Het laatste lichtend gedeelte waren de jongens van de broedersschool, die ook katoen gaven met hun liedje. Meesters en meesteressen stapten mee in de stoet, niet om er de orde in te houden, maar om uitgewaaide kaarsen te ontsteken en overal een handje te helpen in die honderden zingende en joelende snaken.
Daartussen reed Sint-Maarten zelf te paard, omringd door enkele ruiters, leden van de BJB-ruitersclub, alle getooid in een statig wit en rood, de kleuren der gemeente.
Getrokken door een klein paardje op een platte kar en vergezeld van een stuk of vier jonge gasten, witte bakkers met witte bakkersmutsen op, kwamen de manden met de koeken. En juist daarachter stapte de voltallige gemeenteraad om de stoet te sluiten.
Op de markt werd het Sint-Maartensvuur ontstoken en voerden de drie scholen, broederlijk verenigd rond het grote vuur, in drie grote kringen rond mekaar, een rondedans uit, terwijl het lustig klonk van ‘Sinte Maartens avond, de torre gaat mee...’. De toren van Ardooie deed inderdaad mee... Zijn lichtende gestalte verhief zich lijk een beetje langer en preutser om de serenade die aan de parochiepatroon werd gebracht door de ganse gemeente, groot en klein, die hier gruisdikke samengestroomd was. Het bekende Ardooise vuurwerk was er ook bij met een paar fusees, een beetje knettering en de schijn van rode en gekleurde vlammen.
De heren van de gemeenteraad deelden om te eindigen aan alle kinders het ‘Sint-Maartensdeel’ uit: een stuk speelgoed en een koek. De koeken werden, door de zorgen van de Ardooise bakkers- bond, voor de gelegenheid gebakken in de vorm van een wapenschild met drie puntjes ingeduwd, zo ongeveer het wapen van Ardooie.
Het Sinte-Maartensfeest werd geldelijk gesteund door het gemeentebestuur en de omhaling bij de stoet bracht een schone stuiver op. Voordien hadden alle huizen immers een strooibriefje gekregen waarin de nieuwe viering aangekondigd en een beetje uitgelegd werd.
De grote mensen, die nog talrijker dan de jongens opgekomen waren, zijn nog meer dan de kleinen tevreden naar huis gegaan, en er worden reeds plannen gemaakt om dat eerste optreden toekomende keer in verbeterde en geschaafde uitgave te herdoen, zodat Sinte-Maartens in de hemel nog meer tevreden zal zijn dan de eerste keer en verder zijn zegenende hand op zijn dierbaar Ardooie zal laten rusten.
L. Van Acker.