Biekorf. Jaargang 59
(1958)– [tijdschrift] Biekorf[p. 118] | |
Toponymica uit de kuststreek
| |
[p. 119] | |
De naam Stapelvoorde is afgeleid van stapel, waarvan de betekenis hier niet geheel duidelijk is. Een stapel is een opgetaste hoop, een verkoopplaats van waren. Was dit Stapelvoorde een stapelplaats voor koopwaren aan de Heenvoorde? Zeer waarschijnlijk niet. Wij zijn van oordeel dat de oplossing van dit probleem in een andere richting dient gezocht te worden. De Heenvoorde moet een belangrijke rol gespeeld hebben bij het vervoer van turf, dat uitgeveend werd in de wijde veenmoerassen die zich in de middeleeuwen tussen Dudzele, Lissewege, Ramskapelle en Heist uitstrekten. Deze uitgeveende terreinen zijn thans grotendeels door lage weiden ingenomen(1). Wij vermoeden dat Stapelvoorde wel iets te maken heeft met de turfwinning: een voorde (latere brug) waar de turf gestapeld werd om dan verder per boot of per wagen vervoerd te worden. Per boot Bruggewaarts, per wagen langs de heerwegen naar de naburige hofsteden en dorpen. Laten we terloops nog opmerken dat de vier belangrijke bovenvermelde waterlopen, welke dienden voor de ontwatering en de scheepvaart, door kleinere waterlopen met elkaar verbonden waren: de Dudzeelse Watergang, gegraven tussen de Lisseweegse Watergang en de Heenvoorde; de Gotevliet tussen de Heenvoorde en de Ronselare (huidige naam voor Rontsaartader) e.a.
Haarzele. Oude hofstede en heerlijkheid te Dudzele, leen van de Burg van Brugge, in het 15de begin van Groot-Reigarsvliet. Gaande van Dudzele naar Zelzate-brug ziet men deze hofstede aan de rechterhand liggen, een 700 m van de brug verwijderd. In mijn kinderjaren heb ik deze hofstede door 't volk nog Erzeele horen noemen (nu nog?). Het is uit de oudste schrijfwijze niet helemaal duidelijk of we Aarzele of Haarzele moeten schrijven. O.i. is de tweede schrijfwijze echter de waarschijnlijkste. Het eerste element van deze naam is geen persoonsnaam. Wat betekent haar? Betreffende dit element schrijft Schönfeld(2): ‘Haar heeft vermoedelijk oorspronkelijk betekend: hoger gelegen stuk hei, kleine verhevenheid...’. Volgens Gysseling(3) is haar een zandige heuvelrug. Haarzele zou dan betekenen: hoeve op dat hoger gelegen land. Deze verklaring is echter, wegens de lokale omstandigheden, nauwelijks aanvaardbaar. Of had het woord haar, dat elders zandige hoogte betekende, hier de betekenis van opgeworpen hoogte? Het probleem blijft dus voorlopig onopgelost. Jozef De Langhe. |