't Manneke uit de Mane
Bij de buitentekstplaat
De houtsnede die de omslag van de eerste Mannekes versierde, werd niet lang gebruikt. De prent werd al vroeg in zincografie overgezet; de meeste jaargangen dragen dan ook een versleten afdruk op hun roze of geel kleedje.
Zo bleef de oorspronkelijke houtsnede - door een onbekend graficus in buksboom uitgevoerd - zeer gaaf bewaard. Uit het fonds Delplace (en de opvolgers Van Mullem en Gevaert) is het blok in het bezit gekomen van dhr. G. Barbiaux, meester-drukker te Brugge. Door hem werd het in juni li. geschonken aan het Gezelle Museum. De buitentekstplaat van dit nummer is een afdruk van de oorspronkelijke houtsnede.
Het eerste Manneke is verschenen met Nieuwjaar 1881: in 14 dagen waren de 5000 exemplaren uitgevochten. Het was gedrukt en uitgegeven door Modest Delplace, de drukker van De Vlaamsche Vlagge.
't Manneke verscheen elk jaar - met één uitzondering: 1889 - en zat, voor de redactie, in handen van Alfons Vanhee, tot aan zijn dood als pastoor van Moere in 1903. Drukker en mannen van den Swighenden Eede bezorgden de verdere uitgave tot in 1914. Na de wereldoorlog verscheen het opnieuw van 1923 tot 1930, ditmaal bezorgd door Achille Denys van Roeselare en zijn vrienden Warden Oom en Doctor Spuyter (G. Lybeer).
De ‘goê- en kwaweeremaren’ van 't Manneke zijn voor een deel echt ‘volksgoed’ geworden en doen nog heden de ronde in de volksmond. De boekjes worden nog wekelijks en jaarlijks ‘gemolken’ door allerlei almanakken en parochiebladen. En 't ventje heeft een knappe naamgenoot en voortzetter in de graag gelezen feuilletons van een wekelijks nieuwsblad van ons Westland.
B.