der prochie van Dudzeele, laeten U weten bij desen hoe dat Loy de Vos, onse zeer lieve ghildebroedere, ende Jacob de Witte vulmaect consent hebben, bij de gracie ende consente vanden edelen ende weerden heere, heer Philips van Oignies, Watene, Oostvleteren, Nevele, etc., hoochballiu van Brugghe ende vanden Lande vanden Vrijen metten toebehoorten, ende voorts van burchmeesters ende schepenen vanden zelven Lande vanden Vrijen, up te mueghen stellen diversche schoone prijsen van zelvere die te winnen werden met schotterlick te schieten metten edelen handtboghe inder manieren hier naer verclaerst. Item om dese prijsen te beschietene zo zullen binnen den schottershove van Dudzeele ghemaect zijn twee doelen van redelicke langhde, elcken doel becleet zijnde met eenen cleede ruytewijs gheschildert root, ghelu, blaeu, wel tusschenteeckent met eenen cooperdrade om questie te schuwene, ende int middel vanden cleede zal staen een middelrijnck daer in staende de wapen van Dudzeele, daer oock mede prijs te winnen wert, zo hier naer volght. + Item is te weten dat om dese prij sen zullen mueghen schieten alle ghezellen van eeren ghildebroders zijnde ofte ander beminders | |
[pagina 49]
| |
![]()
Quaerte van het schietspel te Dudzele in 1559 De twee houtsneden die het blad boven en onder versieren
| |
[pagina 50]
| |
vanden edelen handtboghe, gheestelick ofte weerlick, jonck ofte oudt, met vier boghen niet min, met zesthien bogen niet meer, de welcke zullen mueghen schieten zes loten elcken boghe achter een zonder meer ofte ten waere datter gheen andere en waeren die begheerden te schieten, zo zouden die mueghen schieten also langhe alst hemlieden believen zal. Ende indien dat zo gheviele datter ander ghezelschepen quamen twee, drie ofte meer, die begheerden te schieten, zo zullen de eerste ghecommen schieten IIII loten ende de reste zullen huelen of loten om bij toere te schieten elck IIII loten inder manieren voors[eid]. + Item men zal betalen in handen vanden bouckhouder ofte clerck voor elcke boghe drie grooten Vlaemsch daer vooren men schieten zal twaelf schoten voor één lot, die elcke schottere ghehouden wert te betaelen eer anderstont dat hij van tusschen de doelen ghaen zal, up de verbuerte vanden prijse. Dies en vermach niemant hem zelven te vervoorderen te schieten upde voorn. doelen als die becleet zijn zonder loten te nemen ende die te betaelen up de peyne van III ponden parisis voor elcke boghe ende telcken reyse zo dicwils alst ghebueren zal, ten profijte vanden outaer van Sinte Sebastiaen inde kercke van Dudzeele. + Item indien dat gheviele binnen der tijt van desen schietspele dat yemant naer dese voorn. prijsen schietende, wiens pijl uutten doel ofte cleed waere vallende bij eenighe onghelucke ofte anders, die schote zoude gherekent zijn als gheen doel. + Item men zal naer dese prijsen niet schieten vooren noch naer zonnen, up verbuerte van prijse, ten waere datter een lot beginnen waere, dat zalmen mueghen uut schieten zonder meer. + Item zo zalder zijn te minsten een ghezworen bouckhouder die zijnen behoorlicken eedt doen zal voor den edelen ende weerden heere, heer Philips van Oignies, rudder, heere van Oignies, Watene, etc., hoochballiu van Brugghe ende vanden Lande vanden Vrijen, ofte zijnen comijs, den zelven bouck wel ende ghetrauwelicke te houden ende elcx recht daer in te bewaren midts oock niet te revelerene wie op eenighe prijsen zal staen. Ende men zal alle avende de blaeren inden zelven bouck, die binnen den daghe zouden moghen bescreven werden, an elck anderen naeyen. + Item niemant en zal eenighen prijs mueghen winnen ende wech draghen ten zij dat hij binnen den tijt van desen schietspele te minsten zes loten naer dese prijsen schieten zal, up verbuerte van prijs. + Item tes gheordoneert alle de ghuene die commen zullen om schieten al eer zij eenich lot beghinnen zullen, werden ghehouden huerlieder name ende toename te doen teeken bij goede verclaerse inden bouck ende voort up elcke zijnen pijl. Ende dat niemant zijnen pijl uut den doel en zal trecken eer dat de clerck de schote | |
[pagina 51]
| |
bescheghelick zien zal, up de peyne de zelfste schote gheteekent te zijne gheen doel. + Item wel verstaende dat die vander ghilde ofte beminders vander prochie van Dudzeele zullen oock mueghen schieten om dese prijsen ende prijs winnen, behoudens datter ghezellen van eender prochie wesende van buten Dudzeele die met hemlieden schieten zullen, ende niet anders up verbuerte van prijse. Ende oock aldus mueghen twee ghezellen van eenen eede ofte prochie om dese prijsen schieten ende prijs winnen, indien zij twee ghezellen met boghen van binnen vermueghen, makende tsamen vier boghen.
De tekst van het tweede blad, zoals hij in Biekorf 1948 werd gepubliceerd, sluit hierbij zonder onderbreking aan. Het derde blad behelst het drukkersadres: ‘Gheprent te Brugghe inde Noordtzandtstrate, inden Gouden Handt, bij Corijn van Belle, ghezworen prentere der Keyserlicjke M.’. Daarop volgt een houtsnede van 70mm hoog op de volle breedte van de drukspiegel met voorstelling van een schieting. Aan de beide kanten staat een schuttersdoel afgebeeld. Deze doelen zijn rood, blauw en geel geruit, met in het midden van het doel een kleine witte cirkel. Naast één van de doelen zit de ‘boekhouder’ op een bank; met de linker hand houdt hij een schrijfboek op zijn schoot, en in de rechter hand omknelt hij een vederpen. Tussen de twee doelen zien wij vier schutters met boog en pijl; de kledij van deze vier schutters is telkens van verschillende kleuren. Onderaan deze houtsnede staat in grote letter: ‘Dudzeele. - Elck lot drie grooten’. Opmerking verdient, ten slotte, dat dit drukwerk van de Brugse drukker Corijn of Quirinus van BelleGa naar voetnoot(1) tot nog toe onbekend bleef. a. schouteet |
|